Emissie van methaan uit stortplaatsen, 1980-2001
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
Ontwikkelingen
Na het storten van biologisch afbreekbaar afval komt er gedurende lange tijd methaan uit Stortplaatsen, aantal en capaciteit, 1991-2020 vrij. De afname van de emissie van dit gas sinds 1990 kan worden verklaard door de verminderde hoeveelheid organisch afval, zoals GFT, in het Samenstelling van huishoudelijk restafval, 1940-2019 dat wordt gestort. Dit wordt met name veroorzaakt door het Gescheiden ingezameld afval van huishoudens, 1985-2017. Daarnaast is in toenemende mate sprake van het affakkelen of Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2022.
Bronnen
- Coops, O., L. Luning, et al. (1995). Emissies van stortplaatsen. Publicatiereeks Emissieregistratie nr. 28. Hoofdinspectie Milieuhygiëne, Ministerie van VROM, Den Haag.
- Cornelissen, A.A.J. en D. Beker (1999). Onderzoek naar de fysische samenstelling van het Nederlandse huishoudelijk afval, resultaten 1997. RIVM, Bilthoven.
- Jager, D. de, en K. Blok (1993). Koolstofbalans van het afvalsysteem in Nederland. Ecofys, Utrecht.
- VVAV (2002). Jaarverslag 2001. Vereniging van Afvalverwerkers, Utrecht.
Relevante informatie
- Recente emissiecijfers kunnen in detail bekeken worden op het Datawarehouse van de Emissieregistratie. Verder is via deze site informatie beschikbaar over de methodieken voor het bepalen van emissiecijfers en informatie over wijzigingen in methodieken.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2002). Emissie van methaan uit stortplaatsen, 1980-2001 (indicator 0160, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.