Hamster, 1999-2020

Het uitsterven van de wilde hamster, ook wel bekend onder de naam korenwolf, in Nederland, leek eind jaren negentig van de vorige eeuw onontkoombaar. Sinds 2002 worden hamsters uitgezet in het wild. Deze herintroductie is succesvol, hoewel het aantal hamsters in 2008 plotseling sterk afnam. Tot 2016 leek het totaal aantal hamsters zich te stabiliseren. Daarna is er weer een flinke afname opgetreden, waarbij inmiddels een kritische grens is bereikt. Het jaarlijks bijzetten van dieren uit het fokprogramma blijft nog steeds noodzakelijk. Op de internationale IUCN Red List of Threatened Species is de status van de hamster in 2020 veranderd van "least concern" naar "critically endangered". Ook in Nederland staat de hamster nog steeds op de Rode lijst.

Cultuurvolger

De wilde hamster komt van nature voor in steppegebieden in Oost-Europa. De soort heeft in het verleden een overstap gemaakt naar voedselbronnen als graan en luzerne en is een cultuurvolger geworden. In de afgelopen eeuwen heeft de hamster, in navolging van de uitbreiding van de landbouw, zijn areaal in Europa uitgebreid tot in Nederland. In veel Europese landen is de soort aan het einde van de 20e eeuw sterk achteruitgegaan. In 1999 was de hamster in ons land al nagenoeg uitgestorven.
De intensieve en economisch gestuurde landbouw biedt geen leefgebied meer voor de hamster. Dankzij het herintroductieprogramma en een soortbeschermingsplan kan de hamster in diverse leefgebieden in Zuid-Limburg nog worden behouden. Hiervoor is specifiek, op de soort toegesneden, agrarisch beheer van akkers noodzakelijk.

Hamstervriendelijk beheer van akkers

De hamster is specifiek gebonden aan akkers op löss- en leemgronden. De akkers leveren voedsel en dekking; de lössgronden bieden voldoende stevigheid om een burcht te graven. Het specifieke hamsterbeheer van een akker bestaat uit het telen van luzerne en granen die slechts gedeeltelijk of aangepast worden geoogst. Op hamstervriendelijk beheerde akkers blijft de dekking tot eind oktober aanwezig. Hierdoor kunnen hamstervrouwtjes per jaar meerdere worpen krijgen. Dit is noodzakelijk om de hoge jaarlijkse sterfte als gevolg van predatie voldoende te compenseren. Op regulier beheerde akkers met graan kunnen hamsters nauwelijks één worp jongen groot brengen. Van 2015 - 2017 is een experiment uitgevoerd met graanpercelen die hamstervriendelijk worden beheerd maar waarbij wel een normale oogst mogelijk is. Dit experimentele beheer is vanaf 2018 als pakket onderdeel van het agrarisch natuurbeheer (ANLb). Alleen op deze manier met aangepast oogsten is de noodzakelijke uitbreiding van het areaal hamstervriendelijke (graan)percelen in de nabije toekomst nog mogelijk.

Populatiefluctuaties

In de jaren veertig van de vorige eeuw werd de hamster op de Limburgse akkers nog als een plaagdier gezien. Sinds 1970 nam de hamster echter sterk in aantal en verspreiding af. Na 1997 werd de hamster alleen nog regelmatig bij Heer (gemeente Maastricht) gesignaleerd, waar de soort uiteindelijk in 2002 voor het laatst werd waargenomen. In hetzelfde jaar werd gestart met een herintroductie via een fokprogramma in het akkerreservaat Sibbe. In opeenvolgende jaren zijn hamsters uitgezet in Amby (2003), Heer (2004), Sittard (2005), Puth (2006), Koningsbosch (2006), Wittem (2007), in de verbindingszone Wittem-Duitsland (2008) en in Jabeek (2010). Ook daarna worden nog jaarlijks rond 100 hamsters uitgezet op bovengenoemde plaatsen waar hij weer dreigt te verdwijnen. Sinds de eerste herintroductie in 2002 is de soort zes jaar lang sterk in aantal toegenomen. In 2008 echter nam de omvang van de populaties in alle leefgebieden met meer dan 60% af. De jaren 2006 en 2007 waren beide gunstig voor de hamster, met een droog voorjaar en een lange natte zomer waardoor de reguliere oogst weken later was en er meer worpen mogelijk waren. Het natte en koele weer in het voorjaar van 2008 zou een belangrijke oorzaak kunnen zijn geweest van de grote sterfte in dat jaar. De laatste jaren nemen de aantallen in de leefgebiedenclusters Amby-Heer-Sibbe en Wittem-Heerlen gestaag verder af. In het cluster Sittard-Puth-Jabeek is de afname geringer. Als prooidier profiteert de hamster van jaren met hoge aantallen muizen. In 2014 was dat voor het laatst het geval. Het aantal burchten nam flink toe hoewel dat geen uitbreiding van het areaal tot gevolg had. Het voorjaar van 2016 was dermate nat door de vele slagregens tot begin juli dat veel worpen met jonge hamsters zijn verdronken. De halvering van het vastgestelde aantal burchten in 2017 illustreert dit duidelijk. Er worden nog steeds heel gericht hamsters uit het fokprogramma bijgeplaatst met een zo breed mogelijke genetische basis om de kleine populaties te ondersteunen zodat deze zich kunnen uitbreiden.

