Milieukosten per doelgroep en thema, 2003
U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.
Deze indicator geeft een uitsplitsing van de milieukosten per doelgroep naar de verschillende milieuthema's. Door veranderingen in onderliggende data is het steeds moeilijker om de milieukosten op dit detail niveau met een voldoende betrouwbaarheid te presenteren. Daarom is besloten dat deze indicator niet meer zal worden bijgewerkt. De indicatoren "Milieukosten per doelgroep" en "Milieukosten per milieuthema" worden wel bijgewerkt.
De milieukosten bedragen in 2003 ruim 12,5 miljard euro. In onderstaande tabel is te zien hoe de milieukosten zijn verdeeld over de verschillende doelgroepen en milieuthema's.
Land- en tuinbouw | Industrie en energie-sector | Verkeer en vervoer | Over-heid | Afval-beheer-bedrijven | Actoren in de water-keten | Overige doel-groepen | Totaal | |
mln euro | ||||||||
Totaal | 850 | 2 760 | 760 | 2040 | 3 330 | 2 170 | 820 | 12720 |
Verzuring en luchtkwaliteit 1) | 90 | 900 | 670 | 30 | 0 | 0 | 100 | 1 800 |
Klimaatverandering | 30 | 560 | 0 | 280 | 0 | 0 | 270 | 1 150 |
Vermesting | 640 | 30 | 0 | 90 | 0 | 280 | 0 | 1 040 |
Verspreiding | 0 | 500 | 0 | 10 | 0 | 1 100 | 170 | 1 790 |
Gewasbescher-mingsmiddelen | 50 | 0 | 0 | 10 | 0 | 0 | 0 | 50 |
Afvalbeheer | 20 | 130 | 0 | 20 | 3 330 | 780 | 60 | 4 340 |
Geluid | 0 | 60 | 80 | 210 | 0 | 0 | 30 | 390 |
Verontreiniging bodem | 0 | 220 | 0 | 250 | 0 | 0 | 160 | 630 |
Externe veiligheid | 0 | 90 | 0 | 20 | 0 | 0 | 20 | 130 |
Onderzoek en ontwikkeling | 0 | 90 | 0 | 580 | 0 | 0 | 0 | 670 |
Uitvoering en handhaving | 0 | 110 | 0 | 500 | 0 | 0 | 10 | 620 |
Overig 2) | 0 | 60 | 0 | 30 | 0 | 10 | 10 | 110 |
1) Milieukosten voor Verzuring hebben betrekking op NOx ,SO2 NH3, VOS en fijn stof. 2) Overig omvat aantasting ozonlaag en verdroging. | ||||||||
Bron: RIVM, 2004 | RIVM/MC/juni2004 |
Ontwikkeling milieukosten
De milieukosten bedroegen in 2003 ruim 12,5 miljard euro. De totale milieukosten zijn sinds 1990 meer dan verdubbeld. Ongeveer een derde deel van deze toename wordt veroorzaakt door een stijging in kosten voor afvalbeheer. Naast een toename in de hoeveelheid geproduceerd afval, is dit toe te schrijven aan een verschuiving van het storten naar het (duurdere) verbranden en hergebruik van afval. Verder is er een forse toename in de kosten voor klimaatverandering (m.n. bij Industrie en energiesector), verzuring en luchtkwaliteit (m.n. bij Verkeer en vervoer en bij de Industrie en energiesector) en vermesting (m.n. bij Land- en tuinbouw). Deze toename is het gevolg van inspanningen om emissies die bijdragen aan deze thema's te reduceren.
Ontwikkeling milieukosten per thema
Van de totale milieukosten wordt het grootste deel besteed aan de thema's Verwijdering, Verspreiding en Verzuring en luchtkwaliteit. Milieukosten voor het thema Verwijdering zijn met name kosten voor riolering en voor de inzameling en verwerking van afval. Milieukosten voor het thema Verspreiding zijn met name kosten voor het zuiveren van afvalwater. Bij milieukosten voor het thema Verzuring en luchtkwaliteit gaat het om kosten van maatregelen die bedoeld zijn om emissies van SO2, NOx, NH3, VOS en fijn stof terug te dringen.
