Noordse stormvogel en zwerfvuil

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De Noordse stormvogel foerageert op zee en eet daarbij zwerfvuil op, zoals plastic. De hoeveelheid plastic in de magen van deze vogels neemt de laatste jaren geleidelijk af.

Ontwikkeling

Tussen 1982 en 2001 bleek steeds meer plastic (zwerfvuil) voor te komen in de magen van Noordse stormvogels. Vooral gebruiksplastic nam in het eind jaren negentig zéér sterk toe, waarna zich een afname heeft ingezet (significant over periode 1996-2003). De hoeveelheid industrieel plastic is tussen 1982 en 2003 gestaag (significant) afgenomen, al verloopt de afname de laatste jaren minder snel (afname 1996-2003 niet significant). De gecombineerde hoeveelheid plastic per vogelmaag is nu weer op een niveau dat vergelijkbaar is met de jaren tachtig, alleen in een andere samenstelling. Over de laatste vijf jaar had 98% van de Noordse stormvogels plastic in de maag, met gemiddeld 32 stukjes en 0,34 gram per dier (0,07gram industrieel; 0,27gram gebruiksplastic).

De hoeveelheid plastic in de magen van op de Nederlandse kust aangespoelde stormvogels hangt samen met de hoeveelheid zwerfvuil in de Noordzee. De belangrijkste bronnen van zwerfvuil (waaronder plastics) in de Noordzee zijn vrachtvaart, visserij, recreatie en offshore-industrie. Ook wordt zwerfvuil vanaf land aangevoerd door wind en rivieren.

Noordse stormvogels leven op zee en pikken plastic en ander zwerfvuil op dat op het water drijft. Het plastic blijft in de maag zitten en kan onder andere leiden tot verminderde eetlust en beschadigingen van de maagwand.

Bronnen

  • Franeker, J.A. van, en A. Meijboom (2002). Litter NSV. Marine litter monitoring by Northern Fulmars. A pilot study. Alterra-rapport nr. 401. Wageningen.
  • Franeker, J.A. van, en A. Meijboom (2003). Marine litter monitoring by Northern Fulmars. Progress Report 2002. Alterra-rapport nr. 622. Wageningen.
  • Franeker, J.A. van, A, Meijboom & M.L. de Jong. Marine litter monitoring by Northern Fulmars in the Netherlands 1982-2003. Alterra-rapport nr. 1093. Wageningen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
Tussen 1982 en 2003 is de maaginhoud van in totaal 479 aangespoelde stormvogel-kadavers onderzocht. De doodsoorzaak daarvan was uiteenlopend. Voor de jaren waarin minder dan 15 kadavers onderzocht zijn, zijn in de grafiek geen waarden weergegeven. Door de punten zijn lineaire trendlijnen getrokken voor gebruiks- en industrieel afval. De trends zijn overigens statistisch getoetst over individuele metingen uit alle jaren en na logaritmische transformatie. In de statistische analyse zijn artefacten die tot trends zouden kunnen leiden uitgesloten.
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
16
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
15
versie‎
14
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CLO (2005). Noordse stormvogel en zwerfvuil (indicator 1105, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.