Beschikbaarheid openbaar groen binnen 500 meter van de woning in nieuwbouwwijken, 2001-2006

U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.

Deze indicator, die verbonden is aan de monitoring van de Nota Ruimte, wordt niet meer bijgehouden (de Nota Ruimte is geen vigerend ruimtelijk beleid meer).

Andere indicatoren op dit terrein.

Voor het dagelijks gebruik van groen (spelen, luieren en sporten) zijn openbare groengebieden (parken, bossen, natuurgebieden en dagrecreatieve terreinen) binnen een afstand van 500 meter van de woning van belang. In 80% van de G50-gemeenten voldoen de nieuwbouwwijken aan de richtlijn van 75m2 groen per woning binnen 500m van de woning. Gemeenten die onder deze richtlijn scoren zijn voornamelijk in de Randstad te vinden. Daarnaast is er sprake van een negatieve trend, want in de periode 2003-2006 is de hoeveelheid groen op veel nieuwbouwlocaties afgenomen.

Gemeenten onder richtgetal

Bij de nieuwbouw uit de periode 2004-2006 blijkt dat 10 van de 50 grootste gemeenten (G50) onder het richtgetal zitten. Deze gemeenten liggen vooral in de regio Rotterdam en Utrecht. Er is bij de G50 gemeenten sprake van een negatieve trend in de ontwikkeling van groen binnen 500 meter van de woning in nieuwbouwwijken. Bij 35 van deze gemeenten is de hoeveelheid groen in de periode 2003-2006 namelijk afgenomen. Ook bij de 8 gemeenten die in 2003 onder het richtgetal van 75 m2 groen binnen 500 meter van de woning zitten is de hoeveelheid groen in deze periode verder afgenomen.

Oorzaken afname openbaar groen

Een afname van de hoeveelheid groen is het gevolg van het bouwen van extra woningen in de omgeving van de nieuwbouwlocatie en/of van het verdwijnen van openbaar groen in de omgeving. Een toename van de hoeveelheid groen per woning is het gevolg van de realisatie van extra openbaar groen.

Ontwikkeling openbaar groen in 'oudere' nieuwbouwwijken

In veel gevallen wordt het openbaar groen pas gerealiseerd nadat de woningen zijn gebouwd en opgeleverd. Om te kijken of de aanleg van groen inderdaad na de realisatie van de wijk plaatsvindt, is gekeken of bij de uitleglocaties uit de periode 2001-2003 in de daaropvolgende periode de hoeveelheid groen per woning is toegenomen. Op deze uitleglocaties is er bij 32 van de G50-gemeenten sprake van een afname van de hoeveelheid groen per woning in de periode 2003-2006. In 2006 ligt bij 13 van de 50 grootste gemeenten de hoeveelheid groen onder de 75 m2 groen per woning. De verwachting dat er in vergelijking met de uitleglocaties uit de periode 2004-2006 in meer gevallen sprake zou zijn van een toename van de hoeveelheid groen komt daarmee niet uit. De ontwikkeling en de hoeveelheid groen is niet beter dan bij de nieuwbouwlocaties uit de periode 2004-2006.

Beleid Nota Ruimte

In de Nota Ruimte is als doelstelling opgenomen om bij uitleglocaties met nieuwbouw een richtgetal van 75 m2 groen per woning te realiseren. Dit richtgetal is in de Nota Ruimte niet verder uitgewerkt. Bij deze indicator is ervoor gekozen om te kijken naar de hoeveelheid openbaar groen (parken, plantsoenen, bos, natuur en dagrecreatieve terreinen) dat binnen een afstand van 500 m van de woning is gelegen.

Relevante doelstellingen Nota Ruimte

Uitvoeringsdoelstellingen:

  • Ruimte voor groengebieden, volkstuinen, sportvoorzieningen en andere recreatievoorzieningen in en om de stad bij nationale stedelijke netwerken; behoud en verbetering balans tussen rood en groen


Operationele doelstellingen:

  • Bereikbare en toegankelijke recreatievoorzieningen in en om de steden


Algemene doelstellingen:

  • Krachtige steden; vitaal platteland

Bronnen

  • Farjon, H., A. Bouwman, S. de Vries (in voorbereiding) Rood en groen in balans? Benchmark groen in en om de stad. Milieu- en Natuurplanbureau, Wageningen.
  • Website LNV 'Groen in en om de stad'

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Beschikbaarheid openbaar groen binnen 500 meter van de woning in nieuwbouwwijken.
Omschrijving
Hoeveelheid openbaar groen binnen 500 meter van de woning voor nieuwbouwwijken uit de periode 2001-2003 en 2004-2006 (eenheid: m2/woning).
Verantwoordelijk instituut
Planbureau voor de Leefomgeving
Berekeningswijze
Met behulp van CBS bodemstatistiek is eerst het openbaar groen geselecteerd uit het bodemgebruik. Onder openbaar groen vallen de parken/plantsoenen, bossen, natuurgebieden en dagrecreatieve terreinen. Vervolgens is het areaal groen vergeleken met het aantal woningen binnen een afstand van 500 meter. Deze afstand wordt gezien als een redelijke afstand voor dagelijks gebruik vanuit de woning (Farjon et al., in voorbereiding). Deze analyse is uitgevoerd voor de locaties met nieuwbouwwoningen in de perioden 2001-2003 en 2004-2006. Voor de afbakening van nieuwbouwlocaties is gebruikgemaakt van een grid (50x50m) met het aantal nieuwbouwwoningen per jaar. Aangezien het om uitleglocaties gaat zijn de woningen in het bestaand stedelijk gebied van 2000 (afbakening van VROM uit 2000) niet meegnomen in de analyse. De afbakening van de gebieden met nieuwbouw in de periode 2004-2006 kan wel deels overlappen met die uit de periode 2001-2003.
Basistabel
CBS-bodemstatistiek
Geografische verdeling
De gegevens zijn beschikbaar op gemeenteniveau
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
Het beleidsdoel in de Nota Ruimte van 75 m2/woning is een richtgetal. Er staat niet bij om welk soort groen het gaat of hoe ver dit van de woning gelegen mag zijn. Bij deze indicator is voor het groen uitgegaan van het openbaar groen. Sportterreinen en volkstuinen worden, vanwege hun beperkte toegankelijkheid, dus niet meegenomen. Ook het agrarisch gebied is niet meegenomen. Voor de afstand is de maat van 500 meter van de woning genomen.
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CLO (2010). Beschikbaarheid openbaar groen binnen 500 meter van de woning in nieuwbouwwijken, 2001-2006 (indicator 2030, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.