Vervoersprestatie openbaar vervoer, 2000-2020
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Het gebruik van de trein groeide tussen 2010 en 2019 met ongeveer 18%, van 17 miljard kilometer in 2010 tot 20,3 miljard kilometer in 2019. Deze groei geldt voor NS en regionale vervoerders samen. Als gevolg van de COVID-19 pandemie daalde de door reizigers afgelegde afstand tussen 2019 en 2020 met 55% naar 9,1 miljard kilometer.
Met bus, tram en metro (stad- en streekvervoer) werd in 2019 circa 5,5 miljard kilometer afgelegd. Sinds 2014 nam het gebruik van bus, tram en metro met bijna 8% toe. Als gevolg van de COVID-19 pandemie nam tussen 2019 en 2020 de afgelegde afstand met 49% af naar 2,9 miljard kilometer.
Toename gebruik openbaar vervoer trein tot 2019, afname in 2020 door COVID-19
De grafiek toont de ontwikkeling van het de totaal afgelegde afstand (in miljarden km) door reizigers via het spoor (NS en de regionale vervoerders) en het stad- en streekvervoer (bus, tram en metro). Het gebruik van de trein op het gehele spoornet nam in 10 jaar met ongeveer 18% toe, van 17,1 miljard in 2010 naar ruim 20,3 miljard kilometer in 2019. Ook per inwoner van Nederland nam het treingebruik toe, met 9,9% van 1.030 km naar 1.132 km per inwoner per jaar.
Met NS legden reizigers in 2020 8,5 miljard km af; dit is een afname van 56% ten opzichte van 2019. Het treingebruik bij de andere personenvervoerders was 0,6 miljard reizigerskm in 2020, een afname met 48% ten opzichte van 2019. Het totale treingebruik per inwoner van Nederland was in 2020 bijna 525 km.
Op basis van CROW-data die zijn afgeleid van gegevens over de ov-chipkaart, blijkt dat de totale met bus, tram, metro en ov-ferry afgelegde afstand tussen 2019 en 2020 afnam met 49%. Over de periode 2014-2019 was er nog een toename van gemiddeld ongeveer 4% per jaar. Per inwoner kwam het totale gebruik van bus, tram, metro in 2020 op bijna 170 km, tegenover nog bijna 325 km per inwoner per jaar in 2019.
Voorafgaand aan de COVID-19-pandemie reisden veel werknemers in de kantoorsectoren per openbaar vervoer naar het werk. Hierdoor maakten zij in 2020 veel minder (variërend van bijna 60% tot wel 75%) ov-ritten dan in 2019.
Bronnen
- KiM (2021). Mobiliteitsbeeld 2021. Den Haag: Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
Vervoersprestatie openbaar vervoer
- Omschrijving
Gebruik van het openbaar vervoer van NS, decentraal spoor en bus, tram en metro (BTM) uitgedrukt in miljarden reizigerskilometers.
- Verantwoordelijk instituut
Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM), auteur: Peter Jorritsma
- Berekeningswijze
-
- Basistabel
-
- Geografische verdeling
Nederland
- Verschijningsfrequentie
2-jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
Vervoersprestatie NS: NS reizigersVervoersprestatie BTM: OV chipkaart.
- Betrouwbaarheidscodering
Integrale waarneming
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2022). Vervoersprestatie openbaar vervoer, 2000-2020 (indicator 2145, versie 06, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.