Koolmonoxide in lucht, 1990-2021
U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.
Deze indicator wordt niet meer geactualiseerd omdat de metingen van koolmonoxide (CO) door het RIVM gestopt zijn. Op enkele locaties wordt CO nog wel gemeten.
Alle meetgegevens van voorgaande jaren en actuele metingen zijn te vinden op Luchtmeetnet.nl
De Europese norm voor piekconcentraties van koolmonoxide in de buitenlucht werd in 2021 niet overschreden. Dit blijkt uit resultaten van metingen die op enkele plekken in Nederland zijn uitgevoerd. De metingen van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit zijn gestopt in 2020. Regionaal wordt nog wel gemeten.
Concentraties
De concentraties van koolmonoxide (CO) liggen al jaren op een laag niveau. In de figuur zijn de piekconcentraties van CO weergegeven als de maximale waarde van de glijdend acht-uurgemiddelde concentraties. De concentraties zijn weergegeven van 1990 tot en met 2021. Hierbij is onderscheid gemaakt in concentraties op meetstations op regionale achtergrond-, stedelijke achtergrond- en verkeersbelaste locaties. De metingen op de meetstations zijn onderdeel van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML), de GGD Amsterdam en de DCMR. De piekconcentraties van CO zijn op alle drie de soorten stations in de afgelopen dertig jaar gedaald. De verkeersbelaste stations laten de sterkste daling zien.
Sinds 1994 wordt de grenswaarde van 10.000 microgram per kubieke meter (µg/m3) voor de glijdend acht-uurgemiddelde koolmonoxideconcentratie in Nederland niet meer overschreden. Dit blijkt uit de metingen en is zichtbaar in de figuur. Dankzij aangescherpte emissie-eisen voor het verkeer en emissiereducerende maatregelen bij de industrie zijn de concentraties sinds de jaren negentig gedaald. Koolmonoxideconcentraties voldoen hiermee ook al jaren aan de Europese regelgeving.
Bronnen
Koolmonoxide komt vooral vrij bij onvolledige verbrandingsprocessen. Verreweg de belangrijkste bronnen zijn de uitlaatgassen van het wegverkeer. In 2020 droegen deze bronnen voor ruim 53 procent bij aan de totale koolmonoxide-emissies. In 1990 bedroeg dit ruim 60 procent (Emissieregistratie, 2022). Sinds 1990 zijn de verkeersemissies van CO in Nederland gehalveerd. Dit is voornamelijk toe te schrijven aan de stapsgewijs aangescherpte Europese emissie-eisen voor de typekeuring van motorvoertuigen. Om te voldoen aan deze eisen zijn personen- en bestelauto's met katalysatoren uitgerust.
Normstelling
De grenswaarden voor koolmonoxideconcentraties hebben als doel de volksgezondheid te beschermen. In de Europese richtlijn is een grenswaarde vastgelegd van 10.000 µg/m3 (10 milligram per kubieke meter, mg/m3) voor de glijdende acht-uurgemiddelde concentratie van koolmonoxide. Voor meer informatie over de normstelling zie de Wet milieubeheer.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hanteert naast de hierboven genoemde waarde voor het glijdend acht-uurgemiddelde ook nog advieswaarden voor het maximaal toegestane uurgemiddelde (35 mg/m³), het vijftien-minutengemiddelde (100 mg/m³) en het 24-uurgemiddelde (4 mg/m3) (WHO, 2021). De concentraties CO liggen al jaren ruim onder dit 24-uurgemiddelde, zoals zichtbaar in de figuur.
Effecten
Koolmonoxide reageert met hemoglobine in het bloed. Koolmonoxide vermindert hierdoor de transportcapaciteit van zuurstof in het bloed. Ook bij lage concentraties kan al schade ontstaan aan hart- en bloedvaten en het zenuwstelsel. Met name de foetus en mensen met hartklachten lopen een groter risico op klachten door blootstelling aan koolmonoxide (Gezondheidsraad, 2019).
Emissies van koolmonoxide leiden tot ozonvorming in de troposfeer. Daarmee hebben deze emissies ook effect op de opwarming van de aarde (KNMI, 2011).
Bronnen
- Emissieregistratie (2022). http://www.emissieregistratie.nl.
