Stikstof- en fosfaatproductie door de gehele veestapel per landbouwgebied, 2010

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Er zijn grote regionale verschillen in de productie van dierlijke mest en de mineralen stikstof en fosfaat. De productie is het grootst in gebieden met veel intensieve veehouderij: het oostelijk deel van Noord-Brabant en de westelijke Veluwe.

Regionale verschillen in mestproductie

De productie van stikstof en fosfaat in dierlijke mest is het grootst in de gebieden waar de intensieve veehouderij geconcentreerd is: het oostelijke deel van Noord-Brabant en de westelijke Veluwe. Het grootste deel van de mest wordt ook hier toegepast. Omdat de grond in deze regio's vooral bestaat uit goed doorlatende zandgrond is de uitspoeling van stikstof naar grondwater relatief groot. Juist op deze zandgronden wordt een belangrijk deel van het drinkwater in Nederland gewonnen.

Bronnen

Relevante informatie

  • Meer informatie over (regionale) mestproductie is te vinden in de databank StatLine van het CBS.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Stikstof- en fosfaatproductie door de gehele veestapel per landbouwgebied
Omschrijving
Ruimtelijke verdeling per landbouwgebied van de productie van stikstof (als totaal-N) en fosfaat (als P2O5) in dierlijke mest per hectare cultuurgrond. De indicator geeft voorlopige cijfers voor het jaar 2010.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Berekeningswijze
De uitscheiding van stikstof en fosfaat wordt berekend door het aantal dieren per diercategorie in de veestapel (gegevens uit de Landbouwtelling van het CBS) te vermenigvuldigen met een factor voor de uitscheiding van stikstof, respectievelijk fosfaat in de mest per dier.
De gegevens over mineralenuitscheiding worden omgerekend naar de mineralenproductie. Dit is de hoeveelheid mineralen in de mest op het moment van uitrijden of toepassing. Voor stikstof betekent dit dat gasvormige stikstofverbindingen (zoals ammoniak) die in de stal en tijdens opslag vrijkomen niet in de stikstofproductie zijn opgenomen. Een groot deel van deze gasvormige verliezen verdwijnt in het milieu. Bij fosfaat treden er geen gasvormige verliezen op tussen het moment van uitscheiden en het uitrijden of toepassen van de mest.
Het artikel Productie van dierlijke mest en mineralen (CBS, 2006) geeft een korte methodebeschrijving van het onderzoek. Een uitgebreidere beschrijving van de onderzoeksmethode is te vinden in het rapport Gestandaardiseerde berekeningsmethode voor dierlijke mest en mineralen 1990 - 2008 (CBS, 2010a)
Geografische verdeling
Er zijn gegevens voor totaal Nederland en verder naar landsdeel, provincie, landbouwgebied, concentratiegebied en stroomgebied.
Andere variabelen
Mestproductie per diercategorie, mineralenuitscheiding per diercategorie, gasvormige stikstofverliezen, areaal bemestbare grond, omvang veestapel per diercategorie.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Betrouwbaarheidscodering
D (berekening op basis van een integrale enquête naar het aantal dieren in de veestapel en mineralenproductiefactoren)

Archief van deze indicator

Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CLO (2011). Stikstof- en fosfaatproductie door de gehele veestapel per landbouwgebied, 2010 (indicator 0105, versie 12, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.