Taakstellingen en realisaties bij grondverwerving en beheerregelingen

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Per 31 december 2003 is circa de helft van de taakstellingen voor grondverwerving en beheerregelingen van 1995 of eerder gerealiseerd. Nieuwe afspraken na 1995 zijn veelal nog nauwelijks gerealiseerd.

Ontwikkelingen

Diverse rijksnota's bevatten taakstellingen voor het areaal aan nieuwe natuur, verbetering landschapskwaliteit en agrarisch en particulier natuurbeheer. Het beheer van bestaande natuur was in 1990 al geheel gerealiseerd. Taakstellingen over grondverwerving/inrichting en het afsluiten van beheerregelingen voor natuur, bos en landschap uit 1995 en eerder zijn voor 40% tot 55% gerealiseerd. Dat betreft de taakstellingen voor nieuwe natuur (voorheen reservaten en natuurontwikkeling), bestaande natuurterreinen, bos, landschap en recreatie, en agrarisch natuurbeheer.Taakstellingen uit de nota 'Natuur voor mensen, mensen voor natuur' van 2000 zijn nog amper gerealiseerd, waaronder die over de robuuste en ecologische verbindingen, de kwaliteitsimpuls landschap en de natte natuur van de ICES-afspraken. De details over taakstellingen en realisatie staan in de Grondverwerving, inrichting en beheerregelingen: taakstellingen en voortgang; achtergrondinformatie.

Verweving van "Versterking landelijk gebied" en "Ecologische Hoofdstructuur"

In de begroting van LNV en het Jaarverslag worden Versterking landelijk gebied en Realisatie EHS in aparte hoofdstukken beschreven met ieder een eigen beleidsdoelstelling, maatregelen en instrumenten. Maar de scheiding is buiten niet zo strikt als op papier. Veel categorieën die hier beschreven worden dragen bij aan beide doelstellingen. Dat wordt met onderstaande voorbeelden geïllustreerd. Het op het land gelegen deel van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) moet uiteindelijk bestaan uit aaneengesloten natuurgebieden met een gezamenlijke oppervlakte van ongeveer 728.500 hectare. (Hiervan is 6.500 hectare natte natuur. De EHS was overigens in NVM 744.500 ha) Het is niet eenvoudig om de voortgang van de realisatie van de EHS als geheel aan te geven. Sommige ontwikkelingen zijn volledig toe te rekenen aan de EHS. Dat geldt voor 'nieuwe natuur', 'bestaande natuurterreinen' en 'robuuste en ecologische verbindingen'. Maar de ontwikkelingen in categorieën onder 'Versterking landelijk gebied' dragen gedeeltelijk of niet bij aan de EHS.Verder zijn overeenkomsten voor particulier natuurbeheer geheel toe te rekenen aan de EHS; overeenkomsten afgesloten voor agrarisch natuurbeheer vallen echter deels binnen en deels buiten de EHS. Een tweede complicatie bij het toerekenen aan de EHS is dat de hectares van de diverse taakstellingen niet optelbaar zijn, omdat ze elkaar kunnen overlappen. Zo is Recreatie- en staatsbos tevens bedoeld als één van de robuuste verbindingen. Ook veranderen doelstellingen in de tijd. Het onderdeel verwerving van de Kwaliteitsimpuls landschap werd in NVM (2000)wel tot de EHS gerekend, maar nu niet meer.

Beleidsdoelen Versterking landelijk gebied

De taakstelling van Bos en landschap in landinrichting, bosuitbreidingslocaties in landinrichting, recreatie- en staatsbossen dateren uit het Structuurschema Groene Ruimte (SGR) van 1995, net als de Randstadgroenstructuur. Daarbij gaat het deels om recreatief groen. Recent zijn er extra taakstellingen voor overig groen rond steden bijgekomen. Met de nota Belvedère (OC&W,1999) is het beleid voor cultuurhistorie geactualiseerd. Uit het zelfde jaar is de Actualisatie Vierde Nota Ruimtelijke Ordening. Hierin staan de doelstellingen voor het strategisch en regionaal groen.Uit Natuur voor mensen (2000) zijn de volgende categorieën afkomstig: De 'kwaliteitsimpuls landschap' mikt op zowel verbetering van de ecologische als de recreatieve kwaliteit van het landelijk gebied. Het is de bedoeling om 200.000 hectare cultuurlandschap op te knappen door aanleg en herstel van landschapselementen (de groen-blauwe dooradering) in 20.000 hectare Landschapsontwikkelingsplannen, en de Kwaliteitsimpuls stadslandschappen van 10.000 ha. In 1996 is een experiment gestart gericht op wintergasten (ganzen-gedoogovereenkomsten) met 20.000 ha als taakstelling voor buiten de EHS, te realiseren in 2018.

