Geluidhinder per bron, 1990-2008

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Het deel van de Nederlandse bevolking dat in de woonomgeving hinder ondervindt van geluid door verkeer en/of industrie ligt al ruim tien jaar net boven 40 procent.

Percentage bevolking met geluidhinder verandert weinig

In 2008 gaf 41 procent van de bevolking aan 'last' of 'soms last' te hebben van geluid van verkeer (vlieg-, rail- en/of wegverkeer) en/of industrie of bedrijven. Hierbij zijn personen die van beide bronnen hinder ondervinden maar één keer meegeteld. Het percentage personen dat geluidhinder van wegverkeer ondervindt, is de laatste tien jaar enigszins toegenomen.

TNO-onderzoek

Naast het CBS heeft ook TNO een onderzoek waarin de bevolking naar de mate van geluidhinder wordt geënquêteerd. De bovenstaande geluidhinder-cijfers van het CBS zijn niet zonder meer te vergelijken met de TNO-cijfers over ernstige geluidhinder, omdat ze uit verschillende onderzoeken (met een andere en verschillende definitie van hinder en brongroepen) afkomstig zijn.

Bronnen

Relevante informatie

  • De databank StatLine van het CBS bevat gegevens over geluidhinder, uitgesplitst naar een aantal bevolkingskenmerken (zoals geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, sociaal-economische groep, samenstelling van het huishouden en stedelijkheid van de woongemeente). De publicatie De Nederlandse samenleving 2008 (CBS, 2008) geeft op pagina 181-182 meer informatie over geluidhinder door wegverkeer.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Geluidhinder per bron
Omschrijving
Ontwikkeling van het percentage van de bevolking (personen van 18 jaar en ouder) dat in de woonomgeving last ondervindt van geluid door respectievelijk wegverkeer, vliegverkeer, railverkeer, en industrie.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Berekeningswijze
Voor de periode 1990 tot en met 2004 komen de gegevens uit het Permanent Onderzoek Leefsituatie (POLS) van het CBS. In dit onderzoek werden personen van 18 jaar en ouder geënquêteerd naar een aantal aspecten die betrekking hebben op geluidhinder. Een korte beschrijving van de onderzoeksmethode geeft het artikel Permanent Onderzoek LeefSituatie (POLS), deelmodule Recht en Milieu (REM) inclusief mini Tijdsbestedingsonderzoek (mini-TBO) (CBS, 2005a), en een uitgebreide methodebeschrijving is te vinden in de publicatie Permanent Onderzoek Leefsituatie (CBS, 2005b).
Vanaf 2005 zijn de vragen opgenomen in het CBS-onderzoek Participatie & Milieu (P&M). Respondenten worden vanaf deze datum niet langer gedurende het gehele jaar face-to-face bevraagd, maar telefonisch en alleen in de maanden september t/m november. Door deze wijzigingen zijn in de tijdreeksen methodebreuken opgetreden. De cijfers vanaf 2005 zijn, zowel op populatieniveau als voor mannen en vrouwen afzonderlijk, voor deze methodebreuken gerepareerd. Voor nader informatie hierover zie het artikel Methodebreuken in de tijdreeksen over maatschappelijke participatie en milieugedrag (Brakel, J. van den, J. Roels en H. Swinkels, 2008).
Geografische verdeling
Nederland.
Andere variabelen
Geluidhinder door buren. Tevens zijn er gegevens over alle genoemde aspecten van geluidhinder naar geslacht. Voor de statistiekjaren tot 2005 bestaat er een uitsplitsing naar een aantal andere bevolkingskenmerken, zoals leeftijd, opleidingsniveau, sociaal-economische groep, samenstelling van het huishouden en stedelijkheid van de woongemeente.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks.
Betrouwbaarheidscodering
B (schatting gebaseerd op een groot aantal zeer accurate metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is).

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
14
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2009). Geluidhinder per bron, 1990-2008 (indicator 0293, versie 07, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.