Ontwikkeling milieukosten per doelgroep
Milieukosten worden met name gemaakt door de afvalbeheerbedrijven (inzameling en verwerking van afval), de actoren in de waterketen (voor riolering en rioolwaterzuivering) en de Industrie en energiesector. Verder neemt ook de overheid een substantieel deel van de milieukosten voor haar rekening. Bij alle onderscheiden doelgroepen nemen de milieukosten over het geheel genomen toe in de periode 1990-2003. De grootste procentuele toename in milieukosten is te zien bij de land- en tuinbouw en de afvalbeheerbedrijven met een gemiddelde toename van 11% resp. 10% per jaar.
Methodiek
Milieukosten zijn de jaarlijkse kosten (kapitaalskosten en operationele kosten) van maatregelen, die in het kader van milieubeheer genomen worden. In de Methodiek Milieukosten (VROM, 1998) is vastgelegd wat tot milieukosten wordt gerekend en hoe deze worden berekend. De kosten van maatregelen, die een positief effect op het milieu hebben maar zichzelf binnen drie jaar terugverdienen, worden niet tot de milieukosten gerekend. Ook economische gevolgen door het invoeren van milieumaatregelen, bijvoorbeeld veranderingen in de afzet, behoren niet tot de milieukosten. Conform de Methodiek Milieukosten wordt de rentevoet (waarmee de jaarlijkse kosten van het vermogensbeslag door investeringen worden berekend) bepaald op basis van de reële kapitaalmarktrente (Hanemaaijer en Dirkx, 2001). Met de kapitaalmarktrente varieert daarom ook de rentevoet in de tijd. Heffingen en subsidies die betrekking hebben op milieu worden niet meegerekend in de milieukosten. Deze zogenaamde overdrachten zorgen echter wel voor een verschuiving van de lasten met betrekking tot milieu van actoren die milieukosten maken naar actoren die de heffing betalen of de subsidie verlenen. Zo maken afvalbeheerbedrijven kosten voor inzameling en verwerking van afval, maar dragen burgers en bedrijven een groot deel van de lasten doordat zij reinigingsrechten betalen. En bedrijven maken kosten door te investeren in milieumaatregelen, maar de overheid draagt een deel van de lasten door diverse subsidieregelingen met betrekking tot investeringen in milieumaatregelen.
Wijzigingen ten opzichte van eerdere berekeningen
De ontwikkeling de milieukosten wijkt af van eerder gerapporteerde ontwikkelingen. Dit komt met name doordat bij de meest recente berekeningen een andere gegevensbron is gebruikt voor kosten van inzameling en verwerking van afval en afvalwater. Dit zijn posten die substantieel (ca. 1/3) bijdragen aan de totale milieukosten. Deze kosten zijn nu gebaseerd op de CBS statistiek Kosten en financiering milieubeheer, terwijl ze in het verleden gebaseerd waren op gegevens van het RIVM over maatregelen. Deze laatste zijn echter niet beschikbaar voor recente jaren. Om de tijdreeks consistent te laten zijn is ervoor gekozen de kosten voor de hele periode te baseren op de CBS statistiek. De stijging in de milieukosten in de periode 1990-2003 wordt dus niet veroorzaakt door deze aanpassing. Dit heeft wel als gevolg dat de milieukostencijfers voor de hele periode afwijken van eerder gepubliceerde cijfers.
Bronnen
- Hanemaaijer, A.H. en M.C.A.P. Dirkx (2001). MONNIE 2000: Milieukostenmodel RIVM. RIVM (rapportnr. 773 401 003), Bilthoven.
- VROM (1998). Kosten en baten in het milieubeleid - definities en berekeningsmethoden. Publicatiereeks milieustrategie 1998/6. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM), Den Haag.
Relevante informatie
- CBS (2004a). Statline. Kosten en financiering van het milieubeheer. Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen.
- CBS (2004b). Statline. Milieukosten van de landbouw. Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen.
- CBS (2003a). Statline. Milieukosten van bedrijven. Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen.
- CBS (2003b). Statline. Milieukosten van het verkeer. Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen.
- LEI-DLO (1999). Milieukosten gewasbescherming door de land- en tuinbouw. LEI-DLO, Den Haag.
- Ministeries (2003). Begrotingen tot en met 2004. Diverse Ministeries, Den Haag.
- TME (1997). Achtergronddocument overheidsuitgaven en overdrachten. Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie, Den Haag.
- Meer informatie over monitoring en evaluatie van afvalbeheer is te vinden bij het Afval Overleg Orgaan, Utrecht.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2004). Milieukosten per doelgroep en thema, 2003 (indicator 0423, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.