Beleidsdoelen EHS

Om de EHS te realiseren wordt grond aangekocht, ingericht en overgedragen aan terreinbeheerders. Daarnaast worden voor de EHS beheerregelingen afgesloten op gronden die niet worden verworven. De grondverwervingstaakstelling voor 'nieuwe natuur' is 112.099 hectare. 'Nieuwe natuur' omvat zowel reservaatgebieden als natuurontwikkelingsgebieden. De taakstelling voor agrarisch natuurbeheer is 117.685 ha. Beide doelstellingen vinden hun oorsprong in de Relatienota (CRM 1975) Via particulier natuurbeheer zal 42.255 ha worden gerealiseerd (oorsprong Regeerakkoord 1998). Met 'Afronding bestaand natuurterrein' zijn de 36.000 hectare van de zogenaamde afrondingsaankopen van natuurgebieden bedoeld. De taakstelling daarvoor komt uit de Relatienota van 1975. Daarnaast wordt het beheer van de bestaande natuur onderscheiden. Het gaat hier om 453.500 hectare. Deze natuur bestond al in 1990 bij het uitbrengen van het Natuurbeleidsplan.Verder is er een recente taakstelling van 16.416 hectare voor robuuste en ecologische verbindingszones. Het doel hiervan is de vergroting van de ecologische samenhang van de EHS. De 'natte natuur' betreft recente afspraken voor de realisatie van extra nieuwe natuur in de Zuid-Hollandse delta, het IJsselmeer en in Noord-Nederland met behulp van ICES-gelden. De gebruikte terminologie is dezelfde als in de beleidsdocumenten gehanteerd wordt. Nadere toelichting staat in de Grondverwerving, inrichting en beheerregelingen: taakstellingen en voortgang; achtergrondinformatie.

Bronnen

  • DLG (diverse jaren). Structuurschema Groene Ruimte. Voortgangsrapportage 2000, 2001 en 2002. Dienst Landelijk gebied, Utrecht.
  • Groffen, A.G. & P.A.A.M. Lamberigts (2003) Beleidsmonitor Belvedere 2003.Beleidsevaluatie. Royal Haskoning, Nijmegen.
  • LNV (1990). Natuurbeleidsplan. Regeringsbeslissing. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Den Haag.
  • LNV (1995). Structuurschema Groene Ruimte: het landelijk gebied de moeite waard. Deel 4: Planologische Kernbeslissing. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Den Haag.
  • LNV (2000). Nota Natuur voor Mensen, Mensen voor Natuur. Nota Natuur, Bos en Landschap in de 21e eeuw. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Den Haag.
  • LNV (2000). Brief van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aan de Tweede Kamer, 3-11-2000. Middelen natuurbeheer. Den Haag.
  • LNV (2002). Brief van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aan de Tweede Kamer, 9-10-2002. Ombuigingen op budget natuuraankopen n.a.v. Strategisch Akkoord. Den Haag.
  • LNV (2003). Brief van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit aan de Tweede Kamer, 16-09-2003. Uitgavenintensiveringen EHS en reconstructie. Den Haag.
  • LNV (2003). Voortgang kwantitatieve taakstellingen beleidscategorieën per 1 januari 2003. d.d. 24 juni 2003
  • LNV (2003). Brief van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit aan de Tweede Kamer , 24-10-2003. Toegezegde informatie in het begrotingsonderzoek. Den Haag.
  • LNV (2003). Vitaal en Samen LNV-beleidsprogramma 2004-2007. Den Haag.
  • LNV (2003). Rijksbegroting Landbouw, Natuurbeheer en Visserij 2003. SDU Den Haag.
  • LNV (2004). Agenda voor een Vitaal Platteland en het Meerjarenprogramma Vitaal Platteland. Den Haag.
  • LNV (2004). Voortgang realisatie operationele doelen LNV per 1 januari 2004. d.d. 19 maart, 1 april, 26 mei, 18 juni en 22 juli 2004
  • LNV (2004). Jaarverslag van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. SDU Den Haag.
  • LNV (2004). Rijksbegroting Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit 2004. SDU Den Haag.
  • Laser, 2002. Besluit ontwikkeling van landschappen. Laser, Roermond
  • Landschapsbeheer Nederland (2002) Landschapsontwikkelingsplan. Een handleiding voor het laten opstellen van een landschapsontwikkelingsplan. Landschapsbeheer Nederland.
  • MNP (2003 en 2004) Natuurbalans 2003 en 2004. Milieu- en Natuurplanbureau, Bilthoven.
  • MNP (2004) . Beleidsevaluatie natuur. Achtergrond document bij Natuurbalans 2004. Milieu- en Natuurplanbureau, Bilthoven.
  • Smaal, P.A., & A. Soepboer, 2001. Werk in uitvoering. Monitoring Belvedère. Novioconsult, Nijmegen
  • V&W (1989). Derde Nota Waterhuishouding; water voor nu en later. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Den Haag.
  • VROM (1999). Actualisatie van de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, Den Haag.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
Het overzicht van de taakstellingen voor grondverwerving/inrichting en het afsluiten van beheerregelingen is samengesteld op grond van het SGR (1995), de nota 'Natuur voor mensen, mensen voor natuur' (2000), Jaarverslagen en begrotingen van LNV en de briefwisseling met de Tweede Kamer. Deze bronnen zijn niet altijd geheel met elkaar in overeenstemming. De meeste recente taakstelling is gebruikt.Een enkele kanttekening over de data is op zijn plaats. Er is geen eenduidige meting van de beleidsprestaties; de cijfers in de begroting van het Ministerie van LNV zijn niet geheel in overeenstemming met de door DLG/LASER gerapporteerde cijfers. In deze indicator is de DLG/LASER-systematiek gevolgd tot en met 2002. Voor 2003 zijn de cijfers van LNV afkomstig. LNV noemt verschillen in definities als een verklaring voor discrepanties. Het gebrek aan transparantie in de beleidsinformatie maakt het niet alleen moeilijk om de trends op hoofdlijnen weer te geven, maar ook om onzekerheidsmarges goed te kunnen duiden.Bij grondverwerving houdt de term 'realisatie' in dat gronden zijn ingericht; bij beheerregelingen houdt realisatie in dat deze voor de betreffende gronden zijn afgesloten.Een uitgebreide toelichting op de afbakening en interpretatie van de verschillende taakstellingen geeft de achtergrondinformatie
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CLO (2005). Taakstellingen en realisaties bij grondverwerving en beheerregelingen (indicator 1296, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.