Trekvissen: fint in de Westerschelde
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
De fint is een trekvis die aan het begin van de vorige eeuw uit Nederland is verdwenen. Na verbetering van de waterkwaliteit zwemmen er sinds de negentiger jaren weer finten door de Westerschelde.
Ontwikkeling tot 1930
De fint is een haringachtige vis die het grootste deel van zijn leven doorbrengt in zee, maar de estuaria en rivieren optrekt om te paaien. De voortplanting gebeurt in de hoofdstroom van de rivier, op de grens van zoet en brak water. Vroeger gebeurde dit onder meer op de zandplaten bij de monding van de zijrivieren van de Schelde (Rupel en de Dender). In de 16e en 17e eeuw werd er intensief gevist op de fint, niet alleen in de Westerschelde, maar ook in andere Nederlandse rivieren.Sinds het begin van de 20e eeuw is de fintpopulatie sterk achteruitgegaan. Dit werd veroorzaakt door de verslechtering van de waterkwaliteit en het verlies van grote zandplaten voor het paaien. Men neemt aan dat de fint in de jaren dertig van de 20e eeuw uit de Schelde is verdwenen.
Ontwikkeling vanaf 1990
Sinds de jaren negentig worden er weer finten aangetroffen in de Schelde, zoals naar voren komt uit vangsten in een fuik in de Westerschelde bij Bath en in het koelwater van de kerncentrale van Doel (zie de grafiek). Waarschijnlijk is de soort teruggekeerd door de verbetering van de waterkwaliteit. Tot 1999 nam het aantal gevangen finten toe. Daarna daalde het aantal, maar in 2002 zijn weer flinke aantallen finten gevangen. De precieze oorzaak van de sterke daling in 2000 en 2001 is niet zeker, maar het is bekend dat het aantal jonge finten van nature sterke schommelingen vertoont. In de jaren met lage vangsten kon worden vastgesteld dat de doortrekpiek in mei korter duurde, maar sterker was dan in voorgaande jaren. Een dergelijke piek kan met de gebruikte vangstmethode niet goed bemonsterd worden. Mogelijk is het aantal in zulke jaren dus onderschat. Ondanks de toename van de fint is het onwaarschijnlijk dat de fint zich in de Schelde kan voortplanten, aangezien nog geen geschikte paaigronden aanwezig zijn.De fint is een soort van de Rode Lijst van zoetwatervissen.
Bronnen
- Maes, J. (2001). Stijgende aantallen Finten in de Westerschelde. De Levende Natuur, 102: 87.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Opmerking
- De grafiek betreft het totaal aantal gevangen finten per jaar in één fuik ter hoogte van de bocht van Bath en het jaarlijks aantal aangetroffen finten in het koelwater van de kerncentrale van Doel in België. In fuiken worden vrijwel uitsluitend volwassen finten gevangen, terwijl in het ingezogen koelwater alleen eenjarige individuen worden aangetroffen. De tellingen in het koelwater zijn na 2001 niet meer verricht. Er zijn geen gegevens over fuikvangsten uit 2000 beschikbaar. De gegevens komen van het Laboratorium voor Aquatische Ecologie in Leuven.
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2002). Trekvissen: fint in de Westerschelde (indicator 1224, versie 02, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.