Kustbroedvogels Delta
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
Kustbroedvogels als strandplevier, dwergstern en visdief zijn in de tweede helft van de 20e eeuw achteruitgegaan door vegiftiging en door het ongeschikt worden van broedgebied. De achteruitgang van de dwergstern is inmiddels echter gestagneerd, en de visdief neemt weer toe.
Ontwikkeling strandplevier
De strandplevier is een pioniersoort die op kale, open gronden langs de kust broedt, zoals strandvlakten, schelprijke delen van schorren en pas ontstane duintjes. De soort neemt in Nederland en in Noordwest-Europa de laatste decennia in aantal af. Er broeden tegenwoordig nog 1000 paren, waarvan 350 in Nederland. Het Deltagebied is met ruim 200 paren in 2002 één van de laatste bolwerken van de strandplevier in Noordwest-Europa. Maar ook in de Zeeuwse delta is de soort sinds 1979 achteruitgegaan. De afname wordt veroorzaakt door vermindering van de natuurlijke dynamiek. Door diverse maatregelen ontstaan er minder open gronden langs de kust dan van nature en raken dergelijke gronden meer begroeid. Daardoor verdwijnt de broedgelegenheid voor strandplevieren. Stranden vormen één van de laatste dynamische gebieden waar deze soort voorkomt, maar het strand is ook een belangrijke toeristische trekpleister. Uit onderzoek in het Duitse waddengebied is gebleken dat recreatie een negatief effect heeft op de vestiging en het broedsucces van deze soort (Schulz 1991; Schulz en Stock 1992, 1993). Op de Nederlandse stranden, die vrij toegankelijk zijn, is de strandplevier dan ook vrijwel verdwenen.
Ontwikkeling dwergstern
Ook de dwergstern broedt op niet of nauwelijks begroeide schelpenstranden of zandplaten. Begin vorige eeuw broedden er in Nederland circa 1000 broedparen. Als gevolg van de vergiftiging met organochloorverbindingen nam dat aantal af tot ongeveer 100 in de zestiger jaren. Inmiddels zijn deze vergiftigingsproblemen grotendeels verleden tijd. Tijdens de uitvoering van de Deltawerken kwam tijdelijk geschikt broedhabitat beschikbaar waarvan de dwergstern profiteerde. Binnen enkele jaren verdween de dwergstern daar meestal weer doordat de geschikte plekken begroeid raakten. Ook de dwergstern heeft te lijden onder de toegenomen strandrecreatie.
Ontwikkeling visdief
Ruwweg een kwart tot een derde deel van de in Nederland broedende visdieven komt voor in het Deltagebied. De visdief is minder kieskeurig dan strandplevier en dwergstern en broedt op strandvlakten, kwelders en kunstmatige eilanden. Ook de visdief had last van de vergiftiging door organochloorverbindingen in de zestiger jaren, maar neemt inmiddels weer toe in het Deltagebied. Doordat veel geschikt broedgebied voor recreatieve doeleinden verloren is gegaan is het twijfelachtig of het hoge niveau van de dertiger jaren nog gehaald kan worden. De strandplevier, dwergstern en visdief staan op de Rode Lijst van vogels.
Bronnen
- Bijlsma,R.G., F. Hustings en C.J. Camphuysen (2001). Algemene en schaarse vogels van Nederland (Avifauna van Nederland 2). GMB Uitgeverij/KNNV Uitgeverij. Haarlem/Utrecht.
- Meininger, P.L., R.C.W. Strucker en P. Wolf (2003). Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2002. Rapport RIKZ 2003.020. Middelburg.
- Schulz, R. (1991). Der Einfluss von Störungen auf die Verteilung und den Bruterfolg des Seeregenpfeifers Charadrius alexandrinus, L . 1758 im Vorland von St.Peter-Bohl. Diplomarbeit, Mathematisch-Naturwissenschaftliche Fakultät des Christian-Albrechts-Universität zu Kiel.
- Schulz, R. en M. Stock (1992). Seeregenpfeifer und Touristen. Landesamt für den Nationalpark, Tonning/WWF-Wattenmeerstelle, Husum.
- Schulz, R. en M .Stock (1993). Kentish Plovers and tourists: competitors on sandy coasts. Wader Study Group Bulletin 68, suppl.: 83-91.
- Tulp, I (1998). Reproductie van Strandplevieren Charadrius alexandrinus en Bontbekplevieren Charadrius hiaticula op Terschelling, Griend en Vlieland in 1997. Limosa 71: 109-120.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Opmerking
- De grafiek betreft het aantal broedparen van de strandplevier, dwergstern en visdief op basis van tellingen van RIKZ in de Zeeuwse delta. De strandplevier is sinds 1979 significant afgenomen en de visdief significant toegenomen. De dwergstern neemt niet significant af of toe.
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2004). Kustbroedvogels Delta (indicator 1235, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.