NO2-piekconcentraties in Nederland, 1986-2002
U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.
Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt
De Europese Unie heeft een tweetal grenswaarden voor stikstofdioxideconcentraties vastgesteld ter bescherming van de volksgezondheid: een voor langdurige blootstelling en een voor kortdurende piekconcentraties. Voor de blootstelling aan piekconcentraties van stikstofdioxide is de grenswaarde 200 µg/m3 voor het uurgemiddelde. Deze waarde mag niet vaker dan 18 maal per kalenderjaar worden overschreden.
De concentratiesniveaus van stikstofdixoide liggen in het algemeen ver onder het niveau van de grenswaarde. Daarom zal deze indicator niet meer worden geactualiseerd. Enige summiere informatie over de niveaus in realtie tot deze grenswaarde geeft voortaan de indicator over jaargemiddelde stikstofdioxideconcentraties.
De EU-norm voor piekconcentraties van stikstofdioxide (NO2) is in Nederland in 2002 niet overschreden.
Gunstige ontwikkeling concentratie stikstofdioxide
De EU-norm voor uurwaarden van stikstofdioxide (NO2) wordt in Nederland niet overschreden. Incidenteel komt het voor dat lokaal 1 à 2 keer per jaar uurwaarden van rond 200 µg/m3 worden bereikt. Zo steeg in 2002 de concentratie op twee stadsstations en een straatstation gedurende een uur boven de 200 µg/m3. De EU-norm staat toe, dat de grens van 200 µg/m3 maximaal 18 uur per jaar mag worden overschreden. In 1994 is dat, op een tweetal straatstations, voor het laatst waargenomen. De concentratie die op 18 uur gedurende een jaar is overschreden, daalde de afgelopen 10 jaar gemiddeld met 2,5% per jaar. De NO2-concentratie die op 18 uren is overschreden, is het hoogst in de Randstad. Dit valt te verwachten omdat daar de jaargemiddelde concentratie ook het hoogst is.
Verschillende normen voor lange en korte blootstelling aan NO2
De Europese Unie heeft een tweetal grenswaarden voor NO2-concentraties vastgesteld ter bescherming van de volksgezondheid: voor langdurige blootstelling en voor kortdurende piekconcentraties (EU, 1999).
- Voor langdurige blootstelling geldt de grenswaarde van 40 µg/m3 voor de jaargemiddelde NO2-concentratie (zie bovenstaande figuur).
- Voor de blootstelling aan piekconcentraties van NO2 is de grenswaarde 200 µg/m3 voor het uurgemiddelde van NO2. Deze waarde mag niet vaker dan 18 maal per kalenderjaar worden overschreden.
Per 19 juli 2001 zijn deze normen opgenomen in de Nederlandse wetgeving met het Besluit Luchtkwaliteit (Stb, 2001). Op 1 januari 2010 moet aan de grenswaarden worden voldaan. Tot dat moment gelden plandrempels, die jaarlijks afnemen tot de grenswaarde is bereikt in 2010. In 2002 was de plandrempel voor de jaargemiddelde NO2-concentratie 56 µg/m3 en voor de uurwaarde, die maximaal 18 maal per jaar mag worden overschreden, 280 µg/m3.
Effecten van stikstofdioxide op de natuur en volksgezondheid
Nadelige effecten bij mens en ecosystemen van NO2 treden op bij kortdurende blootstelling aan hoge niveaus van NO2 en bij langdurige blootstelling aan lage niveaus van NO2.
- Effecten van verkeersemissies op de gezondheid worden steeds aannemelijker. NO2 wordt hierbij gezien als een indicator van het mengsel van (deeltjesvormige) luchtverontreiniging dat voornamelijk afkomstig is uit uitlaatgassen van het verkeer. Effecten zoals afname van de longfunctie kunnen op grote schaal onder de bevolking voorkomen. Andere effecten zoals toename van astma-aanvallen, ziekenhuisopnamen, hart- en vaatziekten en vroegtijdige sterfte komen minder vaak voor en betreffen vaak mensen met een zwakkere gezondheid.
- Effecten op de natuur zijn bladschade als gevolg van omzetting van NOx in het bladvocht in stikstofverbindingen. Daarnaast vindt in de atmosfeer omzetting plaats van NO2 naar nitraat, waarmee een bijdrage wordt geleverd aan de verzuring en vermesting van bodem en oppervlaktewater.
Bronnen
- EU (1999). Richtlijn 1999/30/EG van de raad van 22 april 1999 betreffende grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes en lood in lucht (link naar PDF-bestand). Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen No L 163/41.
- RIVM (2003). Gegevens gebaseerd op metingen van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit; bewerkt door het Milieu- en Natuurplanbureau. RIVM, Bilthoven.
- Staatsblad (2001). Besluit van 11 juni 2001, houdende uitvoering van de richtlijn 1999/30/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 april 1999, betreffende grenswaarden zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes en lood in de lucht (PbEG L 163) en de richtlijn 92/62/EG van de Raad van de Europese Unie van 27 september 1996 inzake de beoordeling van de luchtkwaliteit (PbEG L 296) (Besluit luchtkwaliteit). Staatsblad 269, 1-58. (Link naar website overheid.nl; gebruik trefwoord 'Besluit luchtkwaliteit'.)
Relevante informatie
- Meer informatie over concentraties van stoffen in de lucht is te vinden op de site van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit.
- RIVM (2001). Jaaroverzicht luchtkwaliteit 1998 en 1999. RIVM, rapport 725 301 006, Bilthoven.
- RIVM (2002). Jaaroverzicht luchtkwaliteit 2000. RIVM, rapport 725 301 008, Bilthoven.
- RIVM (2002). Jaaroverzicht luchtkwaliteit 2001. RIVM, rapport 725 301 009, Bilthoven.
- Working group on nitrogen dioxide (1997). Position paper on air quality: nitrogen dioxide (link naar PDF-bestand). November 1997.
- Informatie over de actuele en toekomstige ontwikkelingen over lokale luchtverontreiniging is te vinden in de Milieubalans 2003 en de Milieuverkenning 2000-2030
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Referentie van deze webpagina
CLO (2003). NO2-piekconcentraties in Nederland, 1986-2002 (indicator 0489, versie 01, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.