Vervoersprestatie openbaar vervoer, 2000-2016
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Het gebruik van de trein groeide tussen 2000 en 2016 met ongeveer 25 procent, van 15 miljard reizigerskilometers in 2000 tot bijna 19 miljard reizigerskilometers in 2016. Deze groei geldt voor NS en regionale vervoerders samen. Het aantal reizigerskilometers van NS groeide met 22 procent.
Met bus, tram en metro (stad- en streekvervoer) werden in 2016 circa 5,5 miljard reizigerskilometers afgelegd. Sinds 2014 lijkt het gebruik van bus, tram en metro toe te nemen; dit is een inschatting, omdat exacte gegevens ontbreken.
Gebruik trein is sinds 2000 met 25 procent toegenomen
Het gebruik van de trein op het gehele spoornet (NS en regionale vervoerders samen) nam tussen 2000 en 2016 met ongeveer 25 procent toe, van 15 miljard reizigerskilometers in 2000 naar bijna 19 miljard reizigerskilometers in 2016. Het aantal reizigerskilometers bij NS steeg met 22 procent.
Tot 2010 nam NS ongeveer 95 procent van alle reizigerskilometers voor haar rekening, de andere vervoerders - Veolia, Arriva, Connexxion, Hermes en Syntus - de overige 5 procent. Vanaf 2010 zijn er geen gegevens van de andere vervoerders op het spoor voorhanden. Voor de periode 2010-2016 is het vervoer van de andere vervoerders op het spoor ingeschat (KiM, 2017).
Gebruik bus, tram en metro is de laatste jaren licht gegroeid
Met de publicatie van CROW-KpVV uit 2016 waren er voor het eerst sinds 2011 weer gegevens beschikbaar over het feitelijk gebruik van bus, tram en metro (CROW-KpVV, 2016). Met behulp van ov-chipkaartdata raamt CROW-KpVV (2016) het aantal reizigerskilometers in 2014 en 2015 op ruim 5 miljard en in 2016 op 5,5 miljard. Deze ramingen passen goed binnen de inschatting van het bus-, tram- en metrogebruik die door het KiM is gemaakt op basis van een andere bron, namelijk MON/OViN, het doorlopende onderzoek (van het CBS) op basis van vragenlijsten naar het verplaatsingsgedrag van mensen in Nederland over alle vervoerwijzen (KiM, 2017).
Beleidsdoelstellingen Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
Deze indicator verwijst naar:
- De doelstellingen over Veiligheid, die opgenomen zijn in Bijlage 6 van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). Bijlage 6 bevat de essentiële onderdelen van de Nota Mobiliteit die (gewijzigd) van kracht blijven met de SVIR.
- Nationaal Belang: Robuust hoofdnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen met doel aanbod infrastructuur en,
- Nationaal Belang: Betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem.
Bronnen
- NS. Jaarverslagen. Utrecht: Nederlandse Spoorwegen.
- NS (2015). Halfjaarrapportage HRN Concessie 2015. Utrecht: N.V. Nederlandse Spoorwegen.
- KpVV/NEA (2011). Ontwikkelingen openbaar vervoer 2000-2009, vraag en aanbod
- CROW-KpVV (2016). Factsheet vervoeromvang regionaal ov 2014 en 2015. Ede: CROW-KpVV.
- CROW (2017). Stads- en streekvervoer in 2016 licht gegroeid. In: V&V Bericht, oktober 2017. Ede: CROW.
- KpVV. www.kpvv.nl
- WROOV. www.wroov.nl
- IenM (2012). Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, Den Haag: Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Relevante informatie
- KiM (2017). Mobiliteitsbalans 2017. Den Haag: Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid
- Stuurgroep Nationale Mobiliteitsmonitor (2009). Nationale Mobiliteitsmonitor 2009. Den Haag.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Vervoersprestatie openbaar vervoer
- Omschrijving
- Gebruik van het openbaar vervoer (NS, decentraal spoor en bus, tram, metro) uitgedrukt in miljarden reizigerskilometers.
- Verantwoordelijk instituut
- Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM), auteur: Peter Jorritsma
- Berekeningswijze
- Gebruik trein vanaf 2010 gebaseerd op een schatting.Voor het volgen van de ontwikkeling in het tram-, bus- en metrovervoer kon tot en met 2011 gebruik worden gemaakt van data uit onderzoek ten behoeve van de opbrengstverdeling van strippenkaarten en abonnementen, het zogeheten WROOV-onderzoek. Sinds de ov-chipkaart in 2012 volledig is ingevoerd, worden de WROOV-data niet meer verzameld. Sinds 2014 zijn data beschikbaar op basis van ov-chipcard gegevens. Daarmee is een inschatting te maken van het volume van bus-, tram- en metrogebruik.2011 is het laatste jaar waarvoor een compleet overzicht beschikbaar is van de vervoersomvang op de gedecentraliseerde spoorlijnen. Vanaf 2012 is het gemeenschappelijk meetsysteem, waarmee het vervoer bij alle vervoerders van Nederland op gelijke wijze werd gemeten, niet meer in gebruik. Sindsdien zouden chipkaartgegevens dit systeem hebben kunnen vervangen, maar deze zijn op dit moment niet beschikbaar of compleet genoeg om een betrouwbaar overzicht te kunnen construeren voor het vervoer op de decentrale lijnen. Daarom maakt het KiM sinds 2010 een schatting van de omvang van het vervoer bij de andere vervoerders dan NS op basis van de ontwikkeling bij enkele lijnen waarvan de vervoersomvang via de betreffende concessieverlener wél bekend was. Voor de gevolgde methodiek zie de bijlage Data en Methodieken in Mobiliteitsbeleid 2017.
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- Nederland
- Verschijningsfrequentie
- -
- Achtergrondliteratuur
- Vervoersprestatie NS: NS reizigersVervoersprestatie decentraal spoor: KpVV/NEA, bewerking KiMVervoersprestatie bus, tram, metro: KpVV/WROOVVervoersprestatie bus, tram en metro 2014-2016: CROW-KpVV (2016), CROW (2017).
- Betrouwbaarheidscodering
- Integrale waarneming, Schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake.ov-chipcard data.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2018). Vervoersprestatie openbaar vervoer, 2000-2016 (indicator 2145, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.