Overzicht indicatoren natuur en biodiversiteit

Biodiversiteit is een veelomvattend begrip dat verwijst naar alle verscheidenheid aan leven binnen soorten, tussen soorten en tussen de ecosystemen waartoe ze behoren. Vanwege het belang van biodiversiteit voor de mens, is wereldwijd afgesproken biodiversiteit te behouden, te herstellen, te beschermen en op een duurzame manier te benutten. Deze pagina geeft een overzicht van de samenhangende set aan indicatoren voor biodiversiteit.

Wat is biodiversiteit?

Biodiversiteit (of biologische diversiteit) is de term die wordt gebruikt om de verscheidenheid van het leven op aarde te duiden. De begrippen biodiversiteit en natuur worden regelmatig als synoniemen gebruikt. 'Natuur' heeft echter doorgaans een ruimere betekenis. Van Dale definieert natuur als: alles op aarde wat niet door de mens is gemaakt: de planten, dieren, rivieren, bergen enz. De internationaal geaccepteerde definitie van Biodiversiteit van de Verenigde Naties Conventie voor Biologische Diversiteit (CBD) uit 1992, is: 'de variabiliteit in organismen uit de gehele wereld, waaronder terrestrische, mariene en andere aquatische ecosystemen en de ecologische verbanden waar ze deel van uitmaken; de diversiteit betreft de variatie binnen soorten (genen), tussen soorten en tussen ecosystemen.” Een ecosysteem is het geheel aan planten, dieren en hun omgeving (zoals bodem, water, microklimaat) en hun interacties in een bepaald gebied, zoals een moeras of een bos.

Toestand en trend biodiversiteit

Om een beeld te schetsen van hoe het gaat met de biodiversiteit in Nederland, is het nodig om de toestand van genen, soorten en ecosystemen te bepalen en de veranderingen daarin te monitoren. In Nederland komen naar schatting circa 45.000 soorten voor. Het is niet mogelijk en ook niet nodig om de ontwikkeling van al die soorten te volgen. In de praktijk kan worden volstaan met een selectie van soorten en soortgroepen, die de toestand maar ook de veranderingen in de biodiversiteit weerspiegelen. Het CLO bevat zowel indicatoren van soorten (of soortgroepen) als van ecosystemen. In het CLO zijn echter geen indicatoren opgenomen over de variatie van genen, omdat hierover (nog) niet voldoende informatie aanwezig is. Het CLO kent de volgende indicatoren die een beeld geven van de toestand en trends van biodiversiteit van soorten en ecosystemen.

Soorten

Ecosystemen

  • Living Planet Index, geeft ook de gemiddelde trend weer in populatieomvang van inheemse fauna per ecosysteem, zoals heide en bos, maar ook het agrarisch gebied en stedelijk gebied. De soorten zijn indicatief voor de kwaliteit van het ecosysteem.
  • Ecosysteemkwaliteit geeft het oppervlak van ecosystemen weer met een bepaalde natuurkwaliteit gebaseerd op de mate van voorkomen van soorten van de beheertypen volgens Index Natuur en Landschap.
  • Oppervlakte en ligging van ecosystemen gebaseerd op de beheertypen van de Index Natuur en Landschap.

Natuurlijk kapitaal: de waarde van natuur en biodiversiteit

Biodiversiteit, en natuur in brede zin, levert talloze diensten en producten aan maatschappij en economie en is als zodanig onmisbaar voor het menselijk bestaan op aarde. Voorbeelden van zogenoemde 'ecosysteemdiensten' zijn bestuiving van voedselgewassen door insecten, houtvorming door bomen, waterzuivering, maar ook natuurlijke schoonheid die je buiten kunt beleven. Deze betekenis die natuur voor mensen heeft, wordt ook wel de instrumentele waarde genoemd. Het CLO en de website van het CBS kennen de volgende indicatoren die een beeld geven van de waarde van natuur:

  • Natuurlijk kapitaal: ecosysteemdiensten. Deze indicator bevat informatie over vraag en aanbod van verschillende goederen en diensten die worden geleverd door ecosystemen.
  • Economische waarde: de waarde van natuurlijk kapitaal en ecosysteemdiensten uitgedrukt in miljarden euro’s. 

Burgerbetrokkenheid bij natuur en biodiversiteit

Naast deze instrumentele waarde heeft natuur voor veel mensen ook relationele waarden. Deze waarde is wat mensen die zich voor de natuur inzetten drijft (burgerbetrokkenheid). Burgerbetrokkenheid bij de natuur is een veelomvattend begrip en kent meerdere dimensies waar indicatoren aan kunnen worden verbonden: percepties over natuur, activiteiten in en voor de natuur, de organisatie van deze activiteiten, en de effecten hiervan. Het CLO kent de volgende indicatoren die een beeld geven van de burgerbetrokkenheid bij natuur:

  • Overzichtspagina: Burgerbetrokkenheid bij natuur. Omdat de betrokkenheid van burgers bij natuur vaak meervoudig is, biedt deze koepelpagina een set aan indicatoren, waaronder activiteiten die burgers ondernemen om de natuur te beschermen.
  • Opinie: Draagvlak voor natuur en natuurbeleid, 2021. Deze indicator bevat informatie over hoe belangrijk burgers natuur en natuurbescherming vinden en welke afwegingen zij maken tussen groen en economie.

