Deelname aan vakanties, 1990-2009
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
Nederlanders trekken er de laatste jaren circa 35 miljoen keer per jaar op uit voor een korte of lange vakantie. Voor het vervoer naar de vakantiebestemming maakt men vooral gebruik van de auto. Voor buitenlandse reizen is ook het vliegtuig erg populair.
eenheid | 1990 | 2000 | 2005 | 2007 | 2008 | 2009 | ||
Vakantie-intensiteit en -participatie | ||||||||
Aantal vakanties | miljoen | 25,4 | 30,5 | 34,4 | 35,2 | 35,9 | 36,4 | |
Aantal deelnemers | miljoen | 10,4 | 11,9 | 12,4 | 12,5 | 12,7 | 12,6 | |
Gemiddeld aantal vakanties per vakantieganger | 1 | 2,43 | 2,57 | 2,77 | 2,82 | 2,83 | 2,88 | |
Participatie | % | 75 | 79 | 81 | 81 | 82 | 81 | |
Vakanties in Nederland | ||||||||
Aantal vakanties | miljoen | 14,6 | 16,6 | 17,3 | 17,6 | 17,4 | 18,0 | |
w.v. | in de zomerperiode | miljoen | 10,2 | 11,1 | 10,6 | 10,5 | 10,5 | 10,2 |
in de winterperiode | miljoen | 4,3 | 5,5 | 6,8 | 7,1 | 7,0 | 7,7 | |
w.v. | per auto | miljoen | 12,9 | 15,3 | 15,6 | 15,8 | 15,7 | 16,4 |
overige vervoerswijzen | miljoen | 1,7 | 1,3 | 1,7 | 1,8 | 1,7 | 1,6 | |
Gemiddelde vakantieduur | dagen | 6,8 | 6,7 | 6,5 | 6,4 | 6,3 | 6,2 | |
Vakanties in het buitenland | ||||||||
Aantal vakanties | miljoen | 10,8 | 13,9 | 17,1 | 17,6 | 18,5 | 18,4 | |
w.v. | in de zomerperiode | miljoen | 7,3 | 8,8 | 10,2 | 10,6 | 11,5 | 10,4 |
in de winterperiode | miljoen | 3,5 | 5,1 | 6,9 | 6,9 | 7,0 | 8,0 | |
w.v. | per auto | miljoen | 6,6 | 7,6 | 9,5 | 9,7 | 10,0 | 10,4 |
per vliegtuig | miljoen | 1,8 | 4,1 | 5,3 | 5,8 | 6,4 | 6,0 | |
overige vervoerswijzen | miljoen | 2,4 | 2,2 | 2,1 | 2,1 | 2,1 | 2,0 | |
Gemiddelde vakantieduur | dagen | 12,7 | 11,8 | 11,1 | 10,9 | 11,2 | 10,9 | |
Bron: CBS. | CBS/CLO/sep10/0039 | |||||||
NB: Door enkele wijzigingen in de onderzoeksmethode zijn de cijfers vanaf 2002 niet helemaal vergelijkbaar met die van voor 2002 (zie ook: technische toelichting). |
Ontwikkeling algemeen
De laatste jaren gaat 81 tot 82 procent van de bevolking met vakantie. In 2009 gaat het om 12,6 miljoen personen die tezamen goed zijn voor 36,4 miljoen vakanties. Bijna de helft van de vakanties wordt in eigen land doorgebracht.
Hoewel veruit de meeste Nederlanders in ieder geval in de zomerperiode (mei-september) op vakantie gaan, komt ook de winterperiode voor veel mensen in aanmerking om er een paar dagen of langer op uit te trekken. Relatief gezien is de deelname aan vakanties in de winter de afgelopen tien jaar sterker gestegen dan in de zomerperiode.
Binnenlandse vakanties
Bij de vakanties in Nederland zijn vooral de Noordzeebadplaatsen en de Veluwe populair. Voor binnenlandse vakanties blijft de auto het vervoermiddel bij uitstek. In negen van de tien gevallen is de auto namelijk het voornaamste vervoermiddel om het vakantieadres te bereiken. Dit aandeel is de laatste jaren tamelijk stabiel. Een veel geringere groep Nederlanders gaat met de trein naar het vakantieadres.
Buitenlandse vakanties
Ook voor buitenlandse vakanties maakt men veelal gebruik van de auto. Ruim 10,0 miljoen keer ging men op deze wijze in 2009 op pad voor een buitenlandse vakantie. Op ruime afstand volgt het vliegtuig als het op één na belangrijkste vervoermiddel om naar een buitenlandse vakantiebestemming te reizen. In 2009 werden bijna 6,0 miljoen vakanties met dit vervoermiddel ondernomen, iets minder dan in 2008. Het gebruik van het vliegtuig is in de periode 1990-2009 sterk toegenomen.
