Stikstof- en fosfaatproductie door de gehele veestapel per landbouwgebied, 2000
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
Regionale verschillen in mestproductie
De productie van nutriënten is het grootst in de gebieden waar de intensieve veehouderij geconcentreerd is: het oostelijke deel van Noord-Brabant en de westelijke Veluwe. Het grootste deel van de mest wordt ook hier toegepast. Omdat de grond in deze regio's vooral bestaat uit goed doorlatende zandgrond is de Stikstofbalans van bodem en grondwater, 1986-2013 relatief groot. Juist op deze zandgronden wordt ongeveer 60% van het drinkwater in Nederland gewonnen.
Methodiek
De figuur geeft per CBS-landbouwgebied de productie van stikstof (als totaal-N) en fosfaat (als P2O5) in dierlijke mest per hectare cultuurgrond. De stikstofproductie betreft de hoeveelheid op het moment van uitrijden of bij toepassing van de mest.
Bronnen
- CBS (2002). Statline. Productie van dierlijke mest. Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen.
Relevante informatie
- Meer informatie over (regionale) mestproductie is te vinden op Statline (CBS).
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2002). Stikstof- en fosfaatproductie door de gehele veestapel per landbouwgebied, 2000 (indicator 0105, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.