Biologische waterkwaliteit KRW, 2021

De meeste waterlichamen voldoen niet aan de gewenste biologische kwaliteit volgens de KRW-beoordeling. De biologische kwaliteit wordt beoordeeld op basis van het voorkomen van algen, waterplanten, vissen en macrofauna.

Biologische waterkwaliteit onvoldoende

De biologische kwaliteit van het oppervlaktewater is in 103 van de 741 waterlichamen goed. In alle andere waterlichamen is de biologische kwaliteit onvoldoende. Voor de ecologische toestand is de biologische kwaliteit het belangrijkste onderdeel van de kwaliteitsbeoordeling in de KRW. Deze resultaten zijn gebaseerd op de Nederlandse rapportage aan de EU. De eerste rapportage was in 2009. In de stroomgebiedbeheerplannen voor de KRW hebben het rijk, de waterschappen, provincies en gemeenten aangegeven welke maatregelen zij gaan treffen om de kwaliteit van het water te verbeteren. Zie voor meer informatie over de KRW

Biologische waterkwaliteit verbetert langzaam

De biologische waterkwaliteit verbetert langzaam. 14% van de waterlichamen heeft nu een goede kwaliteit, dat was in de eerste KRW-rapportage in 2009 3%. Doordat sindsdien sommige beoordelingsmethoden zijn aangepast, is het onzeker in hoeverre de toename van het percentage waterlichamen met een goede kwaliteit kan worden toegeschreven aan een verbetering van de waterkwaliteit.
Uit langdurige trendreeksen van de kwaliteit van macrofauna en waterplanten blijkt dat in de laatste 30 jaar de kwaliteit gemiddeld met 0,07 (op een schaal van 0 tot 1) is verbeterd.

Belangrijke oorzaken

De belangrijkste oorzaken voor de matige tot slechte biologische kwaliteit van het Nederlandse oppervlaktewater zijn:

  • vermesting met de nutriënten stikstof en fosfor. Deze zorgen voor algengroei in stilstaande wateren.
  • een onnatuurlijke inrichting van het water. De meeste beken zijn in de afgelopen eeuw recht getrokken en hebben een strakke oever met weinig natuurlijke habitats voor planten en dieren, terwijl slechts een klein deel van de beken meandert. De meeste meren en kanalen hebben een harde oever van steen, waardoor het oeverecosysteem nauwelijks tot ontwikkeling komt. Het waterpeil is meestal een vastgesteld peil, wat de natuurlijke dynamiek beperkt.
  • versnippering door de aanwezigheid van gemalen en stuwen. Vissen kunnen nauwelijks migreren. Vispassages worden aangelegd om dit te verbeteren.
  • bestrijdingsmiddelen zorgen voor sterfte, vooral door piekbelasting kan een grote sterfte van macrofauna optreden.
  • De effecten van vermesting van het oppervlaktewater komen het beste tot uiting in de maatlat voor algen. De inrichting en het beheer van het water zijn het sterkst gekoppeld aan de beoordeling van macrofauna en vissen.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Biologische kwaliteit van het oppervlaktewater in de KRW
Omschrijving
De beoordeling van de biologische kwaliteit van de KRW voor het Nederlandse oppervlaktewater.
Verantwoordelijk instituut
PBL, auteur Peter van Puijenbroek
Berekeningswijze
De beoordeling is onderdeel van de KRW evaluatie, zoals vastgelegd door de Europese Commissie. EC (2000). Directive 2000/60/EC of the European Parliament and of the Council establishing a framework for community action in the field of water policy. Brussels, European Community.Per waterlichaam is de beoordeling uitgevoerd.
Basistabel
Beoordeling van de waterlichamen voor alle maatlatten. Gegevens afkomstig van http://www.waterkwaliteitsportaal.nl/, data mei 2022. De beoordelingen hebben betrekking op de meetperiode 2018-2021
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
6 jaarlijks. In 2027 is de volgende en laatste rapportage aan de EU gepland.
Achtergrondliteratuur
Gaalen, F. W. van et al. (2016), Waterkwaliteit nu en in de toekomst. Eindrapportage ex ante evaluatie van de Nederlandse plannen voor de Kaderrichtlijn Water, Den Haag: PBL.Puijenbroek, P. J. T. M. van, P. Cleij, and H. Visser. 2014. Aggregated indices for trends in eutrophication of different types of fresh water in the Netherlands. Ecological Indicators 36:456-462.Puijenbroek, P. J. T. M. van, C. H. M. Evers, and F. W. van Gaalen. 2015. Evaluation of Water Framework Directive metrics to analyse trends in water quality in the Netherlands. Sustainability of Water Quality and Ecology 6:40-47.Puijenbroek, P. van (2014), De kwaliteit van het Nederlandse oppervlaktewater beoordeeld volgens de Kaderrichtlijn Water (KRW), PBL, Den Haag.
Betrouwbaarheidscodering
Dit betreft de rapportage aan de EU van de Stroomgebiedbeheerplannen.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
05
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CLO (2022). Biologische waterkwaliteit KRW, 2021 (indicator 1420, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.