Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven (1980-2009)
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Het totale aantal land- en tuinbouwbouwbedrijven daalt sinds 1980 ieder jaar. Het aantal grote bedrijven daarentegen heeft een grillig verloop. Sinds 2005 is het aantal grote bedrijven weer licht aan het stijgen. Grote bedrijven zijn bedrijven van 100 nge of meer, waarbij de nge (Nederlandse grootte eenheid) een maat is waarmee de economische omvang van agrarische activiteiten wordt aangegeven.
Minder kleine en middelgrote bedrijven
Het aantal grote bedrijven is vooral tussen 1990 en 1995 snel gestegen. De schaalvergroting die toen plaatsvond is terug te zien in de gemiddelde omvang van de bedrijven. In 1990 telde het gemiddelde boerenbedrijf 16 ha cultuurgrond en 50 nge. In 1995 is dit gestegen tot 17 ha en 70 nge, wat toenames zijn van respectievelijk 8% en 39% in 5 jaar tijd. In 2009 is de schaalvergroting doorgegaan en heeft een land- en tuinbouwbedrijf een gemiddelde omvang van 26 ha en 102 nge.
Weinig kleine bedrijven in Flevoland, veel grote bedrijven in Zuid-Holland
De verdeling van de economische omvang van alle bedrijven per provincie laat op een tweetal punten een opvallend verschil zien. In de provincie Flevoland komen relatief weinig bedrijven kleine bedrijven (< 40 nge) voor. In de provincie Zuid-Holland komen relatief veel zeer grote bedrijven (>= 500 nge) voor. Onder deze megabedrijven vallen veel glastuinbouwbedrijven.
Bedrijven met veel landbouwgrond vooral in noordelijke provincies
Bedrijven met 100 ha of meer landbouwgrond komen vooral voor in de noordelijke provincies Groningen, Friesland, Drenthe en in de provincies Flevoland en Zeeland. Dit soort zeer grote bedrijven neemt in aantal toe; sinds 1990 is het aantal bijna verdrievoudigd. In Zuid-Holland is bijna de helft van de bedrijven kleiner dan 5 ha. Een deel van deze bedrijven zijn glastuinbouwbedrijven, die met relatief weinig cultuurgrond toe kunnen. In Flevoland komen nauwelijks bedrijven voor met minder dan 5 ha cultuurgrond. Flevoland kent weinig glastuinbouw en weinig hobbyboeren.
Bronnen
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven (1980-2009)
- Omschrijving
- Ontwikkeling van het aantal landbouwbouwbedrijven naar economische omvang van 1980-2000. Hierbij worden de bedrijven op basis van economische omvang ingedeeld in drie klassen: 3 tot 4 nge, 40 tot 100 nge en 100 nge of meer. Verdeling van agrarische bedrijven naar economische omvang per provincie in 2009. Hierbij worden de bedrijven op basis van economische omvang ingedeeld in vier klassen: 3 tot 4 nge, 40 tot 100 nge, 100 tot 500 nge en 500 nge of meer Verdeling van agrarische bedrijven naar oppervlakte cultuurgrond per provincie in 2009. Hierbij worden de bedrijven op basis van de oppervlakte cultuurgrond ingedeeld in vijf klassen: tot 5 ha, 5 tot 20 ha, 20 tot 50 ha, 50 tot 100 ha en 100 ha en meer.
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
- Berekeningswijze
- Zie CBS-Landbouwtelling
- Basistabel
- Ontwikkeling van het aantal landbouwbouwbedrijven naar economische omvang (1980-2000).Ontwikkeling van het aantal landbouwbouwbedrijven naar economische omvang (2000-2009).Verdeling van agrarische bedrijven naar economische omvang per provincie in nge (2009)Maatwerk op basis van LBT 2009*Verdeling van agrarische bedrijven naar oppervlakte cultuurgrond per provincie (2009*)Maatwerk op basis van LBT 2009*
- Geografische verdeling
- Nederland, provincies
- Andere variabelen
- Economische omvang en bedrijfstype
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Zie voor de methodenbeschrijving de tabeltoelichting van de landbouwtellingstabellen op StatLine
- Opmerking
- De peildatum is 1 april (van het referentiejaar).
- Betrouwbaarheidscodering
- A (Integrale enquête)
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2010). Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven (1980-2009) (indicator 2122, versie 01, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.