Grondverwerving, inrichting en beheerregelingen: taakstellingen en voortgang; achtergrondinformatie

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van een groot deel van de areaaltaakstellingen van het rijks natuur- en- landschapsbeleid en de realisatie daarvan. De verschillende categorieën worden vervolgens toegelicht.Door de Kabinetten Balkenende I en II is een koerswijziging in de wijze van realisatie van het natuurbeleid ingezet. Het streven naar een duurzame en robuuste Ecologische Hoofdstructuur met de beoogde natuurkwaliteit blijft overeind staan. Het Kabinet kiest echter voor minder grondaankoop en daarmee minder beheer door terreinbeherende organisaties. Daarvoor in de plaats zal meer beheer plaatsvinden door agrariërs en andere particuliere grondeigenaren. Deze koerswijziging heeft wijzigingen in de taakstellingen tot gevolg. Deze taakstellingen zijn hier opgenomen. De koerswijziging heeft betrekking op 31.000 ha. Daarnaast is de taakstelling voor 54.000 ha vervallen. De taakstellingen uit de Agenda Vitaal Platteland zijn voor 2003 niet als vertrekpunt gehanteerd. Deze nota is nog niet vastgesteld in de Tweede Kamer. In de AVP is geen nieuw operationeel beleid voor natuur opgenomen, intentie is om het beleid voor ruim 145.000 ha te beëindigen.

Taakstellingen en realisatie verwerving, inrichting van gronden en beheerregelingen voor natuur, bos, landschap en recreatie.
 Taakstelling haGerealiseerd ha per 31-12-2003Percentage gerealiseerdGepland jaar van afronding
Versterking landelijk gebied
Kwaliteitsimpuls landschap 120.00000%?
Bos en landschap in landinrichting7.1903.90154%2018
Bosuitbreidinglocaties in landinrichting3.0001.39547%2010
Landschapsontwikkelingsplannen(stuks) 314 00%2008
Bestaand bos, natuurterreinen en landschap (beheer)96.500??%2018
Wintergasten20.00014.97575%2020
Belvedere subsidieregelingn.v.t.n.v.t.n.v.t.n.v.t.
Recreatie- en staatsbos13.3006.20147%2013
Vinac-regionaal groen438n.v.t.n.v.t.2010
Vinac-strategisch groen2.805n.v.t.n.v.t.2010
Kwaliteitsimpuls stadslandschappen10.000n.v.t.n.v.t.2020
 
Realisatie EHS
Robuuste verbindingen
1e tranche (verwerving)
8.316 0 0% 2018
Robuuste verbindingen 2e tranche (verwerving)8.100n.v.tn.v.t.2018
Ecologische verbindingen12.5006255%2018
Bestaand natuurterrein (verwerving)20.83120.831100%2003
Nieuwe natuur 2112.099 46.278 41%2018
Natte natuur (ICES)6.500 70911%2010
Bestaand bos, natuurterreinen en landschap (beheer)453.500??%2018
Particulier natuurbeheer42.2551.2133%2018
Agrarisch natuurbeheer 3117.685 73.20962%2018
Bron: DLG, LASER, LNV
1) 20.000 ha landschapselementen, waarvan 10.000 ha verwerven (geen onderdeel van de EHS)
2) Waarvan 13.500 ha in de uiterwaarden, afronding gepland in 2015
3) Hiervan ligt 97.685 ha binnen de EHS en 20.000 ha buiten de EHS.

