Nationale luchtkwaliteit: beleid

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Het doel van het Nederlandse en Europese verzurings- en luchtkwaliteitsbeleid is het bereiken van duurzame niveaus voor gezondheid en natuur. Hiervoor is beleid ingezet dat is gericht op het verminderen van emissies en het verbeteren van de luchtkwaliteit.

Strategieën voor het bereiken van een goede luchtkwaliteit

Het doel van de Nederlandse wetgeving voor (buiten-)luchtkwaliteit is het beschermen van de bevolking en de natuur tegen de negatieve effecten van blootstelling aan luchtverontreinigende stoffen (Besluit luchtkwaliteit, Staatsblad 2001). Om dit te bereiken staan in de wet zowel emissiedoelstellingen om de milieudruk te verminderen, als normen voor de luchtkwaliteit om gemeten concentraties te toetsen.

Emissiedoelstellingen

Voor onder meer zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx), ammoniak (NH3) en vluchtige organische stoffen zijn verplichte emissiedoelstellingen geformuleerd in het kader van de Europese richtlijn voor nationale emissieplafonds (NEC-richtlijn; EU 2001) en het Gothenborg protocol (UNECE, 1999). In het kader van het Nationale Milieubeleidsplan 4 (NMP4, VROM 2001) zijn voor de emissies van dezelfde vier stoffen inspanningsverplichtingen genoemd die strenger zijn dan de NEC-richtlijn. Het emissiebeleid wordt vormgegeven via een mix van instrumenten en technische maatregelen.

Normen voor de luchtkwaliteit

De Europese Unie heeft voor diverse stoffen concentratienormen vastgesteld ter bescherming van de volksgezondheid en natuur (EU, 1999). Deze EU-normen worden geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving. De oude Nederlandse normen komen daarbij te vervallen. Het stelsel bevat normen voor langdurende blootstelling en normen voor kortdurende blootstelling, ter bescherming van mens en/of natuur.

Monitoring van de luchtkwaliteit

Met behulp van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML, RIVM) meet het RIVM de luchtkwaliteit in Nederland. Door (continue) metingen en het gebruik van luchtkwaliteitsmodellen wordt een nauwkeurig beeld van de luchtkwaliteit verkregen, dat kan worden getoetst aan de wettelijke normen. Een van de doelstellingen van het LML is het geven van informatie over perioden met verhoogde luchtverontreiniging (smog). Sommige meetlokaties van het LML zijn ook onderdeel van internationale meetnetten. Gegevens van deze locaties worden gebruikt voor onderzoek van luchtkwaliteit op internationale schaal.

Rapportage over emissies en de luchtkwaliteit

De EU verplicht Lidstaten tot het opstellen van een jaarlijkse rapportage over de nationale emissies en de luchtkwaliteit. De rapportage over de nationale emissies wordt door VROM, het RIVM en de Emissieregistratie opgesteld. Voor de rapportage over de luchtkwaliteit is in Nederland een systeem opgezet waarin gemeenten, provincies en het RIVM samen gegevens aanleveren aan VROM. VROM stelt vervolgens een nationaal rapport op over de luchtkwaliteit en stuurt deze naar de EU. Informatie over luchtmetingen door het RIVM is te vinden op de website van het landelijk meetnet luchtkwaliteit (LML, RIVM). Indicatoren en uitleg over de luchtkwaliteit staan in dit milieucompendium. Verder brengen sommige regionale diensten, provincies of gemeenten rapporten uit over lokale of regionale luchtkwaliteit; zie de links onder overige relevante informatie.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
12
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2003). Nationale luchtkwaliteit: beleid (indicator 0230, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.