Pimpelmees en klimaatverandering

Pimpelmees en klimaatverandering

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Pimpelmezen broeden de laatste tijd eerder, omdat de lentes in Nederland warmer worden.

Eilegdatum steeds vroeger

Als het voorjaar warmer is, valt de periode waarin er veel insecten zijn vroeger in het jaar. Insectenetende vogels, waaronder de pimpelmees moeten er voor zorgen dat hun jongen zoveel mogelijk opgroeien als de beschikbaarheid van voedsel het grootst is. In een warmer voorjaar gaan ze daarom eerder eieren leggen. De laatste decennia is het voorjaar warmer geworden. Vergeleken met 1986 broedt de soort gemiddeld genomen circa 10 dagen eerder (zie de linker grafiek).

Aantal broedparen

Doordat de pimpelmees in de winter in Nederland blijft, kan hij op de warmere lentes inspelen door eerder te gaan broeden. De trekvogels naar Afrika kunnen hierop minder gemakkelijk inspelen. Tot nu toe neemt het aantal broedende pimpelmezen in Nederland enigszins toe (zie de rechter grafiek).

Bronnen

  • Majoor, F., R. Foppen, F. Willems en D. Zoetebier (2001). De waarde van het nestkaartenproject voor signalering en beleid. Intern Rapport. SOVON. Beek-Ubbergen.
  • Soldaat L., H. Visser, M. van Roomen & A. van Strien (2007). Smoothing and trend detection in waterbird monitoring data using Structural Time-Series Analysis and the Kalman filter. Journal of Ornithology. Vol. 148 suppl. 2. Dec 2007.
  • Van Strien A.J., W.F. Plantenga, L. Soldaat, C.A.M. Van Swaay & M.F. WallisDeVries. (2008, in press). Bias in phenology assessments based on first appearance data of butterflies. Oecologia.
  • Visser, H. (2004). Estimation and detection of flexible trends. Atm. Environment 38, 4135-4145.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Pimpelmees en klimaatverandering
Omschrijving
Ontwikkeling eilegdatum en populatie pimpelmees
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
De legdatum is weergegeven als dagnummer van het jaar (dag 1 = 1 januari, etc.). De legdatum is de gemiddelde datum van de vroegste 25% van alle gevonden legsels. Zo tellen alleen de eerste legsels mee. De voorjaarstemperatuur is het gemiddelde van het dagelijkse gemiddelde van De Bilt van februari tot en met juni.
De gegevens zijn ontleend aan het nestkaarten-project van het Netwerk Ecologische Monitoring. De indexcijfers betreffen het aantal broedparen.De stippen in het figuur zijn de meetwaarden. Door deze meetwaarden is met behulp van het programma TrendSpotter (Visser 2004) een flexibele trend berekend (de doorgetrokken lijn). Het gekleurde vlak geeft het 95% betrouwbaarheidsinterval van de trendlijn aan.
Basistabel
zie tabblad figuurdata onder download figuurdata
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
geen
Verschijningsfrequentie
jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Majoor, F., R. Foppen, F. Willems en D. Zoetebier (2001). De waarde van het nestkaartenproject voor signalering en beleid. Intern Rapport. SOVON. Beek-Ubbergen.
Opmerking
geen
Betrouwbaarheidscodering
Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
10
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2007). Pimpelmees en klimaatverandering (indicator 1115, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.