Versterking Landelijk gebied

Kwaliteitsimpuls landschap

De kwaliteitsimpuls landschap uit de nota 'Natuur voor mensen, mensen voor natuur' is bedoeld om 400.000 hectare landelijk gebied te verbeteren. Het doel is om natuurgebieden met elkaar te verbinden, leefgebieden voor planten- en diersoorten in stand te houden en de landschappelijke en recreatieve kwaliteit van het landschap te behouden en te vergroten. Dit gebeurt door aanleg en herstel van kenmerkende landschapselementen (de zogenaamde groen-blauwe dooradering) in 40.000 hectare van het landelijk gebied. Maximaal 10.000 hectare hiervan kan worden aangekocht; de overige 30.000 hectare zal door de huidige eigenaren worden beheerd (zie p. 37 van het beleidsprogramma van deze nota). In de begroting van het Ministerie van LNV voor 2003 zijn deze aantallen gehalveerd; respectievelijk 200.000 en 20.000 hectare. Er is nog geen sprake van voortgang van de kwaliteitsimpuls landschap in termen van verwerving, inrichting en beheer. Wel is er ervaring opgedaan in de acht zogenaamde proeftuinen. Hiervoor zijn wel plannen gemaakt, maar het is niet tot uitvoering gekomen. Het experiment met de proeftuinen is beëindigd.

Bos en landschap in landinrichting

Het gaat hier over de omvang van de landschappelijke maatregelen in het kader van landinrichting. De taakstelling is bepaald op basis van de planvorming in landinrichting en is 9.190 ha. Het is de intentie dit te realiseren van 1994 tot en met 2018. In 2002 heeft LNV de taakstelling met 2.000 ha verlaagd, deze is nu 7.190 ha. Per 31 december 2003 was er 5.655 ha verworven, waarvan 3.901 hectare is ingericht.

Bosuitbreiding locaties in landinrichting

Het SGR (LNV, 1995) heeft als taakstelling 3.000 hectare bosuitbreiding te realiseren van 1994 tot en met 2010. Per 31 december 2003 was voor bosuitbreiding 1.702 hectare verworven, waarvan 1.395 hectare is ingericht.

Landschapsontwikkelingsplannen

Voor het grootste gedeelte van Nederland staat het Rijk een offensieve en op ontwikkeling gerichte aanpak voor: de Ontwikkelingsgerichte Landschapsstrategie (OLS) (LNV, 2000). De essentie van de OLS is dat ontwikkelingen in het landelijk gebied in principe niet worden tegengehouden, maar zijn toegestaan mits de kwaliteit van het landschap verbetert of ten minste niet achteruit gaat. Het Rijk stimuleert het opstellen van LOP's met subsidie. Sinds het najaar 2002 kunnen aanvragen voor subsidie voor het opstellen van een LOP worden ingediend. In de begroting van LNV voor 2003 is als taakstelling voor de OLS gegeven dat in 2008, 50-80% van de gemeenten (=314 gemeenten) een LOP heeft opgesteld. Er zijn in 2002 18 plannen aangevraagd, waarvan er 14 zijn gehonoreerd. Die plannen worden dus momenteel opgesteld. In 2003 zijn 14 plannen aangevraagd en 12 gehonoreerd. Er zijn per 31 december 2003 nog geen LOP's gereed.

Bestaand bos, natuurterreinen en landschap, beheer

De taakstelling is 96.500 ha, gerealiseerd in 2018. De gronden waren op 1 januari 2000 al geheel aanwezig (NVM, p32). Een deel van de gronden wordt beheerd door de terreinbeherende organisaties en een deel door andere organisaties zoals Defensie, Waterschappen en de terreinbeherende organisaties. De andere beheerders ontvangen geen financiering voor het beheer van LNV. De door hen beheerde hectares leveren wel een wezenlijke bijdrage aan de beoogde doelstelling voor natuur. In hoeverre deze hectaren zijn ingericht is niet bekend. Het is eveneens niet bekend in hoeverre de beoogde natuurdoelen zijn bereikt.

Wintergasten

In de nota NVM (LNV,2000 p32) is voor bestaand beleid wintergasten 20.000 ha als taakstelling voor buiten de EHS opgenomen, te realiseren in 2020. Daarnaast is binnen de EHS een taakstelling van 50.000 ha opgenomen. Deze hectaren zijn een onderdeel van de categorie agrarisch natuurbeheer en daar wordt de voortgang gerapporteerd. Vanaf 1996 is gestart met een experiment om in plaats van schadevergoeding en verjagen van ganzen, te komen tot de opvang van ganzen in bepaalde gebieden. Dit zijn de zogenaamde ganzen-gedooggebieden, waar ganzengedoog-overeenkomsten kunnen worden gesloten. Per 31 december was op 14.975 hectare een ganzengedoog-overeenkomst afgesloten. (In hoeverre deze volledig buiten de EHS liggen is niet bekend.)

