Hobbyboeren, 2011
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
In 2011 was 28% van alle land- en tuinbouwbedrijven in Nederland klein, dat wil zeggen een omvang tussen de 3.000 en 25.000 euro SO (Standaardopbrengst). Bij deze omvang spreekt men ook wel van hobbyboeren.
Onvoldoende opbrengsten om van te bestaan
De ondernemers op kleine boerenbedrijven hebben onvoldoende landbouwactiviteiten om van te kunnen bestaan. Deze kleine boeren opereren doorgaans hobbymatig of zetten stappen in de richting van bedrijfsbeëindiging. Het gaat vooral om oudere ondernemers en ondernemers die naast hun landbouwactiviteiten er een andere inkomstenbron bij hebben. Zo ontvangt een vijfde van deze hobbyboeren AOW.
Veel hobbyboeren in bijna alle provincies
Het aandeel kleine boeren is het laagst in de provincie Flevoland (5%). Het op een na laagste aandeel had de provincie Zuid-Holland (21%). Het hoogste aandeel kleine boeren is te vinden in de provincies Overijssel (34%), Gelderland (34%) en Drenthe (32%).
Grondgebruik en economische omvang
Het hoogste aandeel landbouwgrond in gebruik bij hobbyboeren hebben de provincies Gelderland (11%), Overijssel (10%), Noord-Brabant (9%) en Limburg (9%). De hobbyboeren hebben 7% van de landbouwgrond in gebruik en zijn verantwoordelijk voor circa 1% van de Standaardopbrengst van de Nederlandse landbouw.
Veel grasland, schapen en paarden
In 2011 werd door de kleine boerenbedrijven 126.000 hectare landbouwgrond gebruikt. Dit was voor een belangrijk deel grasland (67%). Verder verbouwden de hobbyboeren groenvoedergewassen (17%) en akkerbouwgewassen (16%). Hobbyboeren zijn nauwelijks actief in de tuinbouw. Op de kleine boerenbedrijven lopen naar verhouding veel schapen en paarden rond. In 2011 ging het om 28% van alle schapen en 47% van alle paarden op Nederlandse landbouwbedrijven.
Bronnen
- LEI / Wageningen UR (2010). SO en NSO typering. LEI / Wageningen UR, Den Haag.
- CBS (2012). StatLine: Landbouw; economische omvang naar omvangsklasse, hoofdbedrijfstype, regio. CBS, Den Haag.
Relevante informatie
- Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven, 2000-2023
- Meer informatie over land- en tuinbouwbedrijven is te vinden in de database Statline van het CBS.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Hobbyboeren, 2011
- Omschrijving
- Vanaf 2010 is de Standaardopbrengst (SO) in gebruik als criterium om de omvang en specialisatiegraad vast te stellen. De definitie van de SO is afgeleid van die van de Standard Output die vanaf dat jaar in Europese statistieken wordt gebruikt. De SO-norm is een gestandaardiseerde opbrengst per ha of per dier die met het gewas of de diercategorie gemiddeld op jaarbasis wordt behaald. Bedrijfstoeslagen en subsidies zijn niet in de opbrengst opgenomen. Ook voor biologische productiemethoden zijn geen aparte normen opgesteld. De SO wordt uitgedrukt in euro.Voor elke productie-eenheid die (duurzaam) bij de Landbouwtelling wordt gevraagd, is een norm per eenheid bepaald. De totale bedrijfsomvang van een bedrijf wordt berekend als sommatie van de totale SO van alle gewassen en dieren. De opbrengst van de jonge dieren (kalveren, biggen, lammeren, geitjes) is bij de moederdieren meegenomen. Ook gewassen die op het eigen bedrijf worden gebruikt, zoals grasland en snijmaïs, worden in de SO meegenomen.Zie voor meer informatie LEI / Wageningen UR: SO en NSO typering.Aandeel hobbyboeren t.o.v. totaal aantal agrarische ondernemers per gemeente in kaart gebracht.Aandeel cultuurgrond in gebruik bij hobbyboeren t.o.v. de totale hoeveelheid cultuurgrond in gebruik bij agrarische ondernemers per gemeente in kaart gebracht.
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
- Berekeningswijze
- Zie CBS-Landbouwtelling voor algemene informatie.Hobbyboeren zijn alle agrarische ondernemers binnen de populatie van de Landbouwtelling, die aan het hoofd staan van een bedrijf met een Standaardopbrengst van 3.000 tot 25.000 euro.De SO (Standaardopbrengst) is een maat voor de economische omvang van agrarische activiteiten. Een economische omvang van 25.000 euro SO staat dan gelijk aan het telen van 3 hectare pootaardappelen op kleigrond of het houden van 10 melkkoeien of 36 paarden. In 2011 was de gemiddelde economische omvang van de kleine bedrijven gelijk aan 10.600 euro SO.
- Geografische verdeling
- Nederland, provincies
- Andere variabelen
- -
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks. De teeltoppervlaktes van de (geplande) gewassen hebben als peildatum 15 mei van het referentiejaar. Andere gegevens hebben als peildatum 1 april van het referentiejaar.
- Achtergrondliteratuur
- Zie voor de methodenbeschrijving de tabeltoelichting van de landbouwtellingstabellen op StatLine
- Opmerking
- De Standaardopbrengst is de maat, waarmee met ingang van 2010 de economische omvang van agrarische activiteiten wordt aangegeven.
- Betrouwbaarheidscodering
- A (Integrale enquête)
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2012). Hobbyboeren, 2011 (indicator 2127, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.