Relevantie
Vakanties, en dus het reizen en het verblijven op een vakantiebestemming, legt door de activiteit druk op het milieu. De invloed van toerisme op het milieu is erg complex en hangt onder andere af van het type vakantie en het type vervoermiddel waarmee men zich verplaatst.
Door het reizen vinden er in de vakantieperioden verdichtingen plaats van de verkeersstroom, zowel op de weg als in de lucht. De gevolgen voor het milieu omvatten onder andere een toename van de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen en een toename van de geluidhinder (vooral in de omgeving van vliegvelden). Op de vakantiebestemming omvatten de gevolgen voor het milieu onder andere een toename in het energie- en waterverbruik, en het ontstaan van afval.
Bronnen
- CBS (2006). Continu Vakantie Onderzoek. CBS, Voorburg / Heerlen.
- CBS (2009). Toerisme en recreatie in cijfers 2009. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2010a). StatLine: Ontwikkeling van het aantal vakanties naar vakantiekenmerken. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2010b). StatLine: Vakanties: kerncijfers CVO. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2010c). Vakanties van Nederlanders 2009. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2010d). Toerisme in Nederland 2009. CBS, Den Haag / Heerlen.
Relevante informatie
- Meer informatie over vakanties zijn te vinden in de publicaties Vakanties van Nederlanders 2009, Toerisme en recreatie in cijfers 2009 en Toerisme in Nederland 2009 van het CBS en in de database StatLine van het CBS.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Deelname aan vakanties
- Omschrijving
- Ontwikkeling van het aantal vakanties, het aantal mensen dat één of meerdere malen per jaar op vakantie gaat, het gemiddeld aantal vakanties per vakantieganger en de gemiddelde lengte van de vakantie. Er wordt een onderscheid gemaakt naar de bestemming (Nederland, buitenland), de periode waarin men op vakantie gaat, en de vervoerswijze.
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
- Berekeningswijze
- Het Continu Vakantie Onderzoek (CVO) is een panelonderzoek waarvoor aselect personen uit de NIPO Capi@Home database worden getrokken. Vanaf 2002 betreft het een steekproef van netto circa 6 500 personen. Ten opzichte van voorgaande CVO's betekent dit bijna een verdubbeling. In de maanden januari, april, juli en oktober wordt aan de personen die binnen de steekproef vallen gevraagd informatie te verstrekken over hun vakantie(s) in de drie voorafgaande maanden. Om zoveel mogelijk te voorkomen dat vakanties vergeten worden, wordt de respondenten gevraagd om een aantal kerngegevens direct na afloop van iedere vakantie in een speciaal elektronisch schema te noteren. De kans op onderschatting van het werkelijk aantal doorgebrachte vakanties is daardoor verkleind. Voor de berekening van de landelijke cijfers, wordt de steekproef herwogen naar een aantal bekende populatiekenmerken uit de Nederlandse bevolking (exclusief de bevolking in instellingen, inrichtingen en tehuizen en personen met de niet-Nederlandse nationaliteit). Het artikel Continu Vakantie Onderzoek (CBS, 2006) geeft een korte methodebeschrijving van het onderzoek.
In het CVO definieert men een vakantie als een verblijf buiten de eigen woning voor ontspanning of plezier met ten minste één overnachting. Vanaf 2002 wordt ook het logeren bij familie, vrienden of kennissen in het buitenland tot de vakanties gerekend. Een verblijf bij familie, vrienden of kennissen in Nederland telt niet mee, tenzij de bewoners de hele tijd of de meeste dagen afwezig waren. - Basistabel
- StatLine: Ontwikkeling van het aantal vakanties naar vakantiekenmerken (CBS, 2010a).
StatLine: Vakanties: kerncijfers CVO (CBS, 2010b). - Geografische verdeling
- Nederland.
- Andere variabelen
- Aantal korte en lange vakanties, bezochte toeristengebieden, bestemmingsprovincies, logiesvorm, uitgaven.
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks.
- Achtergrondliteratuur
- Continu Vakantie Onderzoek (CBS, 2006).
Toerisme en recreatie in cijfers 2009 (CBS, 2009)
Vakanties van Nederlanders 2009 (CBS, 2010c)
Toerisme in Nederland 2009 (CBS, 2010d) - Betrouwbaarheidscodering
- B (schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij de representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is)
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2010). Deelname aan vakanties, 1990-2009 (indicator 0039, versie 11, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.