Belvedère subsidieregeling

In de nota Belvedère (OC&W, 1999) verwoordt het Rijk het beleid voor cultuurhistorie. Doel van het beleid is dat de cultuurhistorische identiteit van een gebied richtinggevend gaat zijn voor de inrichting van een gebied. Daartoe moet bij ruimtelijke ontwikkelingen meer rekening worden gehouden met cultuurhistorische waarden in een gebied: "behoud door ontwikkeling". Het Belvederebeleid voor cultuurhistorie streeft nadrukkelijk niet naar behoud door het tegengaan van nieuwe ontwikkelingen. De doelstelling om cultuurhistorie meer richtinggevend te laten zijn voor de inrichting van een gebied wordt mede bereikt door te streven naar doorwerking van het Belvedèrebeleid in andere rijksnota's, provinciale en gemeentelijke nota's. Doorwerking van het Belvedèrebeleid wordt ook nagestreefd door de uitvoering te bevorderen van Belvedèreprojecten, waarin de cultuurhistorie daadwerkelijk wordt ingebracht in ruimtelijke ontwikkelingen. De subsidieregeling Belvedere biedt de mogelijkheid dergelijke projecten te subsidiëren. De doorwerking naar rijks- en provinciale nota's is goed. De doorwerking naar gemeentelijke nota's is nog onvoldoende. Er is een toename van het aantal gehonoreerde Belvedere projecten. Concrete uitvoering van projecten met aanwijsbare resultaten in het veld, vindt weinig plaats.

Recreatie- en staatsbos

Het recreatie- en staatsbos heeft vooral een recreatief doel. Het SGR geeft als taakstelling 13.300 hectare, te realiseren in 2013. In de uitwerking is inmiddels 13.660 hectare in plannen vastgelegd. De nota 'Natuur voor mensen, mensen voor natuur' rekent dit tot één van de robuuste verbindingen van de EHS. Per 31 december 2003 is in totaal 5.659 hectare verworven, exclusief 3.147 ha ruilgrond. Er is 6.201 hectare ingericht. In de tabel is de voortgang uitgezet ten opzichte van de taakstelling uit het SGR.

Vinac-regionaal groen

Volgens de actualisatie van de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (VINAC) (VROM, 1999) moet er in de periode 2004 - 2010, 438 hectare regionaal groen buiten de directe invloedsfeer van de 30 grote steden komen. De realisatie van deze taakstellingen start in 2004. Over het jaar 2003 is voortgang dan ook niet aan de orde.

Vinac-strategisch groen

Volgens de actualisatie van de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (VINAC) (VROM, 1999) moet er in de periode 2004 - 2010, 2.805 hectare extra groengebied komen rond de 30 grote steden. De realisatie van deze taakstellingen start in 2004. Over het jaar 2003 is voortgang dan ook eigenlijk niet aan de orde. Per 31 december 2003 is al wel 50 ha ruilgrond verworven.

Kwaliteitsimpuls Stadslandschappen

Volgens de nota 'Natuur voor mensen, mensen voor natuur' moet er in 2011-2020 nog eens 10.000 hectare hoogwaardig groengebied rond steden komen (GIOS, Groen in en om de stad; zie p. 42 van het beleidsprogramma van deze nota). Er wordt vanuit gegaan dat deze taakstelling is te financieren uit de woningbouw. De realisatie van deze taakstellingen start in 2011. Voortgang in termen van hectaren is dan ook eigenlijk niet aan de orde.

