Flora van open moerassen, 1999-2009

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

In de Nederlandse moerassen nemen struiken en bomen toe, waardoor open moeras verdwijnt.

Open moeras

Het areaal open moeras in ons land bedroeg rond 1990 47.200 ha. Open moerassen komen vooral veel voor in de laagveen- en kleigebieden. Via natuurlijke processen zullen moerassen veelal verlanden, dat wil zeggen van ondiep open water via moeras veranderen in moerasbos. Als dat te veel gebeurd, kunnen beheerders de verlanding terugzetten door opnieuw open water te creëren.
Ook moerassen met een klein aandeel struiken en bomen worden nog tot open moeras gerekend. Nemen bomen en struiken verder toe, dan ontstaat moerasbos (broekbos) en moerasstruweel. Kleine delen open water die omsloten zijn door moeras worden ook tot moeras gerekend.

Kenmerkende soorten

Open moeras herbergt specifieke planten en dieren van overgangssituaties van water naar land. Bij verlanden van het moeras zal deze zone gaan verschuiven in de richting van het water. Voor een grote biodiversiteit is het belangrijk dat verschillende stadia van moeras voorkomen. De ontwikkelingen van de afgelopen 10 jaar zijn mogelijk niet gunstig voor de biodiversiteit. Op de onderzochte plekken is zowel de kenmerkendheid van de vegetatiesamenstelling van open moeras als de bedekking met Rode Lijst soorten duidelijk afgenomen sinds 1999. (figuur eerste tabblad). Van de 69 kenmerkende soorten waarvan de ontwikkelingen zijn onderzocht blijken er 19 significant af te nemen. Voorbeelden zijn zwanenbloem, gele waterkers, blaartrekkende boterbloem, slanke waterweegbree, ruwe bies en zomp-vergeet-me-nietje. Slechts enkele kenmerkende soorten nemen toe: haagwinde, harig wilgenroosje en grote en blonde egelskop (tweede tabblad).

Verstruiking en verbossing

Veel indicatoren wijzen erop dat het open moeras dichtgroeit. In het open moeras is duidelijk sprake van een toename van struiken en bomen (figuur derde tabblad) en een afname van kruidachtige planten en pioniersoorten (figuur vierde tabblad).

Verdroging, vermesting en verruiging moeras

In het open moeras nemen vooral de ruigtesoorten toe die kenmerkend zijn voor droge omstandigheden; voor ruigtesoorten die kenmerkend zijn voor vochtige omstandigheden is dat niet of nauwelijks het geval (vijfde tabblad). Opvallend zijn vooral bramen, die weliswaar maar in een klein deel van de meetpunten voorkomen, maar daar de afgelopen 10 jaar wel sterk zijn toegenomen.
Het dichtgroeien van het open moeras is een natuurlijk proces dat wordt bevorderd door vermesting en verdroging en kan worden tegengegaan met beheer. Afgaande op de ontwikkelingen in het aandeel van indicatorsoorten voor verdroging, vermesting en verzuring, is er sprake van verdroging en vermesting van het open moeras. Naast verlaging van het (grond)waterpeil kan de toename van de verdroging ook het gevolg zijn van de natuurlijke successie van open water naar land.
Voor wat betreft de verzuring is de situatie anders: het aandeel indicatorsoorten van zure omstandigheden neemt af, terwijl dat van basische omstandigheden juist toeneemt.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Flora open moeras
Omschrijving
Veranderingen in de flora van open moeras
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
-
Basistabel
Zie Download figuurdata
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Opmerking
De meeste opnamen in moeras liggen in de meer begaanbare delen waardoor aandeel bomen en struiken eerder opgemerkt wordt.
Betrouwbaarheidscodering
C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
07
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CLO (2011). Flora van open moerassen, 1999-2009 (indicator 1532, versie 01, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.