Beschermde stads- en dorpsgezichten en wederopbouwgebieden, 1965-2015

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Vanaf de inwerkingtreding van de Monumentenwet in 1961 tot eind 2015 zijn 468 beschermde stads- en dorpsgezichten aangewezen, 11 meer dan in 2013. In deze periode zijn 3 beschermde stads- en dorpsgezichten ingetrokken, voor het laatst in 1997.
Voorts zijn in het kader van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte 30 'wederopbouwgebieden' van nationaal belang geselecteerd, die gezamenlijk de maatschappelijke dynamiek van de Wederopbouw van ons land na de Tweede Wereldoorlog verbeelden.

Veel aanwijzingen stads- en dorpsgezichten in steden, minder in landelijk gebied

Vanaf de inwerkingtreding van de Monumentenwet in 1961 tot eind 2015 zijn 468 beschermde stads- en dorpsgezichten aangewezen. In deze periode zijn 3 beschermde stads- en dorpsgezichten ingetrokken, voor het laatst in 1997. De provincie Zuid-Holland heeft met 65 de meeste beschermde gezichten, gevolgd door Frysland en Noord-Holland met 50. Vanwege haar jonge geschiedenis kent de provincie Flevoland maar één rijks gezicht.

Van alle gemeenten heeft Sudwest Fryslân met 17 de meeste beschermde gezichten, gevolgd door Den Haag met 15, Rotterdam met 9 en Stichtse Vecht ook met 9. Groningen en Leeuwarden hebben er elk 8 en Arnhem, Westerveld en Loppersum 7. Amsterdam heeft er 6, zij het dat enkele daarvan van aanzienlijke omvang zijn.

Landelijke gebieden met alleen natuurwaarden of landschappelijke kwaliteiten kunnen niet beschermd worden als gezicht. Wel kunnen landelijke gebieden er onderdeel van uitmaken wanneer er een duidelijke historisch-functionele en visuele relatie is met een bebouwingskern of bebouwingspatroon. Zo zijn de schootsvelden ten zuiden van de vestingstad Den Bosch onderdeel van het beschermde stadsgezicht, en is het polderlandschap van het molencomplex Kinderdijk-Elshout een beschermd dorpsgezicht.

Inventarisatie in jaren tachtig en negentig

In de periode voor de jaren '80 lag het accent vooral op de beeldkwaliteit van de gezichten. In de jaren tachtig werd de structuur meer en meer richtinggevend en werd behalve naar beeldkwaliteit ook gekeken naar opzet en typologie van een dorp, stad of stadsdeel. De verschuiving van beeld naar structuur heeft zijn doorwerking gehad in de definitie van het begrip stads- en dorpsgezichten in de herziene Monumentenwet 1988.

In de jaren negentig is begonnen met de inventarisatie van potentiële beschermde gezichten uit de bouwperiode 1850-1940. Een selectie hiervan is sinds 1991 aangewezen als beschermd gezicht. In het piekjaar 1991 zijn 76 beschermde gezichten aangewezen. In plaats van historisch gegroeide stads- en dorpskernen werden nu ook volledig ontworpen gebieden en bijzondere cultuurlandschappelijke ensembles zoals de landgoederenzone in Wassenaar en de militaire zone Grebbelinie beschermd.

Wederopbouwgebieden

Tot de kenmerkende stads- en dorpsgezichten van nationaal belang behoren voorts de 30 zogeheten 'Wederopbouwgebieden', die zijn geselecteerd in het kader van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Deze gebieden zijn onderverdeeld naar wederopbouwkernen, naoorlogse woonwijken en landelijke gebieden. De kernkwaliteiten van deze gebieden zijn toegelicht in de Visie Erfgoed en Ruimte.
Informatie over de staat is nog niet beschikbaar, maar wordt te zijner tijd toegevoegd aan deze indicator.

Beleidsdoelstellingen Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Deze indicator verwijst naar de volgende doelen en nationale belangen:

  • Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuur-historische waarden behouden zijn (leefbaar en veilig)
  • Nationaal belang 10: Ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuur-historische en natuurlijke kwaliteiten

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Beschermde stads- en dorpsgezichten
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE)
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
A. Integrale waarneming.

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CLO (2016). Beschermde stads- en dorpsgezichten en wederopbouwgebieden, 1965-2015 (indicator 2170, versie 02, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.