Lengte groeiseizoen in Nederland, 1900-2003

Lengte groeiseizoen in Nederland

U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.

Deze indicator is vervallen. Het onderwerp van deze indicator is momenteel sterk in discussie. Er wordt gezocht naar een betere en wetenschappelijk meer verantwoorde relatie tussen klimaatverandering en de effecten op landbouw en natuur.

Het groeiseizoen duurt de laatste 15 jaar gemiddeld ruim 3 weken langer dan in de periode 1961-1990.

Groeiseizoen ruim 3 weken langer

Het groeiseizoen duurt, gemiddeld over de laatste 15 jaar, ruim 3 weken langer dan in de periode 1961-1990. In de periode 1961-1990 was de lengte van het groeiseizoen gemiddeld 269 dagen. De laatste 15 jaar duurde het groeiseizoen gemiddeld 293 dagen, 24 dagen langer dan voorheen (KNMI, 2003).De lengte van het groeiseizoen is het aantal dagen per jaar dat ligt tussen de eerste periode van tenminste zes dagen met een gemiddelde temepratuur boven de 5°C en de eerste periode na 1 juli van zes dagen met een gemiddelde temperatuur beneden de 5°C. Hiervoor zijn de waarnemingen te De Bilt gebruikt.

Toename lengte groeiseizoen volgt de gemiddelde temperatuur

De verandering van de lengte van het groeiseizoen loopt in de pas met die van de gemiddelde temperatuur in Nederland. Deze is de laatste 20 jaar circa 1 oC hoger dan aan het begin van de 20e eeuw. Het versterkte broeikaseffect is hiervan waarschijnlijk de belangrijkste oorzaak. Dit is het gevolg van de door menselijk handelen toegenomen emissies van broeikasgassen. In het Kyoto Protocol (UNFCCC, 1997) en het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties (UNFCCC, 1992; Rio de Janeiro) zijn afspraken gemaakt om concentraties van broeikasgassen te stabiliseren. Hiermee wil men de menselijke beïnvloeding van het klimaat beperken.

Effecten op natuur

Een vroegere start van het groeiseizoen komt tot uiting in het eerder uitlopen en sneller ontwikkelen van plantensoorten. De snellere ontwikkeling van plantengroei komt ook tot uitdrukking in het steeds vroeger beginnen van het hooikoortsseizoen. Warmteminnende plantensoorten hebben hun leefgebied uitgebreid naar het noorden. De hogere temperaturen en de effecten ervan op de plantengroei hebben ook invloed op dieren. Veel kleine vlindersoorten verschijnen tegenwoordig eerder dan vroeger. Ook worden de laatste jaren steeds vaker vlindersoorten waargenomen die zich normaal in zuidelijker streken ophouden. Ook vogels broeden eerder.

De snelheid van de temperatuurtoename is zo hoog dat naar verwachting niet alle planten- en diersoorten zich kunnen aanpassen.

Bronnen

  • KNMI (2003). Metingen van temperatuur in Nederland zijn afkomstig van het KNMI.
  • UNFCCC (1992). Raamverdrag klimaatverandering van de Verenigde Naties. Rio de Janeiro, 1992.
  • UNFCCC (1997). Kyoto Protocol to the United Nations Framework Convention on Climate Change. Kyoto, 11 december 1997. Link naar PDF-file. Link naar HTML-versie.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
05
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2004). Lengte groeiseizoen in Nederland, 1900-2003 (indicator 0228, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.