Inleiding beschermde soorten
U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.
Deze pagina is afgesloten omdat hij verouderd is. Een deel van de informatie is terug te vinden in de volgende indicator:
Wettelijke bescherming van planten- en diersoorten heeft als doel bedreigde soorten veilig te stellen. Dat gebeurt op nationaal niveau met de Flora- en faunawet en op Europees niveau met de Vogel- en Habitatrichtlijn. De overeenkomst CITES stelt regels voor de internationale handel in planten en dieren.
Flora- en faunawet
De Flora- en faunawet regelt de bescherming van planten- en diersoorten die vrij in het wild leven. Ongeveer 500 soorten die in Nederland voorkomen, vallen onder de bescherming van deze wet. Om deze soorten te beschermen bevat de Flora- en faunawet een aantal verbodsbepalingen. Met ontheffingen kunnen onder bepaalde voorwaarden verboden activiteiten toch doorgaan.
Een nieuwe Natuurwet moet de opvolger worden van 3 bestaande natuurwetten: de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet en de Boswet. Het wetsvoorstel zal naar verwachting in 2014 bij de Tweede Kamer worden ingediend.
Vogel- en Habitatrichtlijn
Volgens de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn zijn vogels en een aantal andere plant- en diersoorten overal beschermd. Tevens worden voor bepaalde soorten speciale beschermingszones ingesteld (Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden). Beide typen gebieden worden samen aangeduid met de naam Natura 2000-gebieden. In 2013 zijn er in Nederland 162 Natura-2000 gebieden. Drie gebieden zijn geschrapt van de lijst met aangewezen Natura 2000 gebieden. Veel soorten van de Vogelrichtlijn nemen in Nederland toe, terwijl veel soorten van de Habitatrichtlijn afnemen.
Cites
CITES (Convention on International Trade in Endangered Species of wild flora and fauna) is een internationale overeenkomst tussen bijna 180 landen. In deze overeenkomst zijn afspraken gemaakt over internationale bedreigde dier- en plantensoorten. Het doel van deze overeenkomst is het uitsterven van dier- plantensoorten als gevolg van de handel in de soorten, te voorkomen. Deze conventie beschermt planten- en diersoorten op internationaal, Europees en nationaal niveau. De handel van meer dan 30.000 beschermde soorten planten en dieren wordt gereguleerd met vergunningen en certificaten.
Bronnen
- Schaminée, J.H.J. & A.M. Jansen (2009). Europese natuur in Nederland. Hoog Nederland. Natura 2000-gebieden. KNNV uitgeverij, Zeist.
- Schaminée, J.H.J. & A.M. Jansen (2009). Europese natuur in Nederland. Laag Nederland. Natura 2000-gebieden. KNNV uitgeverij, Zeist.
- Schaminée, J.H.J. & A.M. Jansen (2009). Europese natuur in Nederland. Zee en kust. Natura 2000-gebieden. KNNV uitgeverij, Zeist.
Relevante informatie
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Inleiding beschermde soorten
- Omschrijving
- Inleiding op het thema Nationale en Internationale bescherming dier- en plantensoorten.
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek
- Berekeningswijze
- Tekst zonder figuur of tabel
- Basistabel
- Bij de paragraaf Vogel- en Habitatrichtlijn is een tabel met alle Natura 2000 gebieden toegevoegd.
- Geografische verdeling
- Nederland
- Andere variabelen
- Geen
- Verschijningsfrequentie
- Onregelmatig
- Achtergrondliteratuur
- Schaminée, J.H.J. & A.M. Jansen (2009). Europese natuur in Nederland. Hoog Nederland. Natura 2000-gebieden. KNNV uitgeverij, Zeist.Schaminée, J.H.J. & A.M. Jansen (2009). Europese natuur in Nederland. Laag Nederland. Natura 2000-gebieden. KNNV uitgeverij, Zeist.Schaminée, J.H.J. & A.M. Jansen (2009). Europese natuur in Nederland. Zee en kust. Natura 2000-gebieden. KNNV uitgeverij, Zeist.
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2014). Inleiding beschermde soorten (indicator 1084, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.