CO2-emissie mondiaal, 1970-2001
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
Ontwikkeling mondiale CO2-emissie
De totale mondiale antropogene kooldioxide(CO2)-emissies zijn in 2001 minder dan 1% toegenomen (raming), terwijl de emissies in 2000 ruim 2% gestegen zijn. Deze stijging komt vooral door een toename van het jaarlijkse kolengebruik van circa 2% in deze jaren. In de periode 1990-2001 zijn de totale CO2-emissies met circa 13% gestegen. Dat is even veel als in de jaren daarvoor.
Bijdrage sectoren aan de mondiale CO2-emissie
De grootste, continue, groei vond plaats bij de elektriciteitsproductie en wegtransport met een stijging van circa 150% in de afgelopen 30 jaar en circa 25% in de afgelopen tien jaar, terwijl die van cementproductie nog sneller groeiden. De CO2-emissies van wegverkeer vormen wereldwijd circa 3/4 van de totale transportemissies van CO2. Echter ook de CO2-emissies van de internationale lucht- en scheepvaart zijn de laatste tien jaar met een kwart gestegen, en de luchtvaart de afgelopen 30 jaar met ruim 110%.De verbrandingsemissies van de industrie (exclusief raffinaderijen) en van huishoudens/dienstensector bleven door de jaren heen opmerkelijk stabiel, afgezien van variaties als gevolg van veranderingen in economische trends. In de jaren negentig is de uitstoot door deze sectoren mondiaal zelfs met respectievelijk 9 en 5% teruggelopen. De industriële verbrandingsemissies zijn in de OECD-landen en in China in de jaren negentig met enkele procenten gedaald en in de voormalige Sovjet-Unie zelfs met ruim 50%. In de rest van Azië en in Latijns-Amerika zijn de verbrandingsemissies echter met een kwart gestegen. Hoewel de directe CO2-emissies door verbranding van de consumenten/dienstensector en industriesector vrijwel constant zijn gebleven in de afgelopen 25 jaar, zijn de totale CO2-emissies die aan de activiteiten van deze sectoren kan worden toegerekend - dat wil zeggen inclusief de indirecte emissies als gevolg van elektriciteitsverbruik - ook in deze sectoren gestegen.
Beleid
De emissies van CO2 zijn onderdeel van het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties. CO2 is het belangrijkste broeikasgas dat onderdeel uitmaakt van het Kyoto Protocol. Volgens dit protocol zullen de meeste industrielanden, inclusief die in Oost-Europa en de voormalige Sovjet-Unie, de groei van hun emissies van broeikasgassen rond 2010 beperken ten opzichte van hun uitstoot in 1990.
Relevantie
In het Klimaatverdrag en het Kyoto Protocol van de Verenigde Naties zijn afspraken gemaakt over de reductie van de emissies van CO2. Het Protocol wordt van kracht wanneer tenminste 55 landen het hebben geratificeerd en de CO2-emissie van de ratificerende industrielanden in 1990 tenminste 55% is van de totale CO2-emissie van alle industrielanden (de zogenoemde Annex-I landen). Op 22 juli 2002 was dat percentage 36%.
Methodiek
De CO2-emissies van verbranding van fossiele energie is de werkelijke jaarlijkse uitstoot, dus niet temperatuurgecorrigeerd.
De cijfers zijn gebaseerd op data van het Internationaal Energie Agentschap met uitzondering van de voorlopige schatting voor 2001. De schatting voor 2001 is gebaseerd op energiedata van British Petroleum (BP). De CO2-emissie door ontbossing is niet de werkelijke emissie, maar is gebaseerd op de meerjarentrend per land. Na 1995 zijn de emissie vooralsnog constant aan 1995 verondersteld.
Bronnen
- IEA (2002). CO2 emissions from fossil fuel combustion 1971-2000. 2002 Edition. International Energy Agency (IEA), Paris.
- Olivier, J.G.J., J.J.M. Berdowski, J.A.H.W. Peters, J. Bakker, A.J.H. Visschedijk and J.-P.J. Bloos (2001). Applications of EDGAR. Including a description of EDGAR 3.0: reference database with trend data for 1970-1995. RIVM (rapportnr. 773 301 001/NOP rapportnr. 410 200 051), Bilthoven.
- Olivier, J.G.J. and J.J.M. Berdowski (2001). Global emissions sources and sinks. In: Berdowski, J., R. Guicherit and B.J. Heij (eds.) "The Climate System", pp. 33-78. A.A. Balkema Publishers/Swets & Zeitlinger Publishers, Lisse, The Netherlands. ISBN 90 5809 255 0.
Relevante informatie
- Een uitgebreide referentiedatabase 'EDGAR 3' met wereldwijde emissies van broeikasgassen per land voor de periode 1970-1995 is te vinden op de website van het RIVM.
- Uitgebreide internationale statistieken met mondiale energieproductie en sectoraal energiegebruik per land en CO2-emissies van verbranding van fossiele brandstoffen voor de periode 1960/1971-2000 zijn te vinden op de website van het Internationaal Energie Agentschap in Parijs.
- Beknopte maar actuele internationale statistieken met mondiaal energieproductie en gebruik per land en per energiedrager voor de periode 1965/70/80 tot en met 2001 is te vinden op in de BP Statistical Review of World Energy, die ook op internet beschikbaar is (als PDF- en Excel-files).
- Informatie over de officieel door landen gerapporteerde broeikasgasemissies is te vinden op de website van het VN-Klimaatsecretariaat.
- Informatie over de toekomstige mondiale ontwikkelingen zijn te vinden in de Global Environmental Outlook 3, waaraan het RIVM ook heeft meegewerkt.
- Informatie over de actuele en toekomstige ontwikkelingen voor het Kyoto Protocol zijn te vinden in Milieubalans 2002 en Milieuverkenning 2000-2030, beide van het RIVM.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2002). CO2-emissie mondiaal, 1970-2001 (indicator 0166, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.