Realisatie Ecologische Hoofdstructuur

Robuuste verbindingen

De nota 'Natuur voor mensen, mensen voor natuur' stelt als nieuwe doelstelling de aanleg van zeven strategische, robuuste verbindingen. Deze verbindingen zijn bedoeld om de ruimtelijke samenhang en ecologische kwaliteit binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) te versterken, maar kunnen ook bijdragen aan andere functies. In totaal gaat het om 24.000 tot 30.000 hectare (zie p. 24 van het beleidsprogramma van de nota). Gemiddeld 27.000 ha. Als gevolg van de koerswijziging van het kabinet Balkenende I en II wordt een deel van robuuste verbindingen nu gerealiseerd via particulier natuurbeheer (7.904 ha) en via de lijn van agrarisch natuurbeheer (2.635 ha). De nieuwe taakstelling voor de robuuste verbindingen komt daarmee voor de eerste tranche op 8.316 ha (grondverwerving reeds gestart en gerealiseerd in 2015) en de tweede tranche van 8.100 ha (grondverwerving te starten in 2008 en gereed in 2015). De gehele inrichting dient in 2018 gereed te zijn. Per 31 december 2003 zijn er 30 ha gronden aangekocht voor de robuuste verbindingen exclusief 103 ha ruilgronden). Er zijn nog geen hectaren ingericht.

Ecologische verbindingszones

De nota Natuur voor Mensen geeft aan dat voor "gewone" ecologische verbindingszones 25.000 hectare nodig is. Men gaat er vanuit dat de helft daarvan tot stand komt door de aanleg van de robuuste verbindingen en door de kwaliteitsimpuls landschap. Voor de overige ongeveer 12.500 hectare moeten provincies nadere afspraken maken met het rijk (zie p. 19 van het beleidsprogramma van de nota). LNV heeft aangegeven (30-09-2003) het deel van de taakstelling waar nog afspraken over moesten worden gemaakt met de provincies (o.a. over de financiering) als taakstelling te laten vervallen. Hoewel deze taakstelling nog niet was vervallen in 2003 rapporteert LNV geen voortgang meer. Daarom zijn de cijfers over 2002 opgenomen. Per 31 december 2002 zijn er 222 ha gronden verworven voor de ecologische verbindingszones (exclusief 625 ha ruilgronden). Er zijn 645 hectaren ingericht.

Afronding bestaand natuurterreinen

De Relatienota (CRM 1975) beoogde de aankoop van 40.000 hectare om bepaalde bestaande natuurgebieden beter af te ronden. Het gaat hierbij om kleine aankopen voor het aaneensluiten van bestaande natuurterreinen. Dit kunnen zowel landbouwgronden (enclaves) als particuliere natuurterreinen zijn. Later (1994) is de taakstelling verlaagd naar 36.000 hectare. LNV heeft bij de ombuigingen van het beleid aangegeven dat deze gebieden niet meer zullen worden aangekocht, behoudens zeer specifieke situaties.Met ingang van 31 december 2003 is deze taakstelling dan ook beëindigd. Per 31 december 2003 is in totaal 20.831 hectare aan afrondingsaankopen gerealiseerd.

Nieuwe natuur

De Relatienota (CRM, 1975) plande een uitbreiding van de oppervlakte natuurreservaat ten opzichte van de bestaande situatie met 50.000 hectare. Het Natuurbeleidsplan (LNV, 1990) maakte daar 100.000 hectare van en voegde er ook nog 50.000 hectare natuurontwikkeling aan toe. In beide situaties gaat het om de omvorming van landbouwgrond tot natuurgebied. Bij de uitwerking door de provincies is het totaal op 151.500 hectare gekomen. Deze taakstelling is overgenomen in het Structuurschema Groene Ruimte (SGR) (LNV, 1995) en de nota 'Natuur voor mensen, mensen voor natuur' (LNV, 2000). Vanaf 2001 wordt er geen onderscheid meer gemaakt tussen "reservaten" en "natuurontwikkeling". Ze zijn samengevoegd tot "nieuwe natuur", met als taakstelling 151.500 hectare. Aanvankelijk zou dat worden gerealiseerd door de verwerving van gronden door de overheid en vervolgens de overdracht ervan aan beherende organisaties. Maar in het Regeerakkoord van 1998 is afgesproken dat in beginsel 19.200 niet zou worden verworven, maar dat daarvoor langdurige beheerovereenkomsten worden afgesloten met particuliere eigenaren. Alleen als dat niet lukt, zullen de resterende hectaren alsnog worden verworven. De overige 132.300 hectare moet dus wel worden verworven. De kabinetten Balkenende I en II hebben echter een koerswijziging ingezet. Hierbij verschuift het accent bij de realisatie van de EHS van aankoop van gronden naar particulier (15.151 ha) en agrarisch natuurbeheer (5.050 ha). De nieuwe taakstelling voor nieuwe natuur is 112.099 hectare . De verwerving van de gronden is vervroegd en dient nu in 2015 gerealiseerd te zijn. De inrichting in 2018. Per 31 december 2003 was in totaal 61.835 hectare (exclusief 19.248 ha ruilgrond) grond verworven. Daarvan is 46.278 hectare ingericht als nieuwe natuur. In 2003 is 3.107 ha verworven en 192 ha ingericht.

