Mossen van de Habitatrichtlijn, 2004-2016

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Er staan vier mossen op de Habitatrichtlijn. Het geel schorpioenmos neemt toe; de trend van de overige drie soorten is nog niet bekend.

Habitatrichtlijn

De Habitatrichtlijn van de Europese Unie is bedoeld om de biodiversiteit in stand te houden door de wilde flora en fauna en hun habitats te beschermen. Daartoe moeten de lidstaten speciale beschermingsgebieden (Habitatrichtlijngebieden) inrichten en bepaalde planten- en diersoorten en habitats beschermen. De lidstaten rapporteren elke zes jaar hoe de soorten en habitats er voor staan door na te gaan in hoeverre deze een gunstige staat van instandhouding hebben bereikt. De Europees beschermde soorten staan in bijlage II, IV en V van de Habitatrichtlijn.
Er staan vier Nederlandse mossoorten op de Habitatrichtlijn: twee in bijlage II en twee in bijlage V.

Geel schorpioenmos

Geel schorpioenmos staat in bijlage II en heeft een zeer ongunstige staat van instandhouding. De soort groeit in moskussens op venig substraat, vooral in bronveentjes en op plekken in hoog- en laagveen waar mineraalrijk water vanuit de diepere ondergrond omhoog komt. Ook is de soort aangetroffen in laagten in blauwgrasland. In Nederland was de soort vanouds zeldzaam, maar wel wijd verspreid; De soort is tot zijn herontdekking voor het laatst in Nederland waargenomen in 1965 in het Labbegat bij Sprang-Capelle. Door verdroging en habitatvernietiging is het Geel schorpioenmos in grote delen van Europa sterk achteruitgegaan, hetgeen de soort bij de Europese Habitatrichtlijn een beschermde status bezorgde. De soort is nu in geheel Europa zeldzaam.

Herontdekking

In 1996 is in de Meppelerdieplanden een omvangrijke populatie ontdekt, terwijl de soort vroeger niet uit Noordwest-Overijssel bekend was. De soort groeit daar in overstromingsgrasland dat het midden houdt tussen dotterbloemhooiland en kleine zeggenmoeras. Sinds het meetprogramma van start is gegaan zijn er elke meetronde nieuwe vindplaatsen opgenomen in het meetnet, maar het overgrote deel van de populatie is nog steeds te vinden in de Meppelerdieplanden (Van Tweel en Sparrius 2016).

Overige mossen Habitatrichtlijn

Kussentjesmos en alle soorten van het geslacht veenmos (Sphagnum) staan op bijlage V van de Habitatrichtlijn. Tonghaarmutsmos of tonghaarmuts (bijlage II van de Habitatrichtlijn) is in 1989 voor het eerst gevonden in Nederland. Inmiddels zijn er veertien vondsten bekend, de meeste in jong wilgenbos, langs beken en in jonge aanplanten van zomereik. De individuele planten zijn door de snelle successie zelden terug te vinden.

Bronnen

  • Janssen, J.A.M. en J.H.J. Schaminée (2008). Europese natuur in Nederland. Soorten van de Habitatrichtlijn. KNNV Uitgeverij, Utrecht.
  • Tweel, M.J. van, en L.B. Sparrius (2016). NEM Meetnet Geel schorpioenmos. Rapportage meetronde 2016. BLWG rapport 2016.02. Bryologische en Lichenologische Werkgroep, Breda.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Mossen van de Habitatrichtlijn, 2004-2016
Omschrijving
Trends in mossen van de Habitatrichtlijn
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
Gegevens over de trend in Nederland komen uit het Meetnet Geel schorpioenmos van het Netwerk Ecologische Monitoring. Vanaf 2004 zijn elke drie jaar alle bekende vindplaatsen van Geel schorpioenmos gemonitord op10x10m-niveau. Nieuwe vindplaatsen van na 2004 zijn toegevoegd aan het Meetnet. Gestreefd is naar een integrale telling.
Basistabel
Niet van toepassing
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Geen
Verschijningsfrequentie
Elke drie jaar
Achtergrondliteratuur
CBS (2016). Meetprogramma's voor flora en fauna. Kwaliteitsrapportage NEM over 2015. Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag.Tweel, M.J. van, en L.B. Sparrius (2016). NEM Meetnet Geel schorpioenmos. Rapportage meetronde 2016. BLWG rapport 2016.02. Bryologische en Lichenologische Werkgroep, Breda.
Betrouwbaarheidscodering
A: Integrale telling

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
03
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
02
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CLO (2016). Mossen van de Habitatrichtlijn, 2004-2016 (indicator 1556, versie 02, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.