Bevolkingsomvang en aantal huishoudens, 1980-2020

Toenemende bevolking, minder jongeren en meer ouderen

De omvang van de Nederlandse bevolking neemt nog steeds toe. Per 1 januari 2021 telde Nederland 17,5 miljoen inwoners (CBS, 2020a). De 'groene druk", oftewel de verhouding tussen het aantal personen tussen 0 en 20 jaar ten opzichte van de personen in de zogeheten 'productieve' leeftijdsgroep tussen 20 tot 65 jaar is sinds 1980 gedaald van 55,1 tot 36,9 procent in 2020. De 'grijze druk', dit is de verhouding tussen het aantal personen van 65 jaar of ouder ten opzichte van de personen in de 'productieve' leeftijdsgroep tussen 20 en 65 jaar, is in de beschouwde periode toegenomen: van 20,1 naar 33,1 procent (CBS, 2020b). De totale demografische druk is in die periode afgenomen van 75,2 naar 70,0 procent.
De levensverwachting bij geboorte blijft toenemen. Mannen worden gemiddeld 80,46 en vrouwen 83,56 jaar (CBS, 2020c). Rond 1980 bedroeg de levensverwachting bij geboorte nog respectievelijk 72,5 en 79,2 jaar.

Groei aantal huishoudens sterker dan toename bevolkingsomvang

Het aantal huishoudens op 1 januari 2020 bedroeg 8,0 miljoen en neemt sterker toe dan de bevolkingsomvang (CBS, 2020h). Dit wordt veroorzaakt door de sterke toename van het aantal eenpersoonshuishoudens tot bijna 3,1 miljoen op 1 januari 2020.

Bevolkingsdichtheid verder toegenomen

Het aantal inwoners per km² is toegenomen van 415 in 1980 tot 517 op 1 januari 2020 (CBS, 2020d). De randstad heeft duidelijk de grootste bevolkingsdichtheid (Zuid-Holland 1 374 inwoners/km², Noord-Holland 1 081 inwoners/km² en Utrecht 912 inwoners/km²). De meeste ruimte per inwoner is te vinden in Drenthe (188 inwoners/km²), Friesland (195 inwoners/km²) en Zeeland (215 inwoners/km²).