Natte natuur (ICES)

In de Interdepartementale Commissie voor Economische Structuurversterking (ICES) zijn er afspraken gemaakt over de aanleg van extra natte natuur. Deze gebieden liggen deels binnen, en deels buiten de EHS. Het betreft twee tranches, tot 2010 en tot 2015, en omvat (zie p. 29 van het beleidsprogramma in LNV, 2000) (1) 3.000 hectare nieuwe natte natuur met recreatief medegebruik in de stedelijke flanken van de Zuid-Hollandse Delta, (2) 3.000 hectare goed toegankelijke, nieuwe natte natuur langs het IJsselmeergebied, (3) 500 hectare bestaande natte systemen in Noord-Nederland, hersteld in kwaliteit en functioneren (beken, oeverlanden, afgesloten zeearmen), en (4) er wordt gestreefd naar 3.000 tot 4.000 hectare nieuwe riviernatuur langs de Rijntakken en de Maas. Ook wordt het reguliere programma voor het herstel en de inrichting van rijkswateren, inclusief de oevers, versneld. Hieraan zit echter geen taakstelling gekoppeld. Deze investeringen in natte natuurgebieden zijn tevens bedoeld om meer ruimte te bieden voor de waterberging bij hoog water. In de begroting van 2004 p 58 heeft LNV aangegeven de nieuwe natuur langs de Rijntakken en de Maas niet langer als taakstelling te zien omdat de ICES 2 middelen hiervoor niet ter beschikking zijn gekomen. De nieuwe taakstelling voor natte natuur is 3.000 ha verwerving en 6.500 ha inrichting. Gereed in 2010. Per 31 december 2003 is er in de Zuid-Hollandse Delta 523 ha verworven en 190 ha ingericht, in Noord-Nederland is 46 ha verworven (bij wijze van uitzondering, deze zijn niet ingericht binnen het kader van ICES, wel overgedragen aan de beheerder) en 424 ha ingericht. In het IJsselmeergebied is 95 hectare ingericht. Er is dus in totaal van de 3.000 ha te verwerven grond, 523 ha verworven. Van de 6.500 hectare zijn 709 ha ingericht.

Bestaand bos, natuurterreinen en landschap (beheer)

In Natuur voor Mensen (p14) is aangegeven, dat de taakstelling voor bestaand bos en andere natuurterreinen 453.500 ha is. Dit is ongewijzigd ten opzichte van het NBP. De gronden worden o.a. beheerd door Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, de provinciale Landschappen, Particulieren, Gemeenten, Waterleidingbedrijven en Defensie. Het beheer wordt veelal (mede)gefinancierd door LNV. Voor iets meer dan 100.000 ha vindt geheel geen financiering plaats door LNV. In hoeverre deze hectaren zijn ingericht is niet bekend. Het is eveneens niet bekend in hoeverre de beoogde natuurdoelen zijn bereikt

Particulier natuurbeheer

Voor particulier natuurbeheer is er een taakstelling van 19.200 hectare (zie "Nieuwe natuur" hierboven). Door de omslag van verwerving naar beheer van Balkenende I en II is de taakstelling met 23.055 hectare toegenomen. Hiervan dient 15.151 ha een bijdrage te leveren aan de realisatie van de doelstellingen voor nieuwe natuur en 7.904 ha dient een bijdrage te leveren aan de robuuste verbindingen. De totale taakstelling voor particulier natuurbeheer komt nu op 42.255 ha, te realiseren in 2018. Op 31 december 2003 was daarvan 1.213 hectare gerealiseerd, dat wil zeggen dat er langdurige beheerregelingen met particuliere eigenaren waren afgesloten.

