Aantal motorvoertuigen, 1980-2002
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Het aantal personenauto's en bedrijfsvoertuigen is in 2002 verder toegenomen tot respectievelijk 6,8 miljoen en bijna 190 duizend voertuigen.
Ontwikkelingen personenauto's
Het personenautopark is in de periode 1980-2002 met meer dan de helft toegenomen tot 6,8 miljoen auto's. Het aantal auto's met een LPG-installatie neemt sinds 1991 gestaag af en is terug op het niveau van het begin van de jaren tachtig. In 2002 waren er 470 000 motorfietsen, bijna vijfmaal zoveel als in 1980.
Ontwikkelingen bedrijfsvoertuigen
Het aantal lichte bedrijfsvoertuigen, te weten bestelauto's en lichte speciale voertuigen, is fors gestegen, van 220 000 in 1980 tot ruim 800 000 in 2002. Dit is mede het gevolg van het op grote schaal particulier gebruiken van bestelauto's. Het aantal zware bedrijfsvoertuigen, te weten vrachtauto's, trekkers, autobussen en speciale voertuigen, neemt gestaag toe en wel van 130 000 in 1980 tot bijna 190 000 in 2002.
Bronnen
- CBS (2003a). Statline. Statistiek van de motorvoertuigen. Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen.
- CBS (2003b). Statline. De mobiliteit van de Nederlandse bevolking. Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen.
Relevante informatie
- Meer gegevens over het aantal motorvoertuigen zijn te vinden op Statline (CBS).
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2003). Aantal motorvoertuigen, 1980-2002 (indicator 0026, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.