Bijdrage provincies aan doelbereik Vogel- en Habitatrichtlijn, 2007-2012
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Elke provincie draagt bij aan de realisatie van de doelen van de Vogel- en Habitatrichtlijn. De mate waarin wordt bijgedragen en de aard van deze bijdrage verschilt per provincie.
Elke provincie levert een bijdrage aan realisatie van de Vogel- en Habitatrichtlijn
Deze indicator geeft aan welk percentage van de totale verspreiding van alle in Nederland voorkomende habitattypen en (vogel)soorten van de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) binnen de provincie voorkomt. Elke soort of habitattype telt daarbij even zwaar mee. Met deze indicator wordt de relatieve bijdrage en daarmee het belang van elke provincie voor de realisatie van de landelijke doelstellingen van de Vogel- en Habitatrichtlijn in beeld gebracht.
De resultaten geven aan dat elke provincie een bijdrage levert aan de realisatie van de doelen van de Vogel- en Habitatrichtlijn omdat zich in elke provincie soorten en habitattypen bevinden die beschermd zijn onder deze richtlijnen. De grootte van deze bijdrage verschilt per provincie. Het grootste deel van de verspreiding van habitattypen en soorten bevindt zich in de provincies Fryslân, Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. Er zijn een aantal redenen waarom deze provincies een relatief grote bijdrage hebben. Bepalend is het aanwezige oppervlak/areaal aan natuur binnen deze provincies en de kwaliteit ervan. Dit areaal omvat een aantal specifieke leefgebieden (kustgebied, duinen, moerassen, heide en bossen) bestaande uit EU habitattypen en waarbinnen veel van de internationaal belangrijke (vogel)soorten voorkomen. Provincies die veel van deze internationale belangrijke leefgebieden hebben, hebben daarom ook een grote bijdrage. Provincies met een geringe oppervlakte, zoals Flevoland en Utrecht, beschikken over een relatief kleine oppervlakte van deze leefgebieden, waardoor hun bijdrage aan het landelijk geheel ook minder groot is. In het geval van Noord-Brabant zien we dat deze provincie in de middenmoot zit qua bijdrage aan de verspreiding van habitattypen, maar juist in de top qua bijdrage voor vogels. Voor Limburg is dat precies andersom.
Voor de meeste soorten en habitattypen geldt dat ze in meerdere provincies voorkomen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de boomkikker of de droge heides. Maar er zijn ook enkele provincies die uniek zijn wat betreft hun bijdrage aan de VHR-doelen. Sommige soorten of habitattypen komen voor het grootste deel of zelfs geheel in één provincie voor, bijvoorbeeld de zinkweiden of kalkgraslanden in Limburg of het pimpernelblauwtje in Noord-Brabant.
Realisatie VHR-doelen is gezamenlijke opgave provincies en rijk
De hier gepresenteerde indicator brengt in beeld hoe het gemiddelde verspreidingsgebied van de soorten en habitattypen van het land en zoete water is verdeeld over de provincies. Een doelstelling vanuit de VHR is dat het verspreidingsgebied van een soort of habitattype in Nederland als geheel niet krimpt. Het realiseren van de VHR doelen is een gezamenlijke beleidsopgave voor provincies en Rijk. Echter, de provincies hebben nog geen afspraken gemaakt over de verdeling van de resterende beleidsopgave (PBL & WUR 2017; Van der Hoek et al 2017). Deze indicator biedt in combinatie met de indicator over de staat van instandhouding ( zie Staat van instandhouding soorten en habitattypen Habitatrichtlijn en trends vogels Vogelrichtlijn, 2013-2018) bruikbare informatie om de VHR opgave voor de verschillende provincies en het rijk inzichtelijk te maken.
Bij beschouwing van de indicator geldt de kanttekening dat de verdeling van het verspreidingsgebied over de provincies niet gelijk is aan de verdeling van het areaal Natura 2000-gebieden.
Zie ook Begrenzing van het natuurnetwerk en Natura-2000gebieden. Dit is het geval omdat ook het verspreidingsgebied buiten deze gebieden bijdraagt aan het totaal en daarmee aan de landelijke staat van instandhouding. De indicator geeft echter geen volledig beeld van de bijdrage van provincies aan de landelijke verspreiding. Zo zijn trekvogels en overwinterende vogels als aparte categorie binnen de Vogelrichtlijn hier niet meegenomen. En ook mariene soorten en habitattypen die buiten de provinciegrenzen (Waddenzee, continentaal plat) voorkomen, zijn hier niet meegenomen.
Om geheel inzicht te geven of provincies gezamenlijk de vastgestelde VHR-doelen dichterbij brengen zijn aanvullende indicatoren nodig. Het gaat bijvoorbeeld ook om de oppervlaktes van habitattypen of de populatieomvang van alle VHR (vogel)soorten. Op provinciaal niveau zijn hiervoor echter (nog) niet voldoende gegevens beschikbaar.
