Ontwikkeling opbrengst Nederlandse visserij

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De reële opbrengst van de Nederlandse visserij is sinds 1990 met ruim 23% gedaald tot 478 miljoen euro in 2003.

Ontwikkeling

De financiële opbrengst van de Nederlandse visserij uit Nederlandse wateren is in deze periode met 30%, en uit niet-Nederlandse wateren met 17% afgenomen.
De grote zeevisserij neemt een groot deel van de visserijopbrengst uit niet-Nederlandse wateren voor zijn rekening. Met name de opbrengsten uit visserij voor de Afrikaanse kust zijn de laatste 10 jaar toegenomen.
Binnen Nederlandse wateren daalde de reële opbrengst van de kottervloot sinds 1990 met 38%. De opbrengst van de mosselkweek, in 2001 nog 12% hoger dan in 1990, is in 2003 gelijk met de opbrengst in 1990. Over de opbrengst van de kokkelvisserij zijn voor 2003 geen gegevens beschikbaar.

Segmenten Nederlandse visserij

De belangrijkste segmenten binnen de Nederlandse visserij zijn de kottervisserij, waaronder de boomkorvisserij, de grote zeevisserij, de mosselkweek en de kokkelvisserij. Van geringere omvang zijn de oesterkweek in Zeeland en de IJsselmeervisserij. De 373 actieve kotters zijn voornamelijk actief op de Noordzee en de Waddenzee. De belangrijkste soorten zijn tong, schol en garnalen. De 16 actieve vrieshektrawlers van de grote zeevisserij vissen op soorten als haring en (hors)makreel. Een belangrijk deel van hun vangstgebieden liggen buiten de Europese wateren, met name voor de Afrikaanse kust. De mosselkweek vindt plaats in de Waddenzee en in de Zeeuwse wateren. Het in de Waddenzee gevangen mosselzaad wordt door de kwekers op hun percelen uitgezet. De visserij op kokkels vindt nog voornamelijk plaats in de Waddenzee en de Oosterschelde.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven

-

Omschrijving

-

Verantwoordelijk instituut

-

Berekeningswijze

-

Basistabel

-

Geografische verdeling

-

Verschijningsfrequentie

-

Opmerking

De vangstgegevens zijn afkomstig van het ministerie van LNV. De opbrengst uit Nederlandse wateren is geraamd op basis van logboekinformatie van de schepen. In de logboeken wordt het Nederlands Continentaal Plat overigens niet als afzonderlijk vangstgebied geregistreerd, zodat ramingen noodzakelijk waren. De opbrengst heeft betrekking op visserij onder Nederlandse vlag. Daarnaast zijn er op het Nederlands Continentaal Plat ook buitenlandse schepen actief met aanzienlijke opbrengsten. 
De opbrengstgegevens zijn verzameld in het kader van het LEI-Informatienet. De cijfers zijn voor inflatie gecorrigeerd met de consumentenprijsindexcijfers van het CBS met 2003 als basisjaar.

Betrouwbaarheidscodering

-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
04
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CLO (2005). Ontwikkeling opbrengst Nederlandse visserij (indicator 1266, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.