Agrarisch natuurbeheer

Naast natuurgebieden maken agrarisch natuurbeheersgebieden gedeeltelijk deel uit van de EHS. Deze gebieden behouden de hoofdfunctie landbouw. Via beheerregelingen tussen overheid en boeren wordt beoogd de natuurwaarden in deze gebieden te behouden, herstellen en vergroten. De taakstelling is 90.000 hectare binnen de EHS (zie p.14 van het beleidsprogramma in LNV, 2000). Door de ingezette koerswijziging van de Kabinetten Balkenende I en II, waarbij een ombuiging van aankoop naar agrarisch en particulier natuurbeheer heeft plaatsgevonden, is de taakstelling voor agrarisch natuurbeheer binnen de EHS toegenomen met 7.685 ha. Hiervan dient 5.050 ha een bijdrage te leveren aan de realisatie van de doelstellingen voor nieuwe natuur en 2.635 ha dient een bijdrage te leveren aan de robuuste verbindingen. De totale taakstelling voor agrarisch natuurbeheer binnen de EHS komt nu op 97.685 ha. Dit is exclusief het landschapsbeheer. Ook buiten de EHS kunnen beheersovereenkomsten worden afgesloten op in totaal 45.000 hectare agrarisch cultuurlandschap. Daarvan is 20.000 hectare bedoeld voor een beheer dat mede gericht is op weidevogels en agrarisch natuurbeheer (zie p. 32 van het beleidsprogramma in LNV, 2000). In totaal is de taakstelling dus 117.685, te realiseren in 2018. De taakstellingen voor agrarisch natuurbeheer stammen al van de tijd van de relatienota (CRM, 1975). Inmiddels zijn voor 73.209 hectare beheersregelingen afgesloten. Een deel daarvan betreft de oude regeling beheerovereenkomsten 1988 (RBON). Het andere deel wordt gesubsidieerd via de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer (SAN) van het Programma Beheer.

Ruilgronden

In de tekst wordt regelmatig gesproken over ruilgronden. Tot aan de verantwoording 2003 was er sprake van een toedeling van de gekochte hectares naar beleidscategorie. LNV heeft de wijze waarop de ruilgronden worden toegerekend veranderd. Vanaf het Jaarverslag LNV 2003 wordt er gewerkt met de trekkingsrechten op het vermogen van BBL op basis van de waarde van de aan de EHS toebedeelde hectares ruilgrond in bezit bij BBL en op basis van de beschikbaar gestelde budgetten per beleidsdoel.

