Deelname aan vakanties, 1990-2004
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
Het aantal personen dat aan een lange vakanties deelneemt was in 2004 groter dan ooit. De zomervakanties blijven het meest populair.
Eenheid | 1990 | 1995 | 1999 | 2000 | 2002 | 2003 | 2004 | |
Vakantie-intensiteit | ||||||||
Aantal deelnemers aan lange | miljoen | 9,9 | 10,3 | 11,1 | 11,1 | 11,3 | 11,4 | 11,6 |
vakanties | ||||||||
Gemiddeld aantal lange vakanties | ||||||||
per vakantieganger | aantal | 1,7 | 1,7 | 1,7 | 1,7 | 2,0 | 1,9 | 2,0 |
Aantal lange vakanties | miljoen | 16,3 | 17,9 | 19,3 | 19,0 | 22,4 | 22,0 | 22,7 |
Participatie | ||||||||
Korte vakanties | % | 30,9 | 33,5 | 36,4 | 34,3 | 41,3 | 41,1 | 40,3 |
Lange vakanties | % | 69,9 | 71,8 | 74,4 | 74,0 | 74,2 | 74,8 | 75,4 |
Binnenlandse bestemming | % | 47,7 | 48,9 | 49,4 | 49,5 | 53,3 | 53,6 | 53,5 |
Buitenlandse bestemming | % | 50,4 | 54,6 | 57,1 | 56,9 | 59,5 | 59,8 | 59,1 |
Zomervakantie | % | 68,4 | 71,0 | 73,0 | 71,8 | 75,6 | 73,9 | 73,4 |
Wintervakantie | % | 36,6 | 38,8 | 42,9 | 43,0 | 42,0 | 50,2 | 52,3 |
Bron: CBS. | CBS/MNC/sep05/0039 | |||||||
N.B. Als gevolg van enkele wijzigingen in het onderzoek zijn vanaf 2002 niet geheel vergelijkbaar met die van voor 2002. |
Ontwikkeling algemeen
Ongeacht de duur brengt de laatste jaren ongeveer de helft van de Nederlanders één of meer vakanties in eigen land door. Een iets groter deel gaat (ook) naar het buitenland. Hoewel veruit de meeste Nederlanders in ieder geval in de zomerperiode (mei-september) op vakantie gaan, komt ook de winterperiode voor veel mensen in aanmerking om er een paar dagen of langer op uit te trekken. Relatief gezien steeg de deelname aan vakanties de afgelopen tien jaar in de winterperiode sterker dan in de zomerperiode.
Ontwikkeling lange vakanties
In 2004 is driekwart van de bevolking voor één of meer lange vakanties van huis geweest. Dit komt neer op 11,6 miljoen personen. Ze hebben in totaal 22,7 miljoen lange vakanties doorgebracht, iets meer dan in 2003.
Ontwikkeling korte vakanties
Het aantal deelnemers aan korte vakanties is ten opzichte van vorig jaar afgenomen. Gemiddeld trok men er per deelnemer iets minder vaak op uit dan in 2003. In 2004 werden 12,5 miljoen korte vakanties doorgebracht. Vooral binnenlandse korte vakanties in hotel, pension, zomerhuisje of caravan waren in 2004 populair.
Relevantie
Vakanties, en dus het reizen en het verblijven op een vakantiebestemming, is in onze samenleving een veel voorkomend fenomeen, maar legt door de activiteit druk op het milieu. In de vakantieperioden vinden verdichtingen plaats van de verkeersstroom, zowel op de weg als op Schiphol. Behalve ergernissen door reisvertragingen, ontstaat door het reisgedrag ook flinke hinder in de omgeving van Schiphol. Vakanties en recreatie zorgen lokaal voor milieudruk, met name van afval.
Bronnen
- CBS (2003). StatLine: Continu Vakantie Onderzoek. CBS, Voorburg/Heerlen.
- CBS (2005). StatLine:.Deelname een vakanties naar achtergrondkenmerken. CBS, Voorburg/Heerlen.
Relevante informatie
- Meer informatie over vakanties zijn te vinden in Vakanties van Nederlanders en Toerisme en recreatie in cijfers van het CBS en op StatLine (CBS).
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Opmerking
- Een lange vakantie is een verblijf buiten de eigen woning voor ontspanning of plezier met ten minste vier opeenvolgende overnachtingen. Vanaf 2002 wordt ook het logeren bij familie, vrienden of kennisen in het buitenland tot lange vakanties gerekend.
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2005). Deelname aan vakanties, 1990-2004 (indicator 0039, versie 06, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.