Bedreigingen

Wereldwijd staat biodiversiteit onder druk door menselijke activiteiten. Door omzetting van natuur in landbouwgrond en door urbanisatie is op veel plekken in de wereld de oorspronkelijk aanwezige biodiversiteit verloren gegaan. Dit geldt ook voor Nederland. Intensief landbouwkundig gebruik, bebouwing en verkeer veroorzaken nog steeds verlies en versnippering van natuurgebieden, een toestroom van mest- en chemische stoffen. Hierdoor verdwijnen ook nog steeds soorten uit het landelijk gebied en uit de natuurgebieden. Het CLO kent de volgende indicatoren die een beeld geven van bedreigingen van natuur op het land en in het water:

  • Verdroging: De indicator verdrogingsgevoelige natuur geeft informatie over de veranderingen in gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand (GVG) en de geschiktheid van de GVG voor het halen van de gewenste natuurkwaliteit.
  • Stikstofdepositie: De indicator stikstofgevoelige natuur geeft informatie over de veranderingen in overschrijding van de kritische depositiewaarde en de geschiktheid van de depositieniveaus voor het halen van de gewenste natuurkwaliteit.
  • Vermesting: De indicator vermesting van oppervlaktewater geeft informatie over de veranderingen in fosfor- en stikstofconcentraties en het halen van de normen voor de gewenste waterkwaliteit.
  • Verzuring: De indicator verzuringsgevoelige natuur geeft informatie over de veranderingen in zuurgraad en de geschiktheid van de zuurgraad voor het halen van de gewenste natuurkwaliteit.
  • Pesticiden: De indicator risico's van gewasbeschermingsmiddelen geeft informatie over het gebruik van middelen in teelten en de toxiciteit daarvan voor het waterleven.
  • Versnippering en verlies leefgebied: De indicator ruimtelijke condities geeft informatie over de veranderingen in ruimtelijke condities (omvang en samenhang) en de geschiktheid van de ruimtelijke condities voor soorten. 
  • Klimaatverandering: De indicator temperatuur geeft de trend van de gemiddelde weer. Deze veranderingen hebben impact op het voorkomen van soorten, zoals libellen en zeevissen.
  • Exoten: De indicator exoten geeft informatie over het aantal nieuwe soorten dat zich door de jaren heen door toedoen van de mens in Nederland heeft vestigt en het aandeel invasieve exoten die zeer schadelijk kunnen zijn voor biodiversiteit, maar ook voor de volksgezondheid en de veiligheid.

Internationaal en nationaal beleid voor biodiversiteit 

De mondiale en Europese biodiversiteitsdoelen en waterkwaliteitsdoelen vormen de basis voor het Nederlandse natuur- en waterbeleid voor behoud, herstel en bescherming van natuur en biodiversiteit op het land en in het water. Op wereldniveau hebben vele landen, waaronder Nederland, afspraken gemaakt over het behoud en duurzaam gebruik van de biodiversiteit (Convention on Biological Diversity, CBD). In de periode van 2020 tot 2030 gelden 23 doelen om het verlies aan biodiversiteit stop te zetten en ecosystemen veerkrachtig te maken zodat zij ecosysteemdiensten kunnen blijven leveren. Deze doelen zijn weer onderdeel van de recente Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties. Binnen Europa zijn de biodiversiteitsdoelen verder uitwerkt in de EU-Biodiversiteitsstrategie 2030. Belangrijke pijlers in het Europese natuurbeleid zijn de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR), de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), en de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM). Dit beleid zet in op het beschermen van belangrijke leefgebieden en soorten, het verminderen van bedreigingen en het verbeteren van de milieu- en ruimtelijke condities door natuurherstelmaatregelen en op duurzaam gebruik van ecosysteemdiensten. Als Europese lidstaat heeft ook Nederland Natura 2000-gebieden aangewezen. Ze maken onderdeel uit van het Natuurnetwerk Nederland, het belangrijkste nationale instrument voor natuurbescherming. Het CLO kent de volgende indicatoren die een beeld geven van de (inter)nationale beleidsdoelen voor bescherming en herstel van natuur- en waterkwaliteit:

Het CLO kent de volgende indicatoren die een beeld geven van de beleidsmaatregelen voor bescherming en herstel van natuur- en waterkwaliteit:

Het beleid voor natuur is deels gedecentraliseerd naar provincies. Een aantal van de op deze pagina genoemde indicatoren zijn ook per provincie beschikbaar.

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Overzicht indicatoren natuur en biodiversiteit

Omschrijving

Overzicht indicatoren natuur en biodiversiteit

Verantwoordelijk instituut

WENR i.s.m. PBL en CBS

Berekeningswijze

n.v.t.

Basistabel

n.v.t.

Geografische verdeling

Nederland

Verschijningsfrequentie

Jaarlijks

Betrouwbaarheidscodering
Anders

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Overzicht indicatoren natuur en biodiversiteit (indicator 3001, versie 01,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.