Beschrijving Noordzee
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
Kenmerken van de Noordzee
De Noordzee is een relatief ondiepe randzee met een oppervlakte van circa 572.000 km2. Hiervan neemt het Nederlands Continentaal Plat (NCP) met een oppervlakte van ruim 57.000 km2 10% in beslag. Het is daarmee het grootste ecosysteem van Nederland. De Noordzee heeft een grote diversiteit aan levensgemeenschappen als gevolg van verschillen in waterdiepte, voedselrijkdom, zoutgehalte, stroming en samenstelling van de bodem. Er zijn grote verschillen tussen de ondiepe kustzone (tot 20 meter diepte) en de volle zee. De relatief warme en voedselrijke ondiepe kustzone heeft evenals de Waddenzee en Zeeuwse delta een belangrijke functie als kraam- en kinderkamer voor een aantal vissoorten. De hoogste dichtheden aan bodemdieren zijn te vinden in de kustzone. Door de rijkdom aan vis en bodemdieren is de kustzone van groot belang voor vogels, met name voor zee-eenden, eidereenden, sterns, meeuwen en duikers. Langs de kust zijn sommige exoten sterk toegenomen, alsmede soorten uit zuidelijke, warmere streken.
Visserij in de Noordzee
De Noordzee behoort tot de belangrijkste visgronden in de wereld. Er wordt gevist op aan bodem gebonden vissen, op pelagische (niet aan bodem gebonden) vissen en op schelpdieren. De visserij heeft geleid tot overbevissing van een aantal vissoorten, al is de stand van bijvoorbeeld de haring momenteel weer gunstig. Bij de kabeljauw is de stand echter zo laag dat de productie van voldoende nakomelingen in gevaar komt. Ook zijn er steeds minder grote vissen aanwezig. Daarnaast heeft de visserij bijeffecten op andere soorten. Zo is de zwarte zee-eend gevoelig voor de visserij op spisula, een schelpdier, op de Noordzee. Roggen zijn zeer sterk in aantal achteruitgegaan, hoogstwaarschijnlijk als gevolg van de visserij. Ook de achteruitgang van de bruinvis wordt mede toegeschreven aan de visserij. De visserij op de bodembewonende platvissoorten met de boomkor leidt tot hoge sterfte en verschuiving in de leeftijdsopbouw bij bodemdieren. De visserij zorgt overigens ook voor een groot aanbod aan visafval op de zee, waarvan sommige vogels profiteren.
Verstoring en verontreiniging
Het Nederlands Continentaal Plat wordt behalve voor de visserij ook gebruikt voor scheepvaart, olie-, gas-, zand-, grind- en schelpenwinning, baggerstort, landaanwinning (Tweede Maasvlakte), lozing van afvalstoffen en recreatie. Al deze activiteiten hebben invloed op het voorkomen van planten en dieren. Overigens zijn de rivieren die in Nederland afstromen naar de Noordzee de belangrijkste bron van verontreinigingen van de zee. Alleen de verontreiniging door olie wordt voornamelijk veroorzaakt door de scheepvaart.
Bronnen
- Bisseling, C.M. (red.) (2001). Met de natuur in Zee. Rapportage project "Ecosysteemdoelen Noordzee", kennisfase. Expertisecentrum LNV. Wageningen.
- Daan, N. (2000). De Noordzee-visfauna en criteria voor het vaststellen van doelsoorten voor het natuurbeleid. Nederlands Instituut voor Visserijonderzoek. IJmuiden.
- Leopold, M.F. en N.M.J.A. Dankers (1997). Natuur in de zoute wateren. Achtergrond document 2c. Natuurverkenning '97. IKC Natuurbeheer. Wageningen.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2004). Beschrijving Noordzee (indicator 1243, versie 01, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.