Verzurende stoffen: emissiereducties Nederland en omringende landen, 1990-2002

Emissiereducties in Europa

De emissie van zwaveldioxide (SO₂) in de 15 'oude' landen van de Europese Unie (EU^-15) is in 2002 met ongeveer 65% gedaald ten opzichte van 1990. De emissie van stikstofoxiden (NO_x) van de EU^-15 is in deze periode met ongeveer 30% gedaald. De Nederlandse emissiereducties voor zwaveldioxide en stikstofoxiden zijn praktisch gelijk aan die van de EU^-15. De Nederlandse emissie van ammoniak (NH₃) is met ongeveer 45% gedaald tegen 8% in de EU^-15. De ammoniakemissiedoelstelling van Nederland voor 2010 is echter hoger dan die van de overige vijftien landen van de EU^-15. Voor geen van de stoffen zijn de doelstellingen van 2010 al bereikt.

Beleid

In internationaal verband hebben 31 landen, waaronder alle EU-lidstaten, afspraken gemaakt over emissieplafonds voor 2010 in het zogenaamde Gothenburg Protocol. In de milieuraad van 22 juni 2000 zijn de EU-lidstaten nationale emissieplafonds overeengekomen, de zogenaamde National Emissions Ceilings (NEC) richtlijn.

Relevantie

Genoemde stoffen dragen bij aan verzuring en vermesting van bodem en water. Ook de directe blootstelling aan verzurende stoffen kan leiden tot gezondheidsschade bij mensen en tot schade aan materialen en ecosystemen. Internationale afspraken zijn belangrijk omdat het hier om een grensoverschrijdende luchtverontreiniging gaat.