Recreatiegebied om de stad

U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.

De indicator 'Recreatiegebied om de stad' is vervallen. Recreatiebeleid is op dit moment geen rijksbeleid meer. Informatie over een aantal facetten van recreatie is te vinden in de volgende dossiers en indicatoren van het Compendium.

Ongeveer tweederde van het beoogde areaal recreatiegebied om de steden is verworven en een derde deel is ook ingericht. Het huidige tempo van verwerving en inrichting is te laag om het doel op tijd te realiseren.

Recreatiegroen om de stad: wat is gerealiseerd?

In het kader van het beleidsprogramma 'Recreatie om de stad' worden extra groengebieden gerealiseerd rond de grote steden. In 2006 was bijna 9.700 ha grootschalig groen verworven en ruim 4.900 ha ingericht. De resterende taakstelling voor 2013 is om ruim 4.800 ha te verwerven en bijna 9.700 ha in te richten.
De realisatie van het regionaal groen is van recenter datum. Een duidelijke trend is nu nog niet te geven, maar in 2007 is ruim 70% verworven (350 ha) en 33% ingericht (160 ha). De resterende taakstelling voor 2010 is om 145 ha te verwerven en 330 ha in te richten.

Worden de doelen gehaald?

De inrichting van het grootschalig groen ligt achter op schema. De verwerving lijkt op schema te liggen, maar de genoemde oppervlakte is inclusief ruilgronden. De gronden die zijn verworven voor recreatie, liggen dus nog niet allemaal op de juiste plaats. De realisatie van het regionaal groen is van recenter datum. Een duidelijke trend is nog niet te geven.
Het ministerie van LNV geeft zelf ook aan dat met het huidige beleid de doelstelling voor 2013 niet gehaald gaat worden (LNV, 2008). De doelrealisatie blijft ten eerste achter doordat er een financieel tekort is ontstaan door gestegen grondprijzen en ten tweede door ruimtelijk/institutionele belemmeringen (PBL, 2009). Het ministerie van LNV zoekt naar oplossingen om de doelstelling toch tijdig te realiseren. Bijvoorbeeld door het opzetten van een impulsprogramma om knelpunten bij groenprojecten op te lossen of door particulier beheer van groengebieden in plaats van het verwerven van die gebieden door de overheid.

Beleid met betrekking tot recreatiegebieden rond steden

Het aanbod aan gebieden voor recreatie is kleiner dan de vraag, vooral in de Randstad. De overheid wil daarom de mogelijkheden voor dagrecreatie rond de stad uitbreiden door extra groengebieden aan te leggen bij de grote steden. Dit programma heet recreatie om de stad (RodS). Daarbij wordt een onderscheid gemaakt in grootschalig en regionaal groen. Het regionaal groen is direct gekoppeld aan de realisatie van nieuwbouwlocaties, zoals Leidsche Rijn bij Utrecht en wordt op kortere termijn gerealiseerd. Bij het grootschalig groen gaat het om 14.563 ha te realiseren in 2013 en bij regionaal groen om 492 ha te realiseren in 2010 (LNV, 2009).
Het RodS programma is onderdeel van het Investeringsbudget Landelijk gebied (ILG). In het kader van ILG zijn afspraken gemaakt tussen het Rijk en de provincies over financiering en taakstellingen voor o.a. RodS en Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Deze afspraken zijn vastgelegd in bestuursovereenkomsten.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Recreatie om de stad
Omschrijving
Aantal hectares verworven en ingericht recreatiegebied en de resterende taakstellingen
Verantwoordelijk instituut
Planbureau voor de Leefomgeving
Berekeningswijze
Cijfers aangeleverd door het ministerie van LNV
Basistabel
-
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versieā€Ž
01

Referentie van deze webpagina

CLO (2009). Recreatiegebied om de stad (indicator 1448, versie 01, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.