Grote vuurvlinder en veroudering moeras, 1996-2009

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De grote vuurvlinder is in Nederland sterk bedreigd door de veroudering van moeras, maar nam de laatste jaren weer enigszins toe. Vanaf 2007 is er weer een daling opgetreden.

Inkrimping areaal

De grote vuurvlinder is een karakteristieke vlinder van uitgestrekte laagveenmoerassen. In 1970 kwam deze vlindersoort in zeven grote moerasgebieden voor. In 2008 komt de soort nog slechts in drie moerasgebieden in Zuid-Friesland en Noordwest-Overijssel voor. Verreweg de meeste vinders worden aangetroffen in de Weerribben (honderden individuen). In De Wieden zijn dit er slechts enkele en in de Rottige Meente maar enkele tientallen.

Veenmosrietland

De grote vuurvlinder plant zich vooral voort in veenmosrietland in moerassen. De vlinder heeft een voorkeur voor een jonge fase van veenmosrietland, dat rijk is aan waterzuring. Hierop worden de eitjes afgezet.
Veenmosrietland is een bepaald stadium in de verlanding van veengebied dat is afgegraven voor turfwinning. Dergelijk rietland is zeldzaam en kan alleen met intensief beheer in stand blijven, want door natuurlijke successie verandert het in moerasbos. Bovendien verdwijnt veenmosrietland door verzuring en door vermesting van het oppervlaktewater. Doordat er nauwelijks nieuw veenmosrietland ontstaat, is de grote vuurvlinder een bedreigde soort.

Bescherming en bedreiging

Er is in 2000 een soortbeschermingsplan voor deze vlinder verschenen met maatregelen voor de ontwikkeling van nieuw leefgebied, waaronder het graven van petgaten waarin de verlanding opnieuw kan beginnen. De toename van de laatste jaren is vooral een gevolg van directe beschermingsmaatregelen van voortplantingslocaties en relatief warme zomers. Voor de daling vanaf 2007 is nog geen verklaring te geven.
De grote vuurvlinder staat op de Rode Lijst van dagvlinders. Alleen in Nederland komt de ondersoort 'batava' voor. Als deze uit Nederland zou verdwijnen, is deze ondersoort wereldwijd uitgestorven.

Bronnen

  • Swaay, C.A.M. van (2000) Beschermingsplan grote vuurvlinder 2000-2004. Rapport Directie Natuurbeheer nr. 39. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Wageningen.
  • Swaay, C. van (2006). De nieuwe Rode Lijst dagvlinders. Vlinders. Jrg 21 (3): 7-9.
  • Swaay, C.A.M. van (2006) Basisrapport Rode lijst dagvlinders. Rapport VS2006.002, De Vlinderstichting, Wageningen.
  • Swaay, C.A.M. van, D. Groenendijk en C.L. Plate (2010). Vlinders en libellen geteld: jaarverslag 2009. Rapport VS2010.001. De Vlinderstichting, Wageningen.
  • Vries, H.H. de (2001). Evaluatie Overlevingsplan grote vuurvlinder. Eindrapportage fase 2 VS2001.026. De Vlinderstichting, Wageningen.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Grote vuurvlinder en veroudering moeras
Omschrijving
Ontwikkeling populatie Grote vuurvlinder
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
De soort wordt in De Wieden, Weerribben en Rottige Meente in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring op basis van aantal rupsen en eieren geteld.
Basistabel
Zie tabblad figuurdata onder download figuurdata
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Vries, H.H. de (2001). Evaluatie Overlevingsplan grote vuurvlinder. Eindrapportage fase 2 VS2001.026. De Vlinderstichting, Wageningen.
Betrouwbaarheidscodering
B. Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
11
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CLO (2010). Grote vuurvlinder en veroudering moeras, 1996-2009 (indicator 1151, versie 08, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.