Bronnen
- ETC-BD, 2011. Assessment and reporting under Article 17 of the Habitats Directive - explanatory notes and guidelines for the period 2007-2012.
- PBL & WUR (2017), Lerende evaluatie van het Natuurpact, Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving.
- Van der Hoek, D-J., M. Smit, S. van Broekhoven, A. van Hinsberg, P. Giesen, H. Bredenoord, R. Pouwels, B. de Knegt, F. van Gaalen, A. de Blaeij, S. Mylius & R. Folkert (2017), Potentiële bijdrage van provinciaal natuurbeleid aan Europese biodiversiteitdoelen. Achtergrondrapport bij lerende evaluatie Natuurpact, Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving.
Relevante informatie
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Bijdrage provincies Vogel- en Habitatrichtlijn, 2007-2012
- Omschrijving
- Overzicht van het aandeel van de totale verspreiding van alle in Nederland voorkomende habitattypen en soorten van bijlage II en IV van de Habitatrichtlijn en broedvogels van de Vogelrichtlijn, per provincie.
- Verantwoordelijk instituut
- WUR (Bart de Knegt), PBL (Pim Vugteveen)
- Berekeningswijze
- Middeling van de aandelen per soort voor de gehele provincie. Het gaat om de 10x10 kilometer verspreidingsgegevens zoals gerapporteerd in de Artikel 12 en 17 rapportages. Elke soort of elk habitattype telt even zwaar mee in het gemiddelde. Trekvogels en overwinterende vogels als aparte categorie binnen de Vogelrichtlijn zijn hier niet meegenomen. En ook mariene soorten en habitattypen die buiten de provinciegrenzen (Waddenzee, continentaal plat) voorkomen, zijn niet meegenomen
- Basistabel
- Zie tabblad figuurdata onder Download figuurdata.
- Geografische verdeling
- Nederland
- Verschijningsfrequentie
- 6 jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Bijlsma, R.J., J.A.M. Janssen, E.J. Weeda & J.H.J. Schaminée (2014). Habitattypen in Nederland. Referentiewaarden voor area en range. WOt-rapport 125. WOT Natuur & Milieu - Wageningen UR, Wageningen (in druk)ETC-BD, 2011. Assessment and reporting under Article 17 of the Habitats Directive - explanatory notes and guidelines for the period 2007-2012. Janssen, J.A.M., E.J. Weeda, P. Schippers, R.J. Bijlsma, J.H.J. Schaminée, G.H.P. Arts, C.M. Deerenberg, O.G. Bos & R.G. Jak (2014). Habitattypen in Natura 2000-gebieden. Beoordeling van oppervlakte, representativiteit en behoudsstatus in de Standard Data Forms (SDFs). Wageningen, Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu. WOt-technical report 8. 196 blz.; 2 tab.; 33 ref.; 1 Bijlage.Knegt, B. de, T. van der Meij, S. Hennekens, J.A.M. Janssen & G.W.W. Wamelink (2014). Status en trend van structuur- en functiekenmerken van Natura 2000-habitattypen op basis van het Landelijk Meetnet Flora (LMF) en de Landelijke Vegetatie Databank (LVD). Achtergrondrapport voor de Artikel 17-rapportage. Wageningen, Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, WOt-technical report 7. 58 blz. 6 fig.; 17 ref.; 3 bijl.Ottburg, F.G.W.A. & C.A.M. van Swaay (2014). Habitatrichtlijnsoortern in Nederland. Gunstige referentiewaarden voor de populatieomvang en het range van soorten van bijlage II, IV en V van de Europese Habitatrichtlijn. WOt-rapport 124. WOT Natuur & Milieu - Wageningen UR, Wageningen (in druk)Ottburg, F.G.W.A. & J.A.M. Janssen (2014). Habitatrichtlijnsoorten in Natura 2000-gebieden. Beoordeling van populatie, leefgebied en isolatie in de Standard Data Forms (SDFs). Wageningen, Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu. WOt-technical report 9, 106 blz; 6 tab.; 63 ref.Schmidt, A.M., A. van Kleunen, L. Soldaat & R. Bink (2014). Rapportages op grond van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. Evaluatie en aanbevelingen voor de komende rapportageperiode 2013-2018. WOt-technical report 19. WOT Natuur & Milieu - Wageningen UR, Wageningen (in druk)VROM (2003). Handboek implementatie milieubeleid EU in Nederland. Ministerie van VROM
- Betrouwbaarheidscodering
- C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd. Verantwoording en werkwijze zijn beschreven in aparte WOT rapportages
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2017). Bijdrage provincies aan doelbereik Vogel- en Habitatrichtlijn, 2007-2012 (indicator 1605, versie 01, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.