Vervoersprestatie openbaar vervoer, 2000-2014
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Het vervoer per trein door de Nederlandse Spoorwegen en vervoerders op gedecentraliseerde spoorlijnen is toegenomen. Het gebruik van de trein op het gehele spoornet steeg van 2000 tot 2014 met ongeveer 21 procent. In 2014 was het gebruik van de Nederlandse Spoorwegen gegroeid met 17,5% ten opzichte van 2000. Het gebruik van stad- en streekvervoer (bus, tram en metro) is tot 2010 landelijk stabiel. Na 2010 zijn geen gegevens beschikbaar. Het CROW-KpVV is momenteel in opdracht van NOVB aan het kijken op welke wijze de beschikbaarheid en monitoring van stad- en streekvervoerdata voor de toekomst gewaarborgd kan worden.
Toename gebruik trein
De grafiek toont de ontwikkeling van het totaal aantal reizigerskilometers (in miljarden) voor het vervoer van alle vervoerders via het spoor (NS en de regionale vervoerders) en het stad- en streekvervoer (bus, tram en metro).
Het gebruik van de trein op het gehele spoornet nam in 14 jaar met ongeveer 21 procent toe, van 15 miljard in 2000 naar ruim 18 miljard reizigerskilometers in 2014. In 2014 is het aantal reizigerskilometers bij de NS verder gestegen, tot 17,5 procent meer dan in 2000. Vanaf 2010 zijn er geen gegevens van de andere vervoerders op het spoor voorhanden. Het KiM heeft voor de periode 2010 en 2014 een inschatting gemaakt van het vervoer van de andere vervoerders op het spoor. Tot 2010 neemt de Nederlandse Spoorwegen ongeveer 95 procent van alle reizigerskilometers voor haar rekening. De andere vervoerders (Veolia, Arriva, Connexxion, Hermes en Syntus) de overige 5 procent.
Het gebruik van stad- en streekvervoer laat tussen 2000 en 2011 een vrij stabiel beeld zien. Vanaf 2011 zijn er geen gegevens over het gebruik van bus, tram en metro voorhanden.
Beleidsdoelstellingen Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
Deze indicator verwijst naar:
- de doelstellingen over Veiligheid, die opgenomen zijn in Bijlage 6 van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). Bijlage 6 bevat de essentiële onderdelen van de Nota Mobiliteit die (gewijzigd) van kracht blijven met de SVIR.
- Nationaal Belang: Robuust hoofdnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen met doel aanbod infrastructuur en,
- Nationaal Belang: Betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem.
Bronnen
- NS (2015). Jaarverslag 2014. Utrecht: Nederlandse Spoorwegen.
- NS (2015). Halfjaarrapportage HRN Concessie 2015, Utrecht: Nederlandse Spoorwegen N.V.
- KpVV/ NEA (2011). Ontwikkelingen openbaar vervoer 2000-2009, vraag en aanbod
- KpVV: www.kpvv.nl
- WROOV: www.wroov.nl
- IenM (2012), Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, Den Haag: Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Relevante informatie
- KiM (2015). Mobiliteitsbalans 2015. Den Haag: Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid
- Stuurgroep Nationale Mobiliteitsmonitor (2009). Nationale Mobiliteitsmonitor 2009. Den Haag.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Vervoersprestatie openbaar vervoer
- Omschrijving
- Gebruik van het openbaar vervoer( NS, decentraal spoor en BTM) uitgedrukt in miljarden reizigerskilometers.
- Verantwoordelijk instituut
- Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM), auteur: Peter Jorritsma
- Berekeningswijze
- Gebruik trein vanaf 2012 gebaseerd op een schattingVoor het volgen van de ontwikkeling in bij het tram, bus en metrovervoer kon tot en met 2011 gebruik worden gemaakt van data uit onderzoek ten behoeve van de opbrengstverdeling van strippenkaarten en abonnementen, het zogeheten WROOV-onderzoek. Sinds de ov-chipkaart in 2012 volledig is ingevoerd, worden de WROOV-data niet meer verzameld. De ov-chipkaart heeft tot op heden geen openbare data opgeleverd om de landelijke ontwikkelingen in het gebruik van bus, tram en metro verder te kunnen schetsen.2011 is het laatste jaar waarvoor een compleet overzicht beschikbaar is van de vervoersomvang op de gedecentraliseerde spoorlijnen. Vanaf 2012 is het gemeenschappelijk meetsysteem, waarmee het vervoer bij alle vervoerders van Nederland op gelijke wijze werd gemeten niet meer in gebruik. Sindsdien zouden chipkaartgegevens dit systeem hebben kunnen vervangen, maar deze zijn op dit moment niet beschikbaar of compleet genoeg om een betrouwbaar overzicht te kunnen construeren. Daarom maakt het KiM sinds 2012 een schatting van de omvang van het vervoer bij de andere vervoerders dan NS op basis van de ontwikkeling bij enkele lijnen waarvan de vervoersomvang via de betreffende concessieverlener wél bekend was (Bron: Mobiliteitsbeleid 2015).
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- Nederland
- Verschijningsfrequentie
- -
- Achtergrondliteratuur
- Vervoersprestatie NS:NS reizigersVervoersprestatie Decentraal spoor: KpVV/ NEA, bewerking KiMVervoersprestatie BTM: KpVV/WROOV
- Betrouwbaarheidscodering
- Integrale waarneming, Schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2016). Vervoersprestatie openbaar vervoer, 2000-2014 (indicator 2145, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.