Ecosysteemdiensten in Nederland, 2020

De Nederlandse samenleving gebruikt verschillende goederen en diensten die worden geleverd door ecosystemen. Alhoewel Nederlandse ecosystemen een belangrijke bijdrage leveren aan de behoefte aan een duurzame voorziening van goederen en diensten, voorzien ze niet in de totale vraag. Voor de meerderheid van de ecosysteemdiensten neemt de vraag ernaar sneller toe dan het aanbod in de afgelopen twintig jaar.

Natuurlijk kapitaal en ecosysteemdiensten

Natuur en landschap leveren veelal ongemerkt goederen en diensten aan de maatschappij en economie. Voorbeelden hiervan zijn kustbescherming door de duinen, bestuiving van voedselgewassen door insecten en de levering van schoon drinkwater door het bodemecosysteem. Met de verzamelnaam 'ecosysteemdiensten' bedoelen we het vermogen van ecosystemen of natuurlijk kapitaal om goederen en diensten te leveren. Het is gebruikelijk dit vermogen van ecosystemen onder te verdelen in (1) het voorzien in goederen, zoals voedsel of hout; (2) het reguleren van processen, zoals het zuiveren van water en (3) het leveren van culturele diensten, zoals natuurgebieden waar je ter ontspanning kunt wandelen of fietsen.

Ecosysteemdiensten dragen bij aan welzijn en welvaart van de mens

Het welzijn en de welvaart van de mens zijn gebaat bij de goederen en diensten die ecosystemen leveren. Zo is schone lucht bijvoorbeeld belangrijk ter preventie van luchtwegaandoeningen en een groene omgeving zal stimuleren om meer te bewegen en is daarom gezond. Naast gunstige effecten op de gezondheid dient het behoud en herstel van natuurlijk kapitaal ook een economisch belang. Het genereert opbrengsten zoals de verkoop van hout en vis en creëert meerwaarde voor toerisme en de huizenmarkt. Daarnaast levert het besparingen op in de ziektekosten. Het meer benutten van op natuur gebaseerde oplossingen zorgt daarnaast voor een duurzamere omgang met natuur.

Aanbod ecosysteemdiensten voorziet niet in de vraag en discrepantie wordt groter

De levering van goederen en diensten uit Nederlandse ecosystemen en de ontwikkeling daarvan in de afgelopen circa twintig jaar verschilt per ecosysteemdienst (figuur Toestand en Trend). In geen enkele situatie wordt voorzien in de totale vraag. Met de vraag naar ecosysteemdiensten bedoelen we de potentiële vraag. Een voorbeeld is de vraag naar de ecosysteemdienst natuurlijke bestuiving van landbouwgewassen. Die wordt gevormd door alle gewassen die afhankelijk zijn van bestuiving (bijvoorbeeld appelbomen). Het aanbod wordt geleverd door wilde bestuivers afkomstig uit Nederlandse ecosystemen (bijvoorbeeld uit een heideveld). Soms wordt slechts voorzien in een klein gedeelte van de vraag, zoals bij biomassa voor energie of regulatie van de luchtkwaliteit. Voor de ecosysteemdiensten niet-drinkwater (dat onder andere voor huishoudelijk gebruik zoals wassen, irrigatie in de landbouw en de industrie wordt gebruikt), bodemvruchtbaarheid, bestuiving, groene recreatie en natuurlijk erfgoed voorzien Nederlandse ecosystemen in meer dan de helft van de vraag. Voor de meerderheid van de ecosysteemdiensten (10 van de 17) is de netto trend sinds het jaar 2000 jaar negatief; de vraag neemt sneller toe dan het aanbod van deze diensten. Voor één dienst, natuurlijk erfgoed, zien we dat de discrepantie tussen vraag en aanbod gelijkt blijft en bij zes diensten (houtproductie, biomassa voor energie, waterzuivering, regulatie luchtkwaliteit, koolstofvastlegging, symboolwaarde natuur) zien we dat de discrepantie kleiner wordt.