Bronnen

  • CRM (1975). Nota relatie tussen landbouw, natuur- en landschapsbehoud. Tweede Kamer der Staten-Generaal 1974-1975 13285 nr. 1-3. Staatsuitgeverij, Den Haag.
  • DLG (2001). Jaarverslag 2000. Dienst Landelijk Gebied, Utrecht.
  • DLG (diverse jaren). Structuurschema Groene Ruimte. Voortgangsrapportage 2000, 2001 en 2002. Dienst Landelijk gebied. Utrecht.
  • Laser (2002) Besluit ontwikkeling van landschappen. Roermond. Laser.
  • Landschapsbeheer Nederland (2002). Landschapsontwikkelingsplan. Een handleiding voor het laten opstellen van een landschapsontwikkelingsplan. Landschapsbeheer Nederland, Utrecht.
  • LNV (1990). Natuurbeleidsplan. Regeringsbeslissing. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Den Haag.
  • LNV (1995). Dynamiek en vernieuwing. Beleidsvoornemens op het gebied van landbouw, natuurbeheer en visserij. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Den Haag.
  • LNV (1995). Structuurschema Groene Ruimte: het landelijk gebied de moeite waard. Deel 4: Planologische Kernbeslissing. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Den Haag.
  • LNV (2000). Natuur voor Mensen, Mensen voor Natuur. Nota Natuur, Bos en Landschap in de 21e eeuw. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Den Haag.
  • LNV (2000). Brief van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aan de Tweede Kamer, 3-11-2000. Middelen natuurbeheer. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Den Haag.
  • LNV (2002). Brief van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aan de Tweede Kamer, 9-10-2002. Ombuigingen op budget natuuraankopen n.a.v. Strategisch Akkoord Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Den Haag.
  • LNV (2003). Brief van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit aan de Tweede Kamer, 16-09-2003. Uitgavenintensiveringen EHS en reconstructie. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Den Haag.
  • LNV (2003). Voortgang kwantitatieve taakstellingen beleidscategorieën per 1 januari 2003. d.d. 24 juni 2003
  • LNV (2003). Brief van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit aan de Tweede Kamer, 24-10-2003. Toegezegde informatie in het begrotingsonderzoek. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Den Haag.
  • LNV (2003). Vitaal en Samen. LNV-beleidsprogramma 2004-2007. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Den Haag.
  • LNV (2003). Rijksbegroting Landbouw, Natuurbeheer en Visserij 2003. SDU, Den Haag.
  • LNV (2004). Agenda voor een Vitaal Platteland en het Meerjarenprogramma Vitaal Platteland. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Den Haag.
  • LNV (2004). Voortgang realisatie operationele doelen LNV per 1 januari 2004. d.d. 19 maart, 1 april, 26 mei, 18 juni en 22 juli 2004
  • LNV (2004). Jaarverslag van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. SDU, Den Haag.
  • LNV (2004). Rijksbegroting Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2004. SDU Den Haag.
  • MNP (2003 en 2004) Natuurbalans 2003 en 2004. Bilthoven. Milieu- en Natuurplanbureau.
  • MNP (2004) Beleidsevaluatie natuur, Achtergrond document bij Natuurbalans 2004
  • Groffen, A.G. & P.A.A.M. Lamberigts (2003) Beleidsmonitor Belvedère 2003. Beleidsevaluatie. Royal Haskoning, Nijmegen.
  • RIVM en DLO (2000). Natuurbalans 2000. Natuurplanbureau. Samsom B.V. Alphen aan den Rijn.
  • RIVM en DLO (2001, 2002). Natuurbalans 2001, 2002. Natuurplanbureau. Kluwer, Alphen aan den Rijn.
  • Smaal, P.A., & A. Soepboer, 2001. Werk in uitvoering. Monitoring Belvedere. Novioconsult, Nijmegen.
  • VROM (1999). Actualisatie van de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, Den Haag.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
Het overzicht van de taakstellingen voor grondverwerving/inrichting en het afsluiten van beheerregelingen is samengesteld op grond van het SGR, de nota 'Natuur voor mensen, mensen voor natuur', Jaarverslagen en begrotingen van LNV en de briefwisseling met de Tweede Kamer. Deze bronnen zijn niet altijd geheel met elkaar in overeenstemming. De meeste recente taakstelling is gebruikt.Een enkele kanttekening over de data is op zijn plaats. Er is geen eenduidige meting van de beleidsprestaties; de cijfers in de begroting van het Ministerie van LNV zijn niet geheel in overeenstemming met de door DLG/LASER gerapporteerde cijfers. In deze indicator is de DLG/LASER-systematiek gevolgd tot en met 2002. Voor 2003 zijn de cijfers van LNV afkomstig. LNV noemt verschillen in definities als een verklaring voor discrepanties. Het gebrek aan transparantie in de beleidsinformatie maakt het niet alleen moeilijk om de trends op hoofdlijnen weer te geven, maar ook om onzekerheidsmarges goed te kunnen duiden.Bij grondverwerving houdt de term 'realisatie' in dat gronden zijn ingericht; bij beheerregelingen houdt realisatie in dat deze voor de betreffende gronden zijn afgesloten.
Betrouwbaarheidscodering
-

Referentie van deze webpagina

CLO (2004). Grondverwerving, inrichting en beheerregelingen: taakstellingen en voortgang; achtergrondinformatie (indicator 1367, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.