Gezondheidseffecten van fijn stof en ozon, 2003
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
Luchtverontreiniging door fijn stof of ozon was in 2003 verantwoordelijk voor 1 tot 4% van de totale vroegtijdige sterfte en 1 tot 4% van de spoedopnamen voor long- en hart- en vaataandoeningen in Nederland.
Totaal | waarvan | |||
Nederland | fijn stof (PM10)1) | ozon 2) | ||
Sterfte in 2003 | aantal mensen | 4) | 4) | |
Alle oorzaken | 141 963 | 2 840 | 1 650 | |
w.v. | luchtwegaandoeningen | 14 242 | 880 | 200 |
w.v. COPD 3) | 6 550 | 380 | 140 | |
w.v. longontsteking | 6 073 | 400 | 150 | |
hart- en | ||||
vaataandoeningen | 46 942 | 660 | 480 | |
Spoedopnamen in 2003 | ||||
Alle luchtwegaandoeningen | 48 381 | 800 | 0 | |
Hart- en vaataandoeningen | 98 550 | 1490 | 210 | |
1) Uitgaande van een weekgemiddelde 24-uurs fijn stofconcentratie. 2) Uitgaande van een daggemiddelde 8-uurs ozonconcentratie (van 12 tot 20 uur). 3) Chronic Obstructive Pulmonary Disease, hieronder vallen chronische bronchitis en longemfyseem. 4) Klik op de link voor informatie over de betrouwbaarheid van de gepresenteerde cijfers; de onder- en bovengrens van het 95% betrouwbaarheidsinterval. | ||||
Bron: RIVM. | MNP/MNC/dec 06 |
Effecten van fijn stof en ozon op de gezondheid
Luchtverontreiniging door fijn stof of ozon was in 2003 verantwoordelijk voor 1 tot 4% van de totale vroegtijdige sterfte en 1 tot 4% van de spoedopnamen voor long- en hart- en vaataandoeningen in Nederland. De geschatte risico's geassocieerd met fijn stof zijn groter dan die van ozon.
Het is onbekend of ozon en fijn stof de stoffen zijn die het effect veroorzaken of dat zij alleen de indicatoren voor een schadelijk mengsel zijn.
Beleid
Het beleid beoogt het voorkomen, verhinderen of verminderen van schadelijke effecten van luchtverontreiniging op de gezondheid van mens en milieu. Een uitgebreide beschrijving van het beleid rondom fijn stof vindt u Deeltjesvormige luchtverontreiniging: oorzaken en effecten. Het beleid voor ozon staat Fotochemische luchtverontreiniging: oorzaken en effecten beschreven.
Bronnen
- Fischer, P.H., Ameling, C.B. and Marra, M. Air pollution and daily mortality in the Netherlands over the period 1992 - 2002 (2005). RIVM - report 630400002/2005.
- Hoek, G., A. Verhoeff and P. Fischer (1997). Daily mortality and air pollution in the Netherlands, 1986-1994. LU Wageningen (rapportnr. 1997-481), Wageningen.
- Vonk, J.M. and J.P. Schouten (1998). Daily emergency hospital admissions and air pollution in the Netherlands 1982-1986 and 1986-1995. VROM regnr. 96.140072. RU Groningen.
Relevante informatie
- EU (2001) Richtlijn 2001/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2001 inzake nationale emissieplafonds voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen (NEC-richtlijn) (link naar PDF-bestand).
- VROM (2001). Nationaal Milieubeleidsplan 4. Een wereld en een wil: werken aan duurzaamheid. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, Den Haag.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Opmerking
- De inschatting voor het jaar 2003, van de gezondheidseffecten door concentraties van fijn stof of ozon, is gebaseerd op de methodiek beschreven in twee Nederlandse studies (Hoek et al., 1997; Vonk en Schouten, 1998).Verder is gebruik gemaakt van de meest recente gegevens (Fischer et al., 2005).
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2006). Gezondheidseffecten van fijn stof en ozon, 2003 (indicator 0340, versie 06, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.