- EU (2008). Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa. Publicatieblad van de Europese Unie L 152/1.
- Gezondheidsraad (2019). Gezondheidsrisico's door lage concentraties koolmonoxide. Nr. 2019/11, Den Haag, 10 juli 2019.
- KNMI (2011). Ozon en klimaat.
- Mooibroek, D., Berkhout, J.P.J. & Hoogerbrugge, R. (2013). Jaaroverzicht Luchtkwaliteit 2012. Rapport 680704023, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven.
- Wet Milieubeheer (2022). Bijlage 2, paragraaf 6.
- WHO (2021). WHO global air quality guidelines: particulate matter (PM2.5 and PM10), ozone, nitrogen dioxide, sulfur dioxide and carbon monoxide.
Relevante informatie
- CLO > Ozon in lucht en volksgezondheid, 1990-2021
- CLO > Emissies naar lucht door wegverkeer, 2023
- CLO > Emissies naar lucht door verkeer en vervoer, 2021 (recentste emissiejaarcijfers)
- CLO > Emissies naar lucht door verkeer en vervoer, 1990-2021 (emissietrends)
- Infomil > Luchtkwaliteit: wettelijk kader en toelichting
- EU > Informatie over het luchtkwaliteitsbeleid van de Europese Unie
- RIVM > Grootschalige Concentratiekaarten Nederland
- RIVM > Luchtmeetnet.nl; Luchtmeetnet dataset (rivm.nl)
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Concentratie van koolmonoxide in lucht
- Omschrijving
- Gemiddelde maximale acht-uurgemiddelde concentratie van koolmonoxide in lucht in Nederland op basis van meetgegevens van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit Luchtmeetnet.nl; Luchtmeetnet dataset (rivm.nl)
- Verantwoordelijk instituut
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
- Berekeningswijze
- Jaargemiddelde concentraties berekend uit de maximale acht-uurwaarde per dag. Voor een geldig jaargemiddelde moet er minimaal 75% van de meetdata beschikbaar zijn per kalenderjaar voor gebruik in de trendfiguren.
- Basistabel
- Gegevens Luchtkwaliteit (GELUK) van het Centrum Milieukwaliteit (MIL) van het RIVM. Met daarin gegevens van het LML, de GGD Amsterdam en de DCMR.
- Geografische verdeling
- De trendfiguren 1990-2021 zijn gebaseerd op meetgegevens van RIVM, DCMR en GGD Amsterdam. Er waren 5-9 regionale achtergrondstations tot 2011 waar CO werd gemeten en 1-2 meetstations vanaf 2011 tot 2019. Voor stedelijke achtergrondstations zijn de figuren gebaseerd op meetgegevens van gemiddeld 5 meetstations tot 2011 en 3 meetstations vanaf 2011. Voor verkeersbelaste stations zijn dit er gemiddeld 12 tot 2011 en 4 vanaf 2011.
- Andere variabelen
- GELUK levert ook informatie over andere luchtverontreinigende stoffen als ammoniak, fijn stof, ozon, stikstofoxiden en zwaveldioxide.
- Verschijningsfrequentie
- Wegens een onvoldoende landsdekkend beeld door de afname van meetlocaties voor CO wordt deze indicator niet meer geactualiseerd.
- Achtergrondliteratuur
- Zie 'Referenties'
- Opmerking
- 1. Het aantal meetstations is in 2006 sterk gedaald door de ontwikkelingen in de concentraties en daarbij horende beperkte meetverplichtingen.
2. De jaargemiddelden zijn berekend op basis van een stationsset, waarvan de stations (vrijwel) gedurende de gehele beschouwde periode in bedrijf zijn geweest. Ook andere berekeningswijzen zijn mogelijk; de resultaten kunnen dan anders uitpakken (Wesseling & Beijk, 2008).
3. In eerdere actualisaties werd een strenger criterium gehanteerd om een geldig jaargemiddelde van een station mee te nemen in de analyse. Dit criterium is in de actualisatie van 2022 vervallen vanwege de beperkte hoeveelheid stations. - Betrouwbaarheidscodering
- Schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2022). Koolmonoxide in lucht, 1990-2021 (indicator 0465, versie 11, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.