Trekvogels naar Afrika en klimaatverandering
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
Klimaatverandering kan gevolgen hebben voor de trekvogels die in Nederland broeden en overwinteren in Afrika.
Ontwikkeling trekvogels overig Afrika
De soorten die overwinteren in Oost-, Midden- en Zuid-Afrika zijn als groep wel achteruitgegaan sinds 1990. Voorbeelden zijn boerenzwaluw, fluiter, huiszwaluw, spotvogel en zomertortel. Toch is daarmee nog niet bewezen dat klimaatverandering de oorzaak is. Eigenlijk zijn de oorzaken van de trends bij deze groep soorten slecht bekend.
Bronnen
- Dijk, A.J. van, F. Hustings, D. Zoetebier en C. Plate (2003). Broedvogel Monitoring Project. Jaarverslag 2000-2001. SOVON-monitoringrapport 2003/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland. Beek-Ubbergen.
- Dijk, A.J. van, M.J.T. van der Weide, S. Deuzeman, L. Dijksen, D. Zoetebier en C. Plate (2002). Kolonievogels en zeldzame broedvogels in Nederland in 2000 en 2001. SOVON-monitoringrapport 2002/03. SOVON Vogelonderzoek Nederland. Beek-Ubbergen.
- Foppen, R., C.J.F. ter Braak, J. Verboom en R. Reijnen (1999). Dutch Sedge warblers Acrocephalus schoenobaenus and West-African rainfall: empirical data and simulation modelling show low population resilience in fragmented landscapes. Ardea, 87(1): 113-127.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Opmerking
- De Soortgroep Trend Index (STI) betreft de gemiddelde index van het aantal broedparen van de volgende trekvogels die in Afrika overwinteren (1990 = 100 voor elke soort): West-Afrika: blauwborst (toename), bonte vliegenvanger (stabiel), boompieper (toename), bosrietzanger (stabiel), bruine kiekendief (toename), grasmus (toename), grote karekiet (afname), grote stern (toename), grutto (afname), kleine karekiet (toename), kluut (afname), lepelaar (toename), oeverzwaluw (toename), purperreiger (toename), rietzanger (toename), sprinkhaanzanger (toename), tapuit (afname), tuinfluiter (stabiel), visdief (stabiel), wespendief (stabiel), zomertaling (toename) en zwarte stern (stabiel).Oost-, Midden- en Zuid-Afrika: boerenzwaluw (afname), boomvalk (afname), braamsluiper (toename), fitis (afname), fluiter (afname), gekraagde roodstaart (stabiel), gierzwaluw (stabiel), grauwe klauwier (stabiel), grauwe vliegenvanger (afname), huiszwaluw (afname), koekoek (afname), nachtegaal (toename), paapje (afname), snor (onduidelijk), spotvogel (afname), wielewaal (stabiel) en zomertortel (afname).De gegevens zijn ontleend aan het landelijke meetnet voor broedvogels en het weidevogelmeetnet, beide van het Netwerk Ecologische Monitoring.
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2003). Trekvogels naar Afrika en klimaatverandering (indicator 1117, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.