Grote stern en organochloorverbindingen
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
De grote stern is sterk is achteruitgegaan als gevolg van de lozingen van milieugevaarlijke stoffen in de jaren zestig. Daarna heeft de soort zich hersteld, maar het aantal blijft lager dan vroeger.
Ontwikkeling
Rond 1910 werden de kolonies van grote stern geplunderd om dameshoeden met veren te versieren. Nadat deze vogel in 1908 wettelijk beschermd werd kon de populatie uitgroeien tot 30.000-40.000 broedparen in de jaren dertig. In de oorlogsjaren halveerde de populatie tijdelijk tot minder dan 15.000 paren omdat mensen de eieren voor consumptie verzamelden.
Het aantal broedparen van de grote stern daalde rond 1960 sterk als gevolg van vergiftiging door lozingen van organochloorverbindingen in de Nieuwe Waterweg. In 1965 waren nog slechts 900 broedparen over. Ook het verloren gaan van De Beer, een belangrijk broedgebied, begin jaren zestig speelde daarbij een rol. Na het stoppen van de lozingen is het aantal paren weer toegenomen tot ruim 16.000 in 2004. Het peil van de jaren vijftig is echter nog lang niet bereikt. Vermoedelijk is de hoeveelheid en kwaliteit van het voedsel nu beperkend voor de populatiegrootte.
De soort broedt op spaarzaam begroeide zandplaten in het Waddengebied en in de Zeeuwse Delta. De grootste kolonies bevinden zich op Griend, de Kleine stampersplaat (Grevelingen) en de Hooge Platen (Westerschelde).
De grote stern staat op de Rode Lijst van vogels.
Bronnen
- Bijlsma, R.G., F. Hustings en C.J. Camphuysen (2001). Algemene en schaarse vogels in Nederland. Avifauna van Nederland 2. GMB Uitgeverij en KNNV. Haarlem en Utrecht.
- Brenninkmeijer, A.E. en W.M. Stienen (1992). Ecologisch profiel van de grote stern, Sterna sandvicensis. IBN rapportnr.107. Wageningen.
- Dijk, A.J. van, A. Boele, L. van den Bremer, F. Hustings, W. van Manen, A. van Kleunen, K. Koffijberg, W. Teunissen, C. van Turnhout, B. Voslamber, F. Willems, D. Zoetebier en C.L. Plate (2007). Broedvogels in Nederland 2005. SOVON-monitoringrapport 2007/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen.
- Visser, H. (2004). Estimation and detection of flexible trends. Atm. Environment 38, 4135-4145.
Relevante informatie
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Grote stern en organochloorverbindingen
- Omschrijving
- Ontwikkeling populatie Grote stern
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek
- Berekeningswijze
- Al vele jaren wordt het aantal broedparen van de grote stern in Nederland geteld. Tegenwoordig vallen deze tellingen onder het Netwerk Ecologische Monitoring. De stippen in het figuur zijn de meetwaarden. Door deze meetwaarden is met behulp van het programma TrendSpotter (Visser 2004) een flexibele trend berekend (de doorgetrokken lijn). Het gekleurde vlak geeft het 95% betrouwbaarheidsinterval van de trendlijn aan.
- Basistabel
- zie tabblad figuurdata onder download figuurdata
- Geografische verdeling
- Nederland
- Andere variabelen
- geen
- Verschijningsfrequentie
- jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Dijk, A.J. van, A. Boele, L. van den Bremer, F. Hustings, W. van Manen, A. van Kleunen, K. Koffijberg, W. Teunissen, C. van Turnhout, B. Voslamber, F. Willems, D. Zoetebier en C.L. Plate (2007). Broedvogels in Nederland 2005. SOVON-monitoringrapport 2007/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen.
Visser, H. (2004). Estimation and detection of flexible trends. Atm. Environment 38, 4135-4145. - Opmerking
- geen
- Betrouwbaarheidscodering
- Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2007). Grote stern en organochloorverbindingen (indicator 1103, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.