Bosareaal provincies

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De hoeveelheid bos is in de tweede helft van de 20e eeuw in alle provincies toegenomen.

Oppervlakte bos per periode per provincie
Provincie1952-19631964-19681980-1983 2000
 hectare
 
Friesland71017428951212328
Groningen1034113527866764
Drenthe22880239282897032145
Overijssel31121337684007936539
Flevoland13351993993816895
Gelderland77433845799560496365
Utrecht16756177961971020214
Noord-Holland9703100821119713161
Zuid-Holland46945073584810307
Zeeland1419167832764082
Noord-Brabant60313646487428275277
Limburg26511275193282433761
 
Totaal260320279629334026359845
Bron: MFV-bosCBS/NC/nov03

Ontwikkeling

Sinds 1950 is de oppervlakte bos toegenomen. Deze groei in bosoppervlakte gaat nog steeds door, in alle provincies. Gelderland is de meest bosrijke provincie, gevolgd door Noord-Brabant. In Groningen en Zeeland komt de minste hoeveelheid bos voor. Vóór 1950 werden de nieuwe bossen (veelal naaldbossen) aangelegd op de hogere zandgronden op voormalige woeste gronden (met name heiden en venen). Na 1950 is er veel nieuw bos aangeplant in de zeekleigebieden, onder andere op voormalige agrarische gronden in Friesland en Groningen. Deze nieuw aangelegde bossen zijn vrijwel allemaal gemengde loofbossen met inheemse boomsoorten. In Zuid-Holland is de oppervlakte bos sinds de jaren '80 vooral toegenomen door de aanleg van de Randstadgroenstructuur. De toename van bos in Flevoland sinds 1980-1983 komt voor een deel door de toevoeging van de Noord-Oostpolder aan deze provincie. Dat verklaart tevens de afname van bos in Overijssel.

Bronnen

  • Dirkse, G.M., W.P. Daamen en C. Schuiling (2001). Toelichting bossenkaart. Alterra-rapport 292. Wageningen.
  • Dirkse, G.M., W.P. Daamen en H. Schoonderwoerd (2003). Het Nederlandse bos 2001-2002. Expertisecentrum LNV. Wageningen.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
De gegevens zijn gebaseerd op de tweede (1952-1963), derde (1964-1968) en vierde bosstatistiek (1980-1983) en het Meetnet Functievervulling Bos (2001-2002). De bosstatistieken zijn gebaseerd op vlakdekkende metingen in het veld; de cijfers voor 2000 zijn gebaseerd op GIS-bewerkingen van de digitale topografische kaart van Nederland (TOP10Vector) en de CBS-statistiek Bodemgebruik.
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
06
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CLO (2004). Bosareaal provincies (indicator 1159, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.