De vraag naar acht ecosysteemdiensten is toegenomen. Klimaatverandering is een van de belangrijkste oorzaken voor de groeiende vraag naar de ecosysteemdiensten (niet-)drinkwater, waterberging, kustbescherming, verkoeling in de stad en erosiebestrijding. De vraag naar erosiebestrijding nam ook toe door de intensiverende landbouw. De vraag naar groene recreatie is gegroeid, omdat vooral de stedelijke bevolking is toegenomen en meer vrije tijd tot haar beschikking kreeg als gevolg van vergrijzing. Een afname in de vraag geldt voor de diensten houtproductie, plaagonderdrukking, waterzuivering, regulatie luchtkwaliteit en koolstofvastlegging. In het geval van de laatste drie diensten is dat het gevolg van lagere emissies van vervuilende stoffen en CO2.

Naast de ontwikkeling van de vraag verandert ook het aanbod van ecosysteemdiensten. Toename van het aanbod is opgetreden in de categorie productiediensten, bijvoorbeeld bij de levering van energie uit biomassa en hout. Ook het aanbod van waterberging, verkoeling in de stad, regulatie van de luchtkwaliteit en de mogelijkheden voor recreatie is toegenomen, doordat er een kleine stijging is in de hoeveelheid groen in steden. Afnames in het aanbod zijn opgetreden bij de levering van niet-drinkwater en in de categorie regulerende diensten: bodemvruchtbaarheid, bestuiving en plaagonderdrukking. Deze afnames worden voornamelijk veroorzaakt door de intensivering van de landbouw.

Levering van diensten ook mogelijk door import of techniek

In het geval de vraag niet geheel is vervuld (figuur Herkomst), zijn er drie mogelijkheden. Ten eerste kan een aantal ecosysteemdiensten worden geïmporteerd om alsnog in de Nederlandse vraag te voorzien. Dat is bijvoorbeeld het geval bij hout. Het gevolg van import is wel dat daarmee de ecologische voetafdruk in het buitenland groter wordt. Bij de regulerende en culturele diensten is import meestal geen optie. Ze moeten geleverd worden op de plaats waar de vraag naar de diensten bestaat. Ten tweede kunnen technische alternatieven worden ingezet. Bijvoorbeeld bij een tekort aan bodemvruchtbaarheid kunnen middelen als kunstmest of beregening de gewasproductie op peil houden en kunnen pesticiden worden gebruikt bij een tekort aan natuurlijke plaagonderdrukking. Nadeel hiervan is dat de inzet van deze technische alternatieven leidt tot een hogere milieudruk op natuur en milieu en daarmee de levering van andere ecosysteemdiensten in gevaar kan brengen. Ten derde zal, in het geval een technisch alternatief of import niet mogelijk is, de levering van de ecosysteemdienst onvervuld blijven. Dit is bijvoorbeeld het geval bij waterzuivering, waardoor het grootste deel van het Nederlandse water niet voldoet aan de waterkwaliteitsnormen. En door het niet voldoen aan de vraag naar voldoende vastlegging van koolstof, neemt de CO2-concentratie in de atmosfeer toe, met klimaatverandering als gevolg. In het geval van natuurlijk erfgoed betekent het dat soorten bedreigd worden met uitsterven.

Natuurgebieden hebben een groot aandeel in de levering van ecosysteemdiensten

Natuur, agrarisch en stedelijk gebied dragen in verschillende mate bij aan ecosysteemdiensten. Natuurgebieden leveren het breedste scala aan ecosysteemdiensten. Ook leveren natuurgebieden relatief gezien het grootste aandeel voor een groot aantal ecosysteemdiensten (figuur Belang gebieden). Dit ondanks dat de oppervlakte natuur kleiner is dan de oppervlakte agrarisch gebied of bebouwd gebied. De mate waarin goederen en diensten worden geleverd of kunnen worden gecombineerd op één plek is afhankelijk van het landgebruik en beheer.

