Jongeren, potentieel werkenden en ouderen, 2012
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
In 2012 bedroeg de grijze druk voor heel Nederland 27%. Dat is een flinke toename ten opzichte van 1960 en 2000, respectievelijk 16,8 en 21,9%. Dat komt doordat in de totale bevolking het aandeel 65-plussers sterk toenam. De grijze druk is het hoogst in welvarende gemeenten en in de perifere en landelijke gebieden.
Jong en oud in Nederland
In de afgelopen halve eeuw is de bevolking van Nederland fors gegroeid, van 11,5 naar 16,7 miljoen inwoners. Daarbij groeide de potentiële beroepsbevolking het sterkst. Het aantal inwoners tussen 20 en 65 jaar nam met 4,0 miljoen toe (van 6,1 naar 10,1 miljoen). Ook het aantal 65-plussers groeide gestaag, met 1,7 miljoen (van 1,0 naar 2,7 miljoen). Daarentegen nam, na een hoogtepunt begin jaren zeventig, het aantal inwoners jonger dan 20 jaar gedurende twee decennia (1973-1995) fors af. Sindsdien is het absolute aantal jongeren vrij constant, ook al slinkt hun aandeel in de bevolking.
Inmiddels neemt binnen de potentiële beroepsbevolking, de groep tussen de 20 en 40 jaar af, maar deze zal het komende decennium (tot 2020) toch weer iets gaan stijgen. De groep tussen de 40 en 65 jaar gaat na een decennialange stijging de komende jaren juist iets afnemen, omdat de eerste (en omvangrijke) naoorlogse geboortejaargangen de 65e verjaardag passeren.
Begin jaren zestig van de vorige eeuw telde de bevolking op elke 100 potentieel werkzame inwoners ongeveer 90 jongeren en ouderen. Begin 2012 was deze 'demografische druk' beduidend gunstiger, met 65 jongeren en ouderen. Wel bestaat deze druk tegenwoordig voor een veel groter deel uit ouderen: rond 1960 waren er 71 jongeren (tot 20 jaar) en 17 ouderen (65+ jaar) per 100 personen van 20 tot 65 jaar, in 2012 waren dat er respectievelijk 38 en 27. De 'grijze druk' is dus flink toegenomen.
Vooral grijs aan de randen
In Nederland bestaan er grote regionale verschillen in de grijze druk. Deze bedroeg 26,8 voor geheel Nederland op 1 januari 2012. De provincies Flevoland (16,9), Utrecht (23,3), Noord-Holland (24,8) en Zuid-Holland (25,5) hebben een lagere grijze druk dan Nederland als geheel. De andere provincies hebben juist een hogere grijze druk. De provincies Zeeland (34,4), Drenthe (32,9) en Limburg (31,8) zijn het meest vergrijsd.
In de meest vergrijsde gemeenten, waar de beschikbare woningvoorraad veelal te duur is voor starters en jonge gezinnen, ligt de grijze druk rond de 50. Koploper is Laren (54,2), gevolgd door Rozendaal (53,9), Haren (50,0) en Bloemendaal (49,3). Daarnaast zijn er veel vergrijsde gemeenten in perifere en landelijke gebieden. Veel jongere mensen vertrekken uit deze gemeenten naar gebieden met meer werkgelegenheid. Voorbeelden zijn de huidige krimpgebieden Oost-Groningen, Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Limburg.
In een aantal van de minst vergrijsde gemeenten zoals Almere (12,9), Houten (16,7), Lelystad (19,9) en Pijnacker-Nootdorp (20,6) is de woningvoorraad door grootschalige nieuwbouw juist aantrekkelijk voor jonge gezinnen. Onder deze minst vergrijsde gemeenten bevinden zich ook plaatsen waar nog relatief kinderrijke gezinnen wonen zoals Urk (15,0), en steden met grote studentenpopulaties zoals Utrecht (14,7), Groningen (16,4), Amsterdam (16,6), Leiden (19,4) en Delft (20,9).
Vanwege het feit dat er juist in het jaar 2011 flink wat 65-plussers bijkwamen (in 1946 werden er pal na de oorlog erg veel kinderen geboren) nam ook de grijze druk aanzienlijk toe: van 25,6 aan het begin van het jaar naar 26,8 aan het eind. Regionaal was daarin flink wat variatie: het minst nam de grijze druk toe in de gemeente Groningen (van 16,2 naar 16,4) en het meest in de gemeente Schiermonnikoog (van 40,3 naar 45,3)
Bronnen
- CBS (2012). Statline: Regionale kerncijfers Nederland. CBS, Den Haag.
- Garssen, J. (2001) Demografie van de vergrijzing. Bevolkingstrends 59(2), 15-27.
Relevante informatie
- Bevolkingsomvang en aantal huishoudens, 1980-2023
- Bevolkingsgroei, 2016-2024
- Meer gegevens over de demografische samenstelling, en prognoses van de ontwikkeling van de bevolking is te vinden in de databank StatLine van het CBS.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Jongeren, potentieel werkenden en ouderen, 2012
- Omschrijving
- Aandeel 65-plussers per gemeente.Demografische druk: de verhouding tussen het aantal personen van 0 tot 20 jaar en van 65 jaar of ouder ten opzichte van de personen in de zogenaamde 'productieve' leeftijdsgroep van 20 tot 65 jaar.Grijze druk: de verhouding tussen het aantal personen van 65 jaar of ouder ten opzichte van de personen in de zogenaamde 'productieve' leeftijdsgroep van 20 tot 65 jaar.Potentiële beroepsbevolking: aandeel 20 tot 65 jarigen.
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
- Berekeningswijze
- Demografische druk (in %):((aantal inwoners van 0 tot 20 jaar + aantal inwoners van 65 jaar of ouder) / aantal inwoners van 20 tot 65 jaar) * 100Grijze druk:(aantal inwoners van 65 jaar of ouder / aantal inwoners van 20 tot 65 jaar) * 100Groene druk:(aantal inwoners van 0 tot 20 jaar / aantal inwoners van 20 tot 65 jaar) * 100Potentiële beroepsbevolking:Aantal inwoners van 20 tot 65 jaar.
- Basistabel
- Statlinetabel bevolkingssamenstelling:Regionale kerncijfers NederlandStatlinetabel bevolkingsdichtheid:Regionale kerncijfers Nederland
- Geografische verdeling
- Nederland, landsdelen, provincies, COROP-gebieden, stadsgewesten, grootstedelijke agglomeraties en gemeenten
- Andere variabelen
- Groene druk: de verhouding tussen het aantal personen van 0 tot 20 jaar ten opzichte van de personen in de zogenaamde 'productieve' leeftijdsgroep van 20 tot 65 jaar.
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Zie voor de methodenbeschrijving de onderzoeksbeschrijving van de bevolkingsstatistiek.
- Betrouwbaarheidscodering
- A (Integrale enquête)
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2012). Jongeren, potentieel werkenden en ouderen, 2012 (indicator 2104, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.