Gevarenzone

Na een succesvolle start met het herintroductieprogramma voor de hamster in Nederland van 2002 tot 2008 is de populatie daarna weer langzaam maar zeker afgenomen met een extra achteruitgang na 2016. Daarmee verkeert de soort opnieuw in de gevarenzone. Voor een duurzame populatie zijn naar schatting per leefgebiedencluster circa 500 hamsters nodig, een aantal dat tot nu toe slechts in één cluster (Sittard-Puth-Jabeek) in 2010 bijna werd gehaald. Het wordt steeds duidelijker dat voor het behoud van de hamster binnen de bestaande clusters meer geschikt habitat noodzakelijk is. Ook in het buitenland in vrijwel het gehele verspreidingsgebied van de hamster blijft de soort zeer hard achteruit gaan. Inmiddels zijn er fokprogramma's in België, Duitsland (meerdere locaties), Frankrijk, Polen en Oekraïne. Er zal meer onderzoek nodig zijn om te achterhalen welke combinatie van oorzaken de achteruitgang van de hamster veroorzaakt. In 2020 rondde M. La Haye zijn proefschrift over de herintroductie van de hamster in Nederland af. Daarin worden perspectieven geschetst voor het behoud van de hamster.

Samenwerking

In België en aangrenzend Duitsland is de hamster vrijwel verdwenen. In 2018 zijn er in Nordrhein-Westfalen in het laatste gebied waar nog een wilde populatie voorkwam geen hamsters meer aangetroffen. In Vlaanderen is er nog één locatie met enkele hamsters. Hier zijn in 2007 en 2008 hamsters uit het fokprogramma bijgeplaatst. Op vier andere plaatsen (twee locaties in Nordrhein-Westfalen en twee locaties in België) waar tot enkele jaren geleden nog hamsters voorkwamen, zijn sinds begin 2012 geen burchten meer aangetroffen. In Nordrhein-Westfalen zijn nu alleen nog maar hamsters bekend in de gebieden die grenzen aan de Nederlandse hamstergebieden. Door actief samen te werken, wordt getracht ook in deze landen de hamster te behouden.

Tot 2016 is een aantal wilde hamsters uit Vlaanderen en Nordrhein-Westfalen aan het fokprogramma in Nederland toegevoegd, waardoor de genetische variatie in het fokprogramma flink kon worden vergroot. Zowel Vlaanderen als Nordrhein-Westfalen hebben inmiddels ook een fokprogramma. Uit alle gebieden waar de hamster inmiddels is verdwenen, is genetisch materiaal aanwezig in het fokprogramma in GaiaZOO in Kerkrade. Als positief resultaat is het aantal jongen per worp in het fokprogramma met gemiddeld 15% toegenomen. De twee Vlaamse hamsterpopulaties zijn in 2007 en 2008 versterkt met hamsters uit Nederland, waardoor de populatie toen flink is toegenomen van minder dan 15 naar meer dan 50 burchten per leefgebied. Recentelijk zijn de aantallen echter weer flink afgenomen.In 2019 en 2020 zijn in zowel Nordrhein-Westfalen als België op plaatsen waar eerder hamsters voorkwamen of bijna waren verdwenen weer dieren op hamstervriendelijke beheerde akkers uitgezet.
Referenties