Beleid gericht op behoud natuurlijk kapitaal en ecosysteemdiensten

Het besef dringt steeds verder door dat de natuur de basis van ons bestaan en onze economie vormt (LNV, IPO 2019). Op mondiaal, Europees, nationaal en provinciaal niveau zijn daarom doelstellingen geformuleerd voor het behoud en herstel en duurzaam gebruik van natuurlijk kapitaal. Zo streeft het Rijk samen met de provincies en gemeenten in Nederland naar een sterke en veerkrachtige natuur die bijdraagt aan het versterken van de brede welvaart (EZ 2013, LNV 2020). Het gaat daarbij, naast het realiseren van robuuste natuurgebieden van een goede kwaliteit, om de opgave om natuurlijke hulpbronnen, ons natuurlijk kapitaal, op een duurzame manier te benutten (EZ 2014, EC 2020). Gebruikers van natuur dienen niet langer alleen afwentelen op natuur, maar zelf ook een bijdrage te leveren aan de instandhouding van natuur en biodiversiteit (MinBiZa 2020). Uit het hier weergegeven overzicht van ecosysteemdiensten blijkt dat er in Nederland nog geen duurzaam gebruik van natuur is; er is een discrepantie tussen vraag en aanbod van ecosysteemdiensten en deze discrepantie wordt voor de meerderheid van de ecosysteemdiensten (10 van de 17) groter. Import en technische alternatieven om toch aan de vraag te voldoen, hebben veelal negatieve effecten op ecosystemen buiten of binnen Nederland.

Veel effecten van natuurlijk kapitaal op het welzijn en welvaart van de mens worden momenteel niet meegenomen in beleidsafwegingen en besluitvorming. Ambitie is dan ook om de aandacht en zorg voor biodiversiteit en natuurlijk kapitaal te verankeren in besluitvorming van bedrijven en andere partijen door de ontwikkeling en toepassing van methoden en data waarmee partijen hun impact op en afhankelijkheid van natuurlijk kapitaal kunnen meewegen (LNV 2019). Zoals ook de Wereldbank aangeeft, is er een nieuwe maat nodig om de output van een economie te meten: een maat die de welvaart in zijn geheel bekijkt, inclusief de waarde van ons natuurlijk kapitaal. De hier gepresenteerde graadmeter is een eerste stap om een dergelijke maat te ontwikkelen.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Goederen en diensten van ecosystemen in Nederland.

Omschrijving

Overzicht van de verhouding tussen vraag en aanbod van ecosysteemdiensten uit Nederlandse ecosystemen. Ook de ontwikkeling in de vraag en aanbod in de afgelopen 20 jaar is weergegeven.

Verantwoordelijk instituut

Wageningen UR (Bart de Knegt), in samenwerking met CBS, PBL en RIVM

Berekeningswijze

De methodiek is beschreven in De Knegt et al. (2014 en voor de update De Knegt et al. 2020). De berekeningswijze verschilt per ecosysteem. Eerst wordt gedefinieerd wat wordt verstaan onder de ecosysteemdienst. Vervolgens wordt de vraag naar de dienst gedefinieerd en in hoeverre het aanbod van de dienst tegemoet komt aan de vraag. De ecosysteemdiensten zijn volgens de internationaal afgesproken CICES indeling (Haines-Young & Potschin, 2013) ingedeeld in productiediensten, regulerende diensten en culturele diensten. De trend van vraag en aanbod is bepaald op basis van verschillende bronnen zoals kaartmateriaal of literatuur. Voor berekening voor bestuiving, bodemvruchtbaarheid, waterzuivering, waterberging, verkoeling in de stad en groene recreatie zijn methodische verbeteringen doorgevoerd ten opzichte van de vorige versie van de indicator (De Knegt et al. 2014).

Basistabel

-

Geografische verdeling

Ecosysteemdiensten geleverd door Nederlandse ecosystemen

Verschijningsfrequentie

Circa eens in de ca. 5 jaar op basis van diverse bronnen.

Achtergrondliteratuur

De Knegt et al. (2014). Graadmeter Diensten van Natuur. Vraag, aanbod, gebruik en trend van goederen en diensten uit ecosystemen in Nederland. WOT-Technisch Rapport. Wageningen: Wageningen UR.De Knegt et al. (2020). Indicator Natuurlijk Kapitaal. Update graadmeter diensten van natuur, vraag, aanbod, gebruik en trends van goederen en diensten uit ecosystemen in Nederland. WOt-technical report xx. Wageningen UR.

Betrouwbaarheidscodering

A-E. De betrouwbaarheid en volledigheid is per ecosysteemdienst bepaald en beschreven in De Knegt et al. (in prep.)

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
02
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CLO (2021). Ecosysteemdiensten in Nederland, 2020 (indicator 1572, versie 02, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.