Ringslang langs de oevers van het IJmeer, 1994-2012
U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.
Deze specialistische indicator is afgesloten.
Indexen en trendklasse van deze soort zijn te vinden onder indicator
Verharde oevers kunnen bijzondere diersoorten herbergen, zoals de ringslang. De ringslangpopulatie langs de oevers van het IJmeer wordt bedreigd door stedenbouwkundige plannen, maar gerichte beheersmaatregelen hebben de afgelopen paar jaar een gunstig gevolg gehad.
Zuiderzeedijken ideaal voor ringslang
Of de ringslangpopulatie langs de oevers van het IJmeer toe- of afneemt is, bezien over de periode 1994-2012, onzeker. Het landschap van oude dijken in combinatie met moerassen en graslanden vormt een ideaal leefgebied voor de ringslang. Vooral overgangssituaties met voldoende gelegenheid om te zonnen en te schuilen hebben zijn voorkeur. De ringslang profiteert de laatste jaren van de effecten van agrarisch natuurbeheer, de verbetering van de waterkwaliteit en gerichte beheersmaatregelen, zoals het aanleggen van broeihopen waar de vrouwtjes eieren kunnen leggen. De ringslang is op de zuidoever van het IJmeer nog altijd talrijker dan op de noordoever, maar de aantallen lijken daar af te nemen terwijl op de noordoever steeds meer ringslangen geteld worden.
Bedreigingen
Belangrijke bedreigingen voor de populatie vormen wegenbouw en de stedenbouwkundige plannen van Amsterdam en Muiden. Door de aanleg van IJburg, gelegen aan de zuidoever van het IJmeer, is een deel van het leefgebied verloren gegaan en is de populatie versnipperd geraakt. Compensatiemaatregelen, uitgevoerd op de noordoever van het IJmeer, voor de aanleg van IJburg zijn onder andere het aanleggen van geschikt leefgebied bij Durgerdam en het creëren van broeihopen. Al enige jaren wordt de Muiderzeedijk en het aangrenzende bos, een belangrijk onderdeel van deze ringslangpopulatie, bedreigd door grootschalige bouwplannen. De dijken van de noordelijke IJoever worden komende jaren vernieuwd, in de plannen is rekening gehouden met de ringslang die juist in deze dijken overwintert. De ringslang is een soort van de Rode Lijst van reptielen en amfibieën.
Bronnen
- Janssen, I. en T. van der Meij (2010). Meetnet Reptielen 2009. Schubben & Slijm nr. 4. Juni 2010, Ravon, Nijmegen.
- Zuiderwijk A., P. de Wijer en I. Janssen (1999). Ringslangen en IJburg: teloorgang van een metapopulatie. De Levende Natuur, 100(6): 214-219.
- Zuiderwijk, A. en I. Janssen (2003). Metapopulatie ringslangen Amsterdam onder hevige druk. Nieuwsbrief Meetnet Reptielen, 28: 1.
Relevante informatie
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Ringslangen langs de oevers van het IJmeer
- Omschrijving
- Ontwikkeling van de populatie ringslangen langs de oevers van het IJmeer
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek
- Berekeningswijze
- De gegevens zijn ontleend aan het landelijke meetnet reptielen (in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring).
- Basistabel
- Zie tabblad figuurdata onder Download figuurdata
- Geografische verdeling
- Oevers IJmeer
- Verschijningsfrequentie
- jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Creemers, R.C.M. en J.J.C.W. van Delft (red) (2009). De amfibieën en reptielen van Nederland. Nederlandse fauna 9. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey, Leiden, NL.Smit G.F.J. en A. Zuiderwijk (2003). Handleiding voor het monitoren van reptielen in Nederland. Ravon-WM, CBS, Nijmegen (3e druk).
- Betrouwbaarheidscodering
- B. Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2013). Ringslang langs de oevers van het IJmeer, 1994-2012 (indicator 1222, versie 13, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.