Bronnen

  • Bakker, T.J. & B.P.M. van Noorden (2008). Jaarverslag hamsterbescherming 2007. Rapport Provincie Limburg, afdeling Landelijk Gebied, Maastricht.
  • Broekhuizen, S., B. Hoekstra, V. van Laar, C. Smeenk en J.B.M. Thissen (1992). Atlas van de Nederlandse Zoogdieren. Stichting Uitgeverij Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging. Utrecht.
  • Don, H. & B.P.M. van Noorden (2013) Monitoringsrapport Hamsterbeheer SNLL 2009-2011, Provincie Limburg, Maastricht
  • Kuiters A.T., M.J.J. La Haye, G.J.D.M. Müskens & R.J.M. van Kats (2007) Survival analysis to predict the predation risk of the common hamster (Cricetus cricetus) in The Netherlands. Poster presented at the Vth European Congress of Mammalogy, Siena, Italy; 21-26 September 2007.
  • Kuiters, A.T, M.J.J. La Haye, G.J.D.M. Müskens & R.J.M. van Kats (2010). Perspectieven voor een duurzame bescherming van de hamster in Nederland. Alterra-rapport 2022, Wageningen; 80 p.
  • La Haye, M., T. Bakker & B. van Noorden (2006). Het gaat goed met de korenwolf! Zoogdier 17(1): 7-10. Tijdschrift Zoogdiervereniging VZZ, Arnhem.
  • La Haye, M.J.J., G.J.D.M. Müskens & R.J.M. van Kats. (2008). Is de hamster gebaat bij bejaging van de vos? De Levende Natuur,109 (5): 187-191.
  • La Haye, M.J.J. (2020). The common hamster in the Netherlands -from pest species to icon of a biodiverse agricultural landscape. Ph.D. Thesis, Radboud University Nijmegen, the Netherlands
  • LNV (1999). Beschermingsplan hamster 2000-2004. Directie Natuurbeheer. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Wageningen.
  • Mourik, W.R. van (1962). De hamster, Cricetus cricetus (L.), in Nederland. R.I.V.O.N.-rapport, Bilthoven.
  • Müskens, G.J.D.M., M.J.J. La Haye, R.J.M. van Kats, R. Schrijver, H.W. Elbersen, R. Heldens & A.T. Kuiters. 2019. Hamster op eigen benen; Ervaringen met alternatieve beheerpakketten 2015-2018. Wageningen, Wageningen Environmental Research, Rapport 2962; 101 blz.; 35 fig.; 9 tab.; 31 ref.
  • Nechay, G. (2000). Status of hamsters: Cricetus cricetus, Cricetus migratorius, Mesocricetus newtoni and other hamster species in Europe. Nature and Environment Series, no. 106. Council of Europe Publishing, Strasbourg.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Verspreiding hamster ten opzichte van plaats van uitzetten
Omschrijving
Jaarlijkse verspreiding hamster op basis van km-hokken (sinds start herintroducties in 2002)
Verantwoordelijk instituut
Wageningen Environmental Research (Edgar van der Grift)
Berekeningswijze
Aan/afwezigheid burchten in een km-hok
Basistabel
NMcompendium-hamster-2019.xls
Geografische verdeling
Zuid-Limburg
Andere variabelen
geen
Verschijningsfrequentie
jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Bakker, T.J. & B.P.M. van Noorden (2008). Jaarverslag hamsterbescherming 2007. Rapport Provincie Limburg, afdeling Landelijk Gebied, Maastricht.
Don, H. & B.P.M. van Noorden (2013) Monitoringsrapport Hamsterbeheer SNLL 2009-2011, Provincie Limburg, Maastricht
Kuiters, A.T, M.J.J. La Haye, G.J.D.M. Müskens & R.J.M. van Kats (2010). Perspectieven voor een duurzame bescherming van de hamster in Nederland. Alterra-rapport 2022, Wageningen.
Provincie Limburg - Hamster op eigen benenMüskens, G.J.D.M., M.J.J. La Haye, R.J.M. van Kats, R. Schrijver, H.W. Elbersen, R. Heldens & A.T. Kuiters. 2019. Hamster op eigen benen; Ervaringen met alternatieve beheerpakketten 2015-2018. Wageningen, Wageningen Environmental Research, Rapport 2962;
Opmerking
Aanwezigheid van hamsterburchten is gebaseerd op de gegevens van de onderzoekers van Wageningen Environmental Research/Radboud Universiteit Nijmegen, gecombineerd met de jaarlijkse monitoring van de Provincie Limburg.
Betrouwbaarheidscodering
B. Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
10
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CLO (2021). Hamster, 1999-2020 (indicator 1073, versie 10, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.