Verzuring en grootschalige luchtverontreiniging: beleid
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
Verzuring van het milieu kan zowel schadelijk zijn voor de natuur als voor de menselijke gezondheid. Om deze effecten te voorkomen richt het Nederlandse milieubeleid zich op vermindering van de emissie van verzurende stoffen in Nederland en de omringende landen.
Zwavel- dioxide (SO2) | Stikstof- oxiden (NOx) | Ammoniak (NH3) | Vluchtige Organische Stoffen (VOS) | ||||
miljoen kg | |||||||
Emissiedoelstelingen voor Nederland in 2010 | |||||||
Emissieplafond Gothenburg Protocol (UNECE, 1999) | 50 | 266 | 128 | 191 | |||
Emissie plafond NEC-richtlijn (EU, 2001) | 50 | 260 | 128 | 185 | |||
Nationale doelstelling (NMP4)(VROM, 2001) | 46 | 231 | 100 | 163 | |||
Emissietaakstellingen per sector in 2010 | |||||||
Industrie, energie, raffinaderijen | 39,5 | 65 | 3 | 61 | |||
Consumenten | 1 | 12 | 7 | 29 | |||
Handel, diensten, overheid en bouw | 1 | 7 | 1 | 33 | |||
Landbouw | 1 | 5 | 96 | 1 | |||
Verkeer | 4 | 158 | 3 | 55 | |||
Onverdeeld | 4,5 | 13 | |||||
Bron: VROM, 2003 | RIVM/MC/jan04 |
Internationale afspraken verzurende emissies
In internationaal verband hebben 31 landen, waaronder alle EU-lidstaten, in 1999 afspraken gemaakt over emissieplafonds voor 2010 in het zogenaamde Gothenburg Protocol. Verder zijn in oktober 2001 de EU-lidstaten nationale emissieplafonds overeengekomen, de zogenaamde National Emissions Ceilings Directive (de NEC-richtlijn). De Nederlandse doelstellingen zijn scherper gesteld dan wat er internationaal is afgesproken onder meer om een veiligheidsmarge in te bouwen bij tegenvallers.
Uitvoeringsnotitie verzuring en grootschalige luchtverontreiniging 2003
In de Uitvoeringsnotitie verzuring en grootschalige luchtverontreiniging 2003 'Erop of eronder' geeft het kabinet invulling aan de EU-richtlijn Nationale Emissieplafonds. Het kabinet heeft in die notitie per sector maxima vastgesteld aan de emissies van bovengenoemde stoffen.Op verzoek van het kabinet heeft het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) van het RIVM de Uitvoeringsnotitie getoetst op doelbereiking en kosteneffectiviteit. Hieruit blijkt dat het allerminst zeker is dat Nederland de uitstoot van zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx) en Vluchtige Organische Stoffen (VOS) kan terugbrengen tot onder het niveau van de plafonds. Veel beleidsvoornemens zijn namelijk onvoldoende geconcretiseerd en geïnstrumenteerd.
Mogelijke aanpassingen taakstellingen per doelgroep
Verschillende in de tabel opgenomen doelstellingen worden in de toekomst mogelijk aangepast.
- Als de EU-richtlijnen voor VOS-houdende producten zoals verf, lakken, lijmen, cosmetica en voor motoren, scooters en bromfietsen tot stand komen, dan komen de taakstellingen voor consumenten, HDO, bouw en verkeer uit op respectievelijk 25, 23 en 45 miljoen kg. De VOS-doelstelling voor de industrie, raffinaderijen en de energiesector is gesteld op 60 miljoen kg. De evaluatie van de VOS-emissiedoelstellingen kan maximaal leiden tot een taakstelling van 65 miljoen kg.
- Een correctie op de doelstelling voor ammoniak (NH3) is mogelijk naar aanleiding van verder onderzoek naar het zogenaamde ammoniakgat. Dit is verschil tussen berekende en gemeten ammoniakconcentraties. Naar de oorzaak van dit verschil wordt onderzoek uitgevoerd.
Zie toelichting op de Relatie ontwikkelingen emissies en luchtkwaliteit, 1990-2021.
Doelstellingen verzurende depositie
De doelstelling voor de potentieel zuurdepositie is 2.300 mol zuur/ha, gemiddeld over de Nederlandse ecosystemen in 2010. 20% van het areaal Nederlandse natuur is dan volledig beschermd. De doelstelling voor de depositie van stikstof is 1.650 mol/ha in 2010. Hierbij is 20% van het areaal Nederlandse natuur volledig beschermd.
Bronnen
- EU (2001). Richtlijn 2001/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2001 inzake nationale emissieplafonds voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen (NEC-richtlijn) (link naar PDF-bestand).
- UNECE (1999). Protocol bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand, Götenburg, 30-11-99 (Trb. 2000, 66) Webpagina Götenburg Protocol.
- VROM (2001). Nationaal Milieubeleidsplan 4. Een wereld en een wil: werken aan duurzaamheid. Ministerie van VROM, Den Haag.
- RIVM (2003). Beoordeling van de Uitvoeringsnotitie emissieplafonds verzuring en grootschalige luchtverontreiniging 2003. December, 2003
- VROM (2003). Erop of eronder. Uitvoeringsnotitie emissieplafonds verzuring en grootschalige luchtverontreiniging 2003 (link naar pdf-document).
Relevante informatie
- Voor informatie over internationale afspraken om te komen tot vermindering van de grensoverschrijdende luchtverontreiniging, zie de Conventie voor het langeafstandstransport van luchtverontreiniging en IIASA.
- Het Environmental Protection Agency presenteert de situatie in de Verenigde Staten.
- Informatie over de actuele en toekomstige ontwikkelingen voor verzuring is te vinden in Milieubalans 2004 en Milieuverkenning 2000-2030.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2005). Verzuring en grootschalige luchtverontreiniging: beleid (indicator 0182, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.