Areaal bos in de provincies, 2009
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
De hoeveelheid bos is vooral in de tweede helft van de 20e eeuw in alle provincies toegenomen. De toename zet zich geleidelijk door in het eerste decennium van de 21e eeuw.
Oppervlakte bos neemt nog steeds toe
Sinds 1950 is de oppervlakte bos toegenomen. Deze groei in bosoppervlakte gaat in alle provincies nog steeds door. Gelderland is de meest bosrijke provincie, gevolgd door Noord-Brabant. In Groningen en Zeeland komt de minste hoeveelheid bos voor.
Vóór 1950 werden de nieuwe bossen (veelal naaldbossen) aangelegd op de hogere zandgronden op voormalige woeste gronden (met name heiden en venen). Na 1950 is er veel nieuw bos aangeplant in de zeekleigebieden, onder andere op voormalige agrarische gronden in Friesland en Groningen. Deze nieuw aangelegde bossen zijn vrijwel allemaal gemengde loofbossen met inheemse boomsoorten. In Zuid-Holland is de oppervlakte bos sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw vooral toegenomen door de aanleg van de Randstadgroenstructuur. De aanleg van de Randstadgroenstructuur is met de komst van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) stopgezet.
De toename van bos in Flevoland in 2005 komt voor een deel door de toevoeging van de Noordoostpolder aan deze provincie. Dat verklaart tevens de afname van bos in Overijssel.
Bronnen
- Arets, E.J.M.M., K.W. van der Hoek, H. Kramer, P.J. Kuikman & J.-P. Lesschen (2013). Greenhouse gas reporting of the LULUCF sector for the UNFCCC and Kyoto Protocol. Background to the Dutch NIR 2013. WOT Natuur & Milieu, Wageningen UR, Wageningen. WOt-technical report 1.
- Dirkse, G.M., W.P. Daamen en C. Schuiling (2001). Toelichting bossenkaart. Alterra-rapport 292. Alterra Wageningen UR, Wageningen.
- Dirkse, G.M., W.P. Daamen, H. Schoonderwoerd, M. Japink, M. van Jole, R. van Moorsel, P. Schnitger, W. Stouthamer & M. Vocks (2006). Meetnet Functievervulling bos 2001-2005. Vijfde Nederlandse Bosstatistiek. Rapport dk065-O. Directie Kennis, LNV, Ede.
- Kramer, H. G.W. Hazeu & J. Clement (2007). Basiskaart Natuur 2004: vervaardiging van een landsdekkend basisbestand terrestrische natuur in Nederland. WOt-werkdocument 40. Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, Wageningen UR, Wageningen.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Areaal bos in de provincies.
- Omschrijving
- De oppervlakte bos per provincie wordt gegeven.
- Verantwoordelijk instituut
- WOT Natuur & Milieu, Wageningen UR (Wim Daamen)
- Berekeningswijze
- De gegevens zijn gebaseerd op de tweede (1952-1963), derde (1964-1968) en vierde bosstatistiek (1980-1983), het Meetnet Functievervulling bos (Dirkse et al., 2001 & 2006) en de bossenkaart voor LULUCF (Arets et al., 2013). De drie genoemde bosstatistieken zijn integrale inventarisaties in het veld (census).
De cijfers voor 2005 zijn gebaseerd op GIS-bewerkingen van de digitale topografische kaart van Nederland (TOP10Vector) en de CBS-statistiek Bodemgebruik.
De oppervlakte van de bosterreinen in 2009 is gebaseerd op de digitale bossenkaart die gemaakt is voor de rapportage van de LULUCF-sector (Arets et al., 2013). Dit bestand is een afgeleide van de Basiskaart Natuur 2009. Het bestand telt een bosoppervlakte van 373 480 ha. De bossendefinitie van de FAO is hierbij als uitgangspunt gehanteerd: een oppervlakte meer dan 20% bedekt met bomen en met een minimum oppervlakte van 0,5 ha en breder dan 20 m.
Deze indicator is anders opgebouwd dan de versie uit 2006. De verschillen tussen deze versie en de vorige zijn veroorzaakt door een andere hantering van het begrip bosterrein, terwijl ook de basisbestanden (Bossenkaart 2001 en LULUCF-kaart 2009) qua opbouw en representatie anders zijn. In deze versie is een bosterrein een aaneengesloten bos gescheiden door andere vormen van bodemgebruik die minimaal 25 meter breed zijn. - Basistabel
- Digitale bossenkaart (afgeleid van Basiskaart Natuur 2009).
- Geografische verdeling
- Nederland
- Andere variabelen
- geen
- Verschijningsfrequentie
- Onregelmatig
- Achtergrondliteratuur
- Arets, E.J.M.M., K.W. van der Hoek, H. Kramer, P.J. Kuikman & J.-P. Lesschen (2013). Greenhouse gas reporting of the LULUCF sector for the UNFCCC and Kyoto Protocol. Background to the Dutch NIR 2013. WOT Natuur & Milieu, Wageningen UR, Wageningen. WOt-technical report 1
Dirkse, G.M., W.P. Daamen en C. Schuiling (2001). Toelichting bossenkaart. Alterra-rapport 292. Alterra Wageningen UR, Wageningen
Dirkse, G.M., W.P. Daamen, H. Schoonderwoerd, M. Japink, M. van Jole, R. van Moorsel, P. Schnitger, W. Stouthamer & M. Vocks (2006). Meetnet Functievervulling bos 2001-2005. Vijfde Nederlandse Bosstatistiek. Rapport dk065-O. Directie Kennis, LNV, Ede.
Kramer, H., G.W. Hazeu & J. Clement (2007). Basiskaart Natuur 2004: vervaardiging van een landsdekkend basisbestand terrestrische natuur in Nederland. WOt-werkdocument 40.Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, 2007, Wageningen UR, Wageningen - Betrouwbaarheidscodering
- B. Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2012). Areaal bos in de provincies, 2009 (indicator 1159, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.