Kokkel

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De aantallen kokkels in Waddenzee en Zeeuwse delta wisselen sterk onder invloed van natuurlijke factoren en visserij.

Ontwikkeling

Het kokkelbestand vertoont grote fluctuaties in aanwas en sterfte als gevolg van natuurlijke factoren en kokkelvisserij. Kokkelarme jaren worden afgewisseld met kokkelrijke jaren. In de jaren negentig was de Waddenzee arm aan kokkels; het dieptepunt werd bereikt in 1996 als gevolg van de strenge winter van 1995-1996. Als gevolg van succesvolle broedval (grote aanwas van jonge dieren) in 1997 ligt het aantal sinds 1998 weer hoger, zowel in de Waddenzee als in de Westerschelde. Deze grote aanwas is in de grafieken terug te vinden in de toename van twee- en meerjarige schelpdieren na 1997. In de Oosterschelde was er in 1997 geen goede broedval. Kokkels vormen een belangrijke voedselbron voor vogels, waaronder eiders en scholeksters. De beschikbaarheid van kokkels voor deze vogels hangt niet alleen af van de natuurlijke fluctuaties in kokkels en van de hoeveelheid die door de kokkelvisserij wordt gevangen, maar ook van de bereikbaarheid van de overgebleven kokkels (in dieper water kunnen ze er niet meer bij). Vooral in schelpdierarme jaren bestaat het risico dat er voor vogels te weinig schelpdieren zijn. In zulke jaren worden door het beleid beperkingen aan de visserij opgelegd om het voedsel te reserveren voor de vogels.

Bronnen

  • Bult, T. en J.J. Kesteloo (2002). Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2002. RIVO Nederlands Instituut voor Visserijonderzoek. IJmuiden.
  • LNV (1993). Vissen naar evenwicht. Structuurnota Zee- en kustvisserij. Ministerie van Landbouw, Natuurbehoud en Visserij. 's-Gravenhage.
  • LNV (1999). Beleidsvoornemen Structuurnota Zee- en Kustvisserij - Tweede fase. Ministerie van Landbouw, Natuurbehoud en Visserij. 's-Gravenhage.
  • Stralen, M. R. van en J. Kesteloo-Hendrikse (1998). De ontwikkeling van het kokkelbestand in de Waddenzee (1971-1997) en in de Oosterschelde (1980-1997). Nederlands Instituut voor Visserijonderzoek. IJmuiden.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
De figuren geven het bestand aan kokkels in de Waddenzee, Oosterschelde en Westerschelde. Dat is gebaseerd op jaarlijkse metingen in het voorjaar (april-mei) door het RIVO. In de figuur is onderscheid aangebracht tussen één-, twee- en meerjarige kokkels.
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
14
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
06
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CLO (2002). Kokkel (indicator 1239, versie 02, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.