Das, 1960-2010

U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.

De indicator 'Das' is vervallen. Informatie hierover is opgenomen in de indicator

Sinds de inwerkingtreding van het soortbeschermingsplan in 1984 neemt het aantal dassen toe. In 2010 werd de populatie geschat op 5000 dassen. Het verkeer was en is nog steeds een belangrijke doodsoorzaak van de das.

Sterke toename aantal dassen vanaf 1995

Vanaf 1980 tot 2000 zijn eens in de vijf of tien jaar alle door dassen bewoonde kilometerhokken systematisch geteld. Vóór 1980 zijn alleen incidentele waarnemingen gedaan. Op basis daarvan kon worden geschat dat de dassenpopulatie in Nederland tussen 1960 en 1980 met circa een derde achteruitgegaan was. Deze achteruitgang leidde tot het soortbeschermingsplan van 1984.
Vanaf 2000 heeft er geen inventarisatie plaatsgevonden waarbij binnen één jaar alle potentiële door dassen bewoonde kilometerhokken zijn bezocht. Wel heeft in 2007/2008 een inhaalslag plaatsgevonden waarbij alle relevante kilometerhokken zijn geïnventariseerd.
In deze periode zijn in Nederland 1515 bewoonde kilometerhokken geteld, waarin een of meer dassenburchten voorkomen. Het aantal bewoonde kilometerhokken is indicatief voor het aantal dassen, zodat het aantal dassen in 2008 kan worden geschat op circa 4600. Ten opzichte van 1980 is dat bijna een verviervoudiging. Op basis van het aantal nieuw gevonden dassenburchten in de afgelopen twee jaar, wordt geschat dat er in 2010 circa 5000 dassen in Nederland rondlopen.

Ook actuele leefgebieden van de das nemen toe

Niet alleen het aantal dassen neemt toe maar ook het aantal actuele leefgebieden.
In de jaren negentig van de vorige eeuw is als onderdeel van het soortbeschermingsplan begonnen met het uitzetten van dassen in gebieden waar de dassen hun oorspronkelijke leefgebied hadden. Deze herintroductieprojecten hebben er toe geleid dat vooral in Zuidoost- Friesland en in de Loonse en Drunense Duinen de dassenpopulatie weer gezond is geworden. Inmiddels zijn de populaties van Zuidoost-Friesland en West-Drenthe met elkaar verbonden. Ook in de overige delen van Drenthe is er een duidelijke groei te zien van het aantal bewoonde dassenburchten. De dassenpopulatie in de provincie Utrecht groeit ook gestaag. In Noord-Brabant zijn vrijwel alle deelpopulaties met elkaar verbonden.
Twente en een aantal delen van de Achterhoek blijven echter achter bij de landelijke ontwikkeling van de dassenstand.

Das heeft afwisselend landschap nodig

De das heeft een afwisselend landschap nodig met zowel bos als agrarisch gebied. In bos op reliëfrijke gronden kan de das burchten graven, grote ondergrondse bouwwerken waar een familie of een clan overdag in verblijft. 's Nachts zoekt de das zijn voedsel op akkers, boomgaarden en vooral in graslanden in de nabijheid van zijn burcht.
Voor de das moeten dus meerdere biotopen aanwezig zijn en daarmee stelt hij hoge eisen aan zijn omgeving. Veranderingen in een van de biotopen veroorzaakt al gauw een probleem voor de das, vooral als dit tot gevolg heeft dat zijn belangrijkste voedselbron, de regenworm, minder voorkomt of slechter bereikbaar wordt. Voorbeelden daarvan zijn graslanden die worden omgezet in maïsakkers, in een paardenwei of die verruigen in het kader van natuurontwikkeling.

Jacht was lang de belangrijkste doodsoorzaak

De das werd lang gezien als een schadelijk dier. Tot de eerste helft van de 20e eeuw mocht er vrij op de das gejaagd worden met tot gevolg dat de aantallen sterk reduceerden. In 1947 kwam een einde aan de vrije jacht door de Jachtwet. De overheid verleende echter nog wel vergunningen om de das te doden wanneer ze schade veroorzaakte. Vanaf 1960 werden ook deze vergunningen stopgezet, al had dit niet direct tot gevolg dat het aantal dassen toenam. Pas na 1980 nam het aantal dassen toe en breidde ook het aantal leefgebieden uit. Diverse maatregelen uit het soortsbeschermingsplan van 1984 hebben hiertoe bijgedragen.

Verkeer was en is de belangrijkste doodsoorzaak

Het verkeer is de belangrijkste doodsoorzaak van de das. Vanaf 1990 is er een trend te zien van toename van het aantal verkeerslachtoffers. Dit wordt veroorzaakt door een toename van zowel de verkeersintensiteit als ook het aantal dassen. Geschat wordt dat de sterfte door het verkeer de laatste decennia grofweg schommelt tussen de 10 en de 20% ten opzichte van de totale populatie. Omdat niet alle dode dassen worden gemeld en het aantal dassen geschat wordt, kunnen exacte percentages niet gegeven worden. In 2010 zijn ruim 600 verkeerslachtoffers gemeld. Ten opzichte van de geschatte populatie van circa 5000 dieren zal het percentage verkeersslachtoffers nu ongeveer 14% zijn. Zonder de getroffen beschermende maatregelen voor dassen, zoals tunnels en rasters, zou dit percentage veel hoger zijn geweest. Naast dassen die in het verkeer zijn omgekomen worden er ook verdronken dassen gemeld en dassen die zijn gevonden in akker, wei, bospad of dassenburcht. Het gaat hierbij om slechts enkele procenten van alle gemelde dode dassen.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
1. Das, 1960 - 2010
Omschrijving
1.Trend van het aantal door dassen bewoonde kilometerhokken
2. Trend van het aantal gemelde slachtoffers onder dassen
Verantwoordelijk instituut
Das en Boom
Berekeningswijze
Aantalsontwikkeling:Het betreft het unieke aantal km-hokken waar in de periode 2003 - 2008 bewoonde dassenburchten zijn aangetroffen. Voor populatieschatting: gemiddeld aantal dassen per bewoond kilometerhok is drie.
Gemelde slachtoffers:Het betreft het aantal gemelde verkeersslachtoffers op wegen en spoorlijnen. De werkelijke aantallen zijn hoger omdat niet alle verkeersslachtoffers worden gemeld en een deel van de dieren pas later bezwijkt aan de door de aanrijding ogelopen verwondingen.
Basistabel
De aantallen zijn gebaseerd op gegevens van Das en Boom
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
Drie tot vijfjaarlijks
Opmerking
Waarnemingen kunnen doorgegeven worden via www.telmee.nl en www.waarneming.nl
Betrouwbaarheidscodering
Aantalsontwikkeling: B. Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.
Gemelde slachtoffers: C. Schatting gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
05
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
03
versie‎
02
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CLO (2012). Das, 1960